Reikwijdte overlijdensuitkering voor uitvliegende kinderen

Partnerbijdrage
Reikwijdte overlijdensuitkering voor uitvliegende kinderen.
Reikwijdte overlijdensuitkering voor uitvliegende kinderen. (Foto: Adobe Stock)

Als een werknemer overlijdt is zijn of haar werkgever verplicht een overlijdensuitkering te verlenen aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer (art. 7:674 BW). Dit is in eerste instantie de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner van overledene. Daarna de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond of degene met wie de werknemer in gezinsverband leefde en in wiens kosten van bestaan grotendeels werd voorzien. 

De overlijdensuitkering gaat over de periode vanaf de dag van het overlijden en loopt door tot en met één maand na de dag van het overlijden. Wat in de praktijk vaak neerkomt op een totaalbedrag van een bruto maandsalaris.

Bij het hof in ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2021:2848) speelde de vraag of een overlijdensuitkering aan kinderen van een overleden werkneemster toekwam. De kinderen van de overledene woonden op kamers. De werkgever beargumenteerde dat er geen sprake is van het ‘leven in gezinsverband’, hieraan kan volgens haar alleen worden voldaan door het hebben van een hoofdverblijf op hetzelfde adres. Dit is volgens haar niet het geval nu beide kinderen van werkneemster op kamers wonen. Het hof ging hier niet in mee en oordeelde dat er bij het vereiste van ‘leven in gezinsverband’ bij kinderen geen voorwaarden van gemeenschappelijke huishouding of hoofdverblijf zijn gesteld. 

Dit zou tot gevolg hebben dat studerende kinderen die hoofdzakelijk thuis wonen wel recht hebben op een overlijdensuitkering en studerende kinderen die een ander hoofdverblijf hebben geen recht hebben op een overlijdensuitkering. Dit laatste was het geval bij de kinderen van de werkneemster. Zij waren pas gaan studeren en verbleven nog geregeld thuis. De moeder voorzag ten tijde dat zij thuis verbleven in het onderhoud van haar kinderen. Het proces van ‘uitvliegen’ van de kinderen was volgens het hof nog niet voltooid. En hierdoor was er volgens het hof nog sprake van een gezinssituatie. 

De werkgever moest daardoor een overlijdensuitkering aan de kinderen van de overleden werkneemster betalen, omdat de werkneemster grotendeels in de kosten van bestaan van haar kinderen voorzag en met hen in gezinsverband leefde. 

Schipper en Lof Advocaten 

Astrid Lof