De zorgplicht van de werkgever (vervolg)

Partnerbijdrage
Ook op het werk zit een ongeluk in een klein hoekje.
Ook op het werk zit een ongeluk in een klein hoekje. (Foto: AdobeStock)

Zoals in de vorige column besproken rust op de werkgever een vergaande zorgplicht (artikel 7:658 BW). Daarbij is het van belang dat de schade is geleden tijdens de uitoefening van de werkzaamheden. Als de schade niet in de uitoefening van de werkzaamheden is geleden, kan geen beroep worden gedaan op de geschonden zorgplicht uit artikel 7:658 BW. Onder bijzondere omstandigheden kan de zorgplicht echter ook bestaan als er schade is geleden buiten de uitoefening van de werkzaamheden op grond van goed werkgeverschap (art. 7:611 BW).

Deze bijzondere omstandigheden zijn onder te verdelen in drie categorieën. De eerste categorie is een zorgplicht tijdens risicovolle bedrijfsuitjes. Een bekend voorbeeld is het “Rollerskates-arrest” van de Hoge Raad. Een werknemer brak haar pols tijdens een personeelsuitje. Op grond van art. 7:658 BW is de werkgever niet aansprakelijk geacht, omdat het niet in de uitoefening van de werkzaamheden is gebeurd. Tussen deze activiteit, georganiseerd door de werkgever, en de schade bestond een zodanige samenhang. Bovendien bracht het een bijzonder risico met zich mee, waardoor de Hoge Raad de werkgever op grond van goed werkgeverschap aansprakelijk heeft gesteld voor de door de werknemer geleden schade. 

Als tweede categorie is het verblijf in het buitenland. Hierbij kan worden gedacht aan een piloot die tijdens de rustperiode schade leidt. Als de piloot in deze rustperiode terechtkomt in een ongeval is de werkgever schadeplichtig. Ook hier bestaat een zodanige samenhang tussen de schade opgelopen in de rustperiode en de werkzaamheden. 

De derde categorie zijn verkeersongevallen tijdens werk. De werkgever heeft de plicht een behoorlijke verzekering af te sluiten voor verkeersongevallen tijdens werk. Een werkgever is daarbij niet verplicht alle schade te voorkomen of te verzekeren. Daaruit blijkt dat als de werkgever geen verzekering heeft afgesloten, de werkgever slechts gehouden is de schade te betalen wat een verzekering had uitgekeerd mocht er wel een behoorlijke verzekering zijn afgesloten. Eenzijdige ongevallen voor voetgangers zijn van deze verzekeringsplicht uitgesloten.

Hoewel de zorgplicht ruim wordt uitgelegd, is de zorgplicht niet geschonden als niet is gewaarschuwd voor het opnieuw geslepen broodmes waaraan een werknemer zich snijdt. Het is van algemene bekendheid dat een broodmes scherp is. Dus let op: de zorgplicht is niet bedoeld als absolute waarborg voor de werknemer.

Astrid Lof - Schipper en Lof Advocaten