‘Het raakt mij als mensen boven zichzelf uitstijgen’

Nieuws
Marga van Praag, nieuwslezeres, verslaggever en presentator, was zondag eregast op een bijeenkomst over de oorlogstijd in Boskoop, waar haar Joodse ouders ondergedoken waren.
Marga van Praag, nieuwslezeres, verslaggever en presentator, was zondag eregast op een bijeenkomst over de oorlogstijd in Boskoop, waar haar Joodse ouders ondergedoken waren. (Foto: Morvenna Goudkade)

BOSKOOP – We kennen haar als nieuwslezeres, verslaggever en presentator. Jarenlang was Marga van Praag (75) verbonden aan het Jeugdjournaal en het NOS-journaal. Ook maakte ze vele achtergrondreportages. Daarnaast is ze ook de dochter van Joodse ouders, die in de oorlog ondergedoken zaten. Vanuit Amsterdam werden zij opgevangen in kwekersdorp Boskoop. Zondag was daar een bijeenkomst over de oorlogstijd.

Morvenna Goudkade

“Emotioneel en aangrijpend”, zegt Marga, daags na de samenkomst in het oude raadhuis in Boskoop. “Mijn vader is hier na de oorlog diverse keren geweest, in de raadzaal, om dank te betuigen voor de hulp. Bij de bijeenkomst nu waren familieleden van de mensen die toen mijn ouders lieten onderduiken. Ik hoorde verhalen, zoals toen mijn ouders op zolder zaten bij een familie op de Berkenweg. Iemand ging borden met eten naar boven brengen, als jongetje van zes. Die wist al, jong als hij was, dat hij dat helemaal geheim moest houden.”

Dat haar ouders, Max en Sari, getrouwd in 1941, moesten onderduiken en veel familieleden hebben verloren tijdens de oorlog, heeft haar gevormd, zegt de mediavrouw. “Mijn vader zei altijd: als je je eigen kop hebt, moet je nooit andermans kop volgen. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest, kritisch en sociaal. In de oorlog werd mensen onrecht aangedaan omdat ze Joods waren. Nu wordt mensen onrecht aangedaan omdat ze een andere achternaam hebben: discriminatie, de toeslagenaffaire.”

Dat ze de journalistiek inging, was een logische stap. Al heeft ze ook even op de toneelschool gezeten. “Ik droomde ervan om als actrice grootse en meeslepende dingen te doen, al droomde ik ook van journalistiek. Uiteindelijk ben ik van de toneelschool afgetrapt, in het tweede jaar. Vanwege ‘volkse jonghonderigheid’. Nee, dat was geen compliment als je Shakespeare moet spelen. Toen heb ik me helemaal op de journalistiek gericht.”

De aankomende Dodenherdenking en Bevrijdingsdag heeft voor haar een extra dimensie gekregen, vanwege de oorlog in Oekraïne. “Ik denk aan hoe het nu is met de vluchtelingen. De vraag is of we die mensen wel of niet in huis willen nemen. Het is niet gevaarlijk voor onszelf, niet levensbedreigend, zoals destijds met Joodse onderduikers, maar we wikken en wegen: wil ik dat wel, hoelang duurt dat dan? Dat heb ik zelf ook. Extra respect voor de mensen die er destijds niet over nadachten, maar onderdak boden.” Ze weet niet of ze het zelf zou durven, zegt ze, actief deelnemen aan zoiets gevaarlijks. “Fout zijn in de oorlog, mensen verraden, dat is iets heel anders. Maar je kon ook afzijdig blijven. Hoe onwijs moedig zijn deze mensen geweest die wel onderduikers hielpen. Of die in het verzet gingen. Het is eigenlijk te groot om te begrijpen. Maar toch, ook nu zijn er bijzondere mensen.” 

Ze vertelt over de man van haar nichtje. “Die is onderwijzer en die heeft een bus geregeld en is Oekraïense vluchtelingen op gaan halen: 36 vluchtelingen en een poesje. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om dat poesje achter te laten, een vrouw en haar dochter hadden het bij zich.” Het heeft veel indruk op haar gemaakt, zegt ze. “Hij had al vier nachten niet geslapen toen hij bij mij per se een kattenbak wilde ophalen, hij wist dat ik die nog had, voor dat poesje. Het raakt mij als mensen dit doen, zo boven zichzelf uitstijgen. Net zoals mensen in de oorlog dat deden.”

Dit is de rubriek Rosarium Gesprekken, deel 387