Honderd jaren voor Mattie

Nieuws
Mattie Korver met breiwerk en haar eigen glossy en een deel van de vele kaarten.
Mattie Korver met breiwerk en haar eigen glossy en een deel van de vele kaarten. (Foto: Brandeisfotografie)

“Oh, die redt het niet,” zei de dokter in Harlingen. Het was de 20e mei 1923 en het vierde kind in huize Korver kwam blauw aangelopen ter wereld. “En moet je nou kijken!” zegt de honderd jarige Mattie Korver blij.

Door Shirley Brandeis

‘Mattie!’ is de naam van de glossy die zoon Rob samenstelde voor het eeuwfeest. Een boek met foto’s van een lang leven. De rubriek ‘Hoe word je 100?’ verklapt het geheim: een eigenwijs karakter. “Oh ja”, beaamt de jarige. “Dat ben ik. Ik doe dingen graag zelf.” Zelf doet ze nog de boodschappen, zelf pakt ze nog de tram. “Mensen zijn aardig. Ze staan altijd voor me op.” Aardig zijn voor de ander, je richten op het goede, niet op het slechte. Dát wil ze haar medemens, de lezer hier ook, meegeven. De het-is-wat-het-is-mentaliteit bracht haar ver, staat in de glossy, en ook daarbij knikt ze hevig ja. “Ik ga niet bij de pakken neerzitten.”

‘Ik ben met karnemelk groot geworden’

Karnemelk

En dat is wat voor iemand die nog niet zo lang geleden een beroerte kreeg en weer opnieuw moest leren praten. Iemand die twintig jaar ervoor na eenenvijftig jaar huwelijk haar man Frits verloor. Iemand die bij de geboorte al werd opgegeven. Maar ze redde het, keer op keer. Die allereerste keer door de papjes die haar vader, zeeman op de Zuiderzee, voor de kleine Magteldje Munniksma, zoals haar geboortenaam luidt, maakte. “Ik ben met karnemelk groot geworden.”

‘Leren was er voor meisjes niet bij in die tijd, want je zou toch gaan trouwen’

Andere tijd

Na de Tweede Wereldoorlog vertrok ze voor haar werk als hulp in de huishouding naar Leeuwarden en vervolgens naar Alkmaar. “Leren was er voor meisjes niet bij in die tijd, want je zou toch gaan trouwen.” Onder de indruk is ze van de jeugd van nu. Wat die allemaal mogen en kunnen. “Mijn tijd was een heel andere tijd. Als kind kende ik nog geen auto’s, geen vliegtuigen.” In Alkmaar ontmoette ze Frits, monteur van beroep. “Hij een ram, ik een stier, beide zo eigenwijs als wat.” Maar allebei van het aanpakken. Frits regelde het lokale klaverjassen, de bowls en meer in Osdorp. Mattie was jarenlang vrijwilliger bij theater De Meervaart.

Taartje bij de HEMA

Als ze bij de foto van haar grootvader, schelpenvisser van beroep, vertelt, wateren haar ogen. De goede man poseert met zijn echtgenoot, haar oma, en op zijn jasje prijkt een medaille. “Van Wilhelmina gekregen omdat hij een schip in nood heeft gered.” We bladeren door het boek en zien de verschillende plekken waar ze met Frits heeft gewoond. Van de Waterloopleinbuurt en later de Vrolikstraat in Oost verhuisden ze naar Osdorp. De herinneringen van (achter)kleinkinderen aan omi gaan in de glossy over jeu de boulen in de tuin, de zelfgemaakte kippenpoten, het lekkers bij de thee, het centje in de zak toestoppen, de uitjes naar Madurodam, het taartje eten bij de HEMA en vooral steeds weer die tuin, vol seringen en kruisbessen. “Daar deed ik altijd zo mijn best op.” Nu heeft ze een balkon en geeft ze geheel volgens haar karakter een positieve draai aan het gemis. “Het uitzicht op het groen is hier prachtig.”

Waterloo

Ze heeft nog één wens. “Dat ik nog even wat langer mag leven.” Een achtste kleinkind is onderweg en die wil ze graag nog ontmoeten. Ze geniet van de breiclub, de wekelijkse boodschappen doen, bingo spelen, kaarten, de lunch met buren beneden in het Osdorperhof. “Ik zou er zelf moe van worden,” zegt dochter Erna over haar actieve moeder. Met haar verjaardag zong de hele familie op de wijs van ABBA’s Waterloo (”Honderd jaar, Mattie is nu 100 jaar, ja zie haar daar!”) hoe tevreden ze is. En dat is ze. “Wat wil een mens nog meer?” zegt ze regelmatig. “Ja, de wereld is veranderd, er is een oorlog in Europa gaande, niet alles is leuk.” Maar ze blijft optimistisch. “Ik kan nog veel. Ik ben graag onder de mensen.” Mopperen moet je niet doen, zegt ze tegen de vaak mopperende journalist. “Je hebt goede dagen en slechte dagen. Dat is nu eenmaal zo. En als je dan optimistisch bent, dan valt het leven wel mee.”