Op weg naar het 100 jarig bestaan van de ‘Tuin van Sloten’

Algemeen
De bingo, altijd leuk
De bingo, altijd leuk (Foto: Pr)

NIEUW-WEST - De ‘Tuin van Sloten’, de grote speeltuin in het dorp Sloten, bestaat dit jaar 100 jaar. Het grote feest hiervoor zou aanvankelijk op 17 april worden gevierd, maar is vanwege corona uitgesteld naar zaterdag 18 september, uiteraard in de speeltuin. Over het programma van deze dag meer in de week van 18 september. In aanloop van dit jubileum elke week een verhaal van fanatiek speeltuinbezoeker Jan van Mersbergen. Het gaat om een spannend verhaal in vier delen. Deze week deel 3.

Tijd voor een feestje, maar eerst...

Honderd jaar ergens staan of liggen. Ik kijk er niet van op, maar mensen vinden het een prestatie. Tijd voor een feestje, maar eerst...

Het is vreemd wat de tijd en de elementen kunnen doen. Water, wind, kou. In een dag is het niks, maar maak je de sprong naar tweehonderd jaar verder en weer sta ik met krakende knieën in de polder en moet er een hek om mijn heupen omdat de toren in kan storten, zonder dat daar Geuzen voor nodig zijn.

Nu heet mijn dorpje Osdorp, mijn eerste voetenbadje. Inmiddels staan er meer moskeeën dan kerken, en die worden drukker gezocht. Op vrijdag in ieder geval.

Weet je, mensen hebben onlangs pas ontdekt dat bomen met elkaar kunnen praten. Via het ondergrondse stelsel van wortels en schimmels, zwammen, weet ik wat allemaal. Dat hebben kerken ook. Zoals ik al zei: mensen voeren hun verhalen mee. Wij kaatsen geluid terug. De muziek van Paradiso trilt tot ver voorbij het Vondelpark de stad door, alsof die lelijke knaap wil laten weten dat hij trots is op zijn nieuwe bestemming.

Synagogen doen ook mee. Heel bedeesd, schoorvoetend haast.

En moskeeën dus ook. Zo weet ik van de lege vloer, het schoenenrek, het wuiven van de gewaden.

Een ouwe kerk zoals ik heeft geen tijd voor verschillen’

Kijk, een gebouw maakt het niks uit wie er door de poort komt, zo lang de poort maar open kan. Is de sleutel kwijt, is de deur gebarricadeerd, is het dak ingestort, of is er alleen een nooduitgang en geen ingang, dat is ernstiger. Mensen denken in verschillen. Een ouwe kerk zoals ik heeft geen tijd voor verschillen.

Had ik het net over het Vondelpark? Iedereen kent het Vondelpark. Een paar boompjes en erg veel mensen, drukte, muziek, dampende wegwerpbarbecues en net zo snel weggegooide flessen bier, blowende toeristen, huurfietsen, hardlopers, een grote mierenhoop in onze stad.

In mijn wijk, en dan heb ik het over alle tijden, van mijn wieg tot nu, ligt het grootste park van de stad, en dat park is van water.

Stel je het Vondelpark voor als een meer. Rustig kabbelend water. Een zeilbootje in de verte, in het zonlicht.

En stel je de straten en huizenblokken om dat meer als oevers, bossen, wandelpaden, een weide. Dat is de Sloterplas. Soms verlang ik terug naar de Sloterplas.

Net zo groot als het bekendste park van Nederland, maar van water, en ruimte zat eromheen om in de zomer boemboemmuziek te herbergen en buiten die weekenden aan de buurt wat schaduw biedt zonder dat de mensen daarvoor hoeven te vechten.

Een park van water, mijn bezoekers kunnen dat op waarde schatten. De eerste steen van mijn huidige jasje ligt er ook alweer ruim honderdvijftig jaar. Dat is vijftig jaar langer dan dat de speeltuin hier herrie maakt. De steen van Boreel, jonkheer en commissaris van de koning in Noord-Holland. Zo ver reiken mijn wortels niet, en ook niet mijn orgel, dat van mijn eerste plekkie werd meegenomen.

Wat wel tot ver in de provincie te horen is: mijn klok. De grote klok. Twee broers goten hem. Sterke jongens, de gebroeders Moer. Goeie naam voor klokgieters. Drie jaar geleden vierde die ouwe bel zijn vierhonderdste verjaardag. Een klok overleeft veel. Die man van de eerste steen heeft na wat restauraties alleen nog een verloren muurankertje ergens in mij zij over. Boreel, geen grappen over die naam alstublieft.

Ik wil de Ouwe kerk niet achterna. Geluiden, daar wen je aan. Het orgel kan flink dreunen, maar het is inmiddels als een buik die een beetje rommelt. Het probleem is eerder dat geluiden weer kunnen verdwijnen als je eraan gewend bent. Nu word ik ieder weekend wakker van spelende kinderen. Als dat er niet meer is, wie maakt mij dan wakker? Naast brand en storm is dat mijn grootste angst. Ontwaken in een stil Sloten. Bespaar me dat. Laat de honderdste verjaardag van de speeltuin niet zijn laatste zijn.

Binnenkort het laatste deel.

Of een ander spelletje.