Stedelijk Museum Alkmaar belicht slavernijgeschiedenis

Algemeen
Louise van Panhuys, Grote boom aan de Commewijne met zicht op plantage Alkmaar, 1812.
Louise van Panhuys, Grote boom aan de Commewijne met zicht op plantage Alkmaar, 1812. (Foto: aangeleverd)

ALKMAAR - Van 26 november t/m 19 maart 2023 presenteert Stedelijk Museum Alkmaar de tentoonstelling Plantage Alkmaar. Alkmaar in Suriname 1745-heden. De tentoonstelling belicht het Alkmaarse slavernijverleden en specifiek het verhaal van plantage Alkmaar in Suriname, een weinig bekend en nauwelijks onderzocht thema uit de Alkmaarse geschiedenis.

Slavernij in Alkmaar: weinig bekend en nauwelijks onderzocht

In de expositie worden uiteenlopende voorwerpen getoond, zoals gereedschappen, archiefstukken, kaarten en kunstwerken. Zeer bijzonder is een serie waterverftekeningen van plantage Alkmaar en omgeving, gemaakt door plantage-eigenaar Louise van Panhuys in de periode 1811-1816 en nooit eerder in Nederland tentoongesteld. Ook het Alkmaar van nu krijgt een gezicht in de tentoonstelling: in opdracht van Stedelijk Museum Alkmaar reisde kunstenaar Dimitri Madimin (1975) naar het Surinaamse Alkmaar om portretten van bewoners van de voormalige plantage te maken.

Slavernij en de stad Alkmaar


Net als andere steden in de Republiek was Alkmaar vanaf de zeventiende eeuw betrokken bij slavernij en slavenhandel. Zo namen Alkmaarse burgemeesters deel aan het bestuur van de West- en Oost-Indische Compagnie, waren Alkmaarders aanwezig bij de veroveringen in Afrika, Amerika en Azië en voeren er in de West- en Oost-Indische wateren schepen met de naam Alkmaar. Natuurlijk werden ook in Alkmaar de producten van de plantages verhandeld, zoals suiker, koffie en cacao. In de achttiende eeuw werd er een suikerraffinaderij opgericht, waar suikerriet uit onder meer Suriname werd geraffineerd. Het verhaal van de Alkmaarse slavernijgeschiedenis zal worden verteld aan de hand van schilderijen, archiefstukken, kaarten en bijzondere objecten.  

Plantage Alkmaar in Suriname


In 1745 werd aan de Commewijnerivier in Suriname plantage Alkmaar opgericht. De plantage zou uitgroeien tot één van de grootste suikerplantages in Suriname. Na sluiting van de plantage bleef Alkmaar voortbestaan als een dorp, met nu zo’n 6.000 inwoners. Het tweede en belangrijkste deel van de tentoonstelling zal over deze suikerplantage gaan. Het verhaal van plantage Alkmaar wordt verteld aan de hand van persoonlijke verhalen en verschillende perspectieven, waaronder de slaafgemaakte Joanna, een van de ‘beroemdste’ slaafgemaakte vrouwen van Suriname – de geliefde van de Schots-Nederlandse soldaat John Gabriel Stedman (1744-1797). Stedman was één van de eersten die een omvangrijke beschrijving van Suriname publiceerde.

Meer informatie over de tentoonstelling en tickets: www.stedelijkmuseumalkmaar.nl/nu-te-zien/verwacht/plantage-alkmaar-alkmaar-in-suriname-1745-heden.