In memoriam: Nel Bons (1934-2022) maakte iets van haar leven

Algemeen
Nel Bons in 2019 tijdens het feestje bij ESAN vanwege haar koninklijke onderscheiding.
Nel Bons in 2019 tijdens het feestje bij ESAN vanwege haar koninklijke onderscheiding. (Foto: Brandeisfotografie)

NIEUW-WEST - Honderd jaar wilde ze worden. Het werden er zevenentachtig. Vorige maand overleed onverwacht Nel Bons. Vrienden van de ESAN (Energieke Senioren Amsterdam Nieuw-West) zetten zich in om de gemeentelijke uitvaart om te toveren tot een waardige bijeenkomst met bloemen, foto’s, speeches en een erehaag bij haar laatste rit.

Ze was een schipperskind dat aan wal opgroeide. Ze hield op school van tekenen en van geschiedenis, maar vooral van sportdagen. Ze speelde op het Van Beuningenplein graag dieffie-met-verlos en bok-bok-berrie. Op zondag genoot ze van het rondje Markthallen met het gezin waarin ze opgroeide. Dit weten we dankzij het levensboek dat Nel Bons in 2016 door Doeko Cornelissen liet optekenen bij het ESAN-project Levensverhalen. Vanuit Groningen kwam de schrijver van dit verhaal een laatste groet en eer brengen aan de levenslustige Nel die, zo wist hij, geen makkelijk leven heeft gehad.

Tante Truus

Zes was ze toen de oorlog begon. Daarover vertelde ze geregeld bij het project Oorlog in mijn Buurt aan leerlingen uit groep 7 en 8. Ze vertelde de kinderen dat ze liever bij haar pleegouders tante Jantje en ome Chris in Groningen, waar ze in de Hongerwinter naartoe was gegaan, was blijven wonen. Dat ze gelukkig haar konijn mocht meenemen naar Amsterdam. Dat het beestje eenmaal thuis verdween; volgens vader was het naar de ‘dierenwinkel’. Dat ze door de gemiste schooltijd zich ‘zo dom als tante Truus’ voelde. Maar Nel was alles behalve dom.

Op de markt

“Ik ben een strijder en zal dat altijd blijven,” was haar motto en ook de naam van het levensboek dat met haar werd gemaakt. Ze knokte zich een weg naar boven ondanks een jeugd in oorlogstijd. Ondanks een slecht huwelijk waar ze van wegliep waarna, zo zei ze later, de mooiste tijd van haar leven begon. Ze volgde op latere leeftijd een cursus ambulante handel, haalde haar rijbewijs, verdiende haar eigen brood en leerde een zekering te vervangen, te timmeren en andere technische klussen die ze als alleenstaande moest kunnen uitvoeren.

“Werken op de markt was niet mijn droombaan,” zei Nel. “Ik dacht meer aan huisvrouw worden, met een aantal kindertjes erbij. Als je man vroeger bij de gemeente werkte, mocht je als zijn vrouw niet eens werken!” Het liep anders, maar zeuren deed Nel niet en dat duldde ze ook niet van anderen. 

Gelijk hebben

Ook was ze erg direct, had ze vaak een weerwoord en flapte ze er alles uit. Dat werd wel eens minder goed ontvangen. Zelf zei ze daarover: “Het is niet zo dat ik altijd gelijk hoef te krijgen. Maar als ik gelijk heb, dan wil ik wel dat ik gelijk krijg.” Had ze geen gelijk, dan kwam er een oprecht excuus. Zo was Nel ook. “Je hoeft nu niet meer te knokken,” sprak Evert van Maanen in zijn toespraak bij haar uitvaart. Hij, en ESAN ook, zal haar missen vanwege haar enorme inzet en gezelligheid. Meer dan dertig jaar vrijwilligerswerk (met de paplepel ingegoten) telt het leven van Nel Bons. Bij de scootmobielclub, de kookclub, de kaartclub, de bingo of - om er nog een te noemen uit de lange lijst - de creatieve club; Nel kon enorm goed haken, breien en anderszins knutselen. De regelmaat en de mensen spraken haar hierbij erg aan. Veel leuks werd met de jaren wegbezuinigd en dat zat haar dwars. Dankbaar was ze voor de oprichting van de ESAN door Evert van Maanen en Joke Veldkamp.

Feestje

“Zaterdag was je nog bij het eetcafé,” sprak Veldkamp tijdens de uitvaart geëmotioneerd. “Je maakte altijd grapjes waar dat kon, was serieus als je merkte dat iemand het moeilijk had.” Nel kon genieten, vertelde Veldkamp en de aanwezigen knikten herkennend. Nel hield ook van een complimentje en dat kreeg ze in 2019 groots in de Nieuwe Kerk, de kerk waar ze in 1934 gedoopt was. Daar werd haar een koninklijke onderscheiding uitgereikt. Wat was ze trots. Veldkamp: “Nel heeft iets gemaakt van haar leven. Nel stapte over teleurstelling en verdriet heen.” Ze las daarna voor uit Nels levensboek. Over de trots op haar levensloop, over de waarde waarin ze gelaten wilde worden, de waarde waarin ze anderen dan zou laten. Over het feestje dat ze het leven ondanks alles wilde laten zijn. Nel wilde ook altijd het laatste woord. Ondergetekende, de Westerpostjournalist, gaf haar dat in de laatste toespraak tijdens de uitvaart. Uit een interview in 2018 vroeg ze Nel de ultieme ‘tip’ om een hoge leeftijd te bereiken. Nel: “Gewoon bruine bonen met spek blijven eten of zuurkoollasagne. Laagje puree, laagje gegrild gehakt, laagje zuurkool, laagje puree, laagje spekkies en nog een Unoxworst erbij!”
Een ziekbed als haar moeder, dáár zag ze tegenop. “Gewoon wegglijden in mijn slaap, dat lijkt mij het beste.” Nel wordt gemist. Maar haar vrienden zijn dankbaar voor dit cadeau aan het eind van haar leven.