Ridderhofdrama roept nog steeds emoties op

Column
Veel bloemen bij het herdenkingsmonument bij winkelcentrum De Ridderhof
Veel bloemen bij het herdenkingsmonument bij winkelcentrum De Ridderhof (Foto: Marieke Roggeveen)

Een stralende zaterdag 9 april 2011, werd in Alphen plotseling inktzwart. In winkelcentrum de Ridderhof schoot Tristan van der Vlis rond het middaguur zes willekeurige mensen dood, verwondde hij een aantal anderen en sloeg vervolgens de hand aan zichzelf.

Een dag die nog diep in mijn geheugen gegriefd staat, want hoewel ik meestal naar de Herenhof ga, doe ik ook regelmatig boodschappen in de Ridderhof, die hemelsbreed ook maar op een kilometer afstand van mijn woning ligt.

Op die bewuste zaterdag had ik al snel door dat er in de buurt iets ernstigs aan de hand was. Politie en brandweer waren kort daarvoor bij een brand in Woubrugge geweest en kwamen met loeiende sirenes langs mijn huis. Ook cirkelden er al snel helikopters boven de wijk en kwamen er van alle kanten ambulances aan, zelfs vanuit Amsterdam. Geruchten over een schietpartij werden al snel bevestigd, maar het was onduidelijk of er meerdere daders waren. Mogelijk waren die richting de sportvelden gevlucht en daar moest ik als vrijwilliger heen. Om ramptoerisme te voorkomen, wilde burgemeester Bas Eenhoorn dat die voetbalwedstrijden moesten doorgaan.

Na hinder op de heenweg, had ik ook na afloop moeite om thuis te komen, omdat er aanwijzingen waren, dat de dader bij andere winkelcentra bommen zou hebben geplaatst.

De maandag na het drama was ik voor het Witte Weekblad bij de herdenkingsplek, waar een grote bloemenzee was ontstaan. Enkele dagen later liep ik na de officiële herdenking in theater Castellum in de Ridderhof premier Mark Rutte tegen het lijf. Hij had kort daarvoor beloofd dat nabestaanden en slachtoffers op allerlei manieren gesteund moesten worden, maar toen al bleek hij daar al vrij snel daarna geen actieve herinneringen aan had.

Bekende

Hoewel er een bekende van mij was omgekomen, een andere zwaar gewond was geraakt en een derde net ontkwam omdat zij iets in haar auto had laten liggen, heb ik er zelf gelukkig geen trauma aan overgehouden. Ik heb echter van dichtbij gemerkt hoe de nasleep was. Bijvoorbeeld ook toen er eens iemand onwel was geworden en een ambulance met zwaailicht en sirenes bij het winkelcentrum kwam. De geschrokken reacties van omstanders spraken boekdelen.
Vorige maand nog was er vanwege een verdachte situatie rond de Ridderhof opnieuw veel politie in kogelvrije vesten aanwezig. Dat riep opnieuw veel negatieve reacties op.

Merkwaardig

Des te merkwaardiger was het dat er met toestemming van de winkeliersvereniging en de gemeente op maandag 16 mei opnamen werden gemaakt voor een telefilm van KRO/NCRV waarbij veel gewapende politiemensen aanwezig waren. Weliswaar een jeugdfilm en nepwapens, maar wie niet beter wist, schrok zich opnieuw een hoedje. Toevallig deed ik er die dag opnieuw boodschappen. Ik had de aankondiging van de filmopnamen wel gelezen, maar er totaal niet meer aan gedacht. Bij de hoofdingang bleken waarschuwingsborden te staan, maar ik had die gemist. Bij de ingang van de parkeergarage aan de Troubadourweg stond geen enkel bord, waardoor ik in het winkelcentrum eigenlijk onverwacht bijna op de filmcrew botste.

Ik schrok er niet van, maar verbaasde mij er – net als vele anderen – over, dat uitgerekend de Ridderhof een ‘geschikte’ locatie was. De excuses die de gemeente achteraf maakte over de berichtgeving daarover zijn natuurlijk volkomen misplaatst. Het ging niet om de berichtgeving, maar om het onbegrip over de beleving van betrokkenen en nabestaanden. Op elke andere plek in Nederland hadden deze opnamen weinig om het lijf gehad, maar in de Ridderhof is het verleden nog springlevend. Maar dat is natuurlijk ook wat ongelukkig uitgedrukt. 

Rob Langerak is verslaggever