Vijftig tinten groen in Noord 10

Algemeen
Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Disteldorp is geen dorp en toen ik erdoorheen fietste zag ik nergens distels. Maar het is wel reuze groen en daarom is het mijn groene tint nummer tien. Het buurtje – want dat is het wel – is voor velen zó verborgen dat ze er nooit komen. 

Toen tiny living nog uitgevonden moest worden, had Noord het allang gedaan. Kleine huisjes, met heel veel gemeenschappelijk groen dat lekker zijn eigen gang mag gaan. Het gras is nergens een gazon, maar eerder een weitje. De heggen hebben een onderrand van bloeiend zevenblad als een wit kanten zoompje, overal staan bomen, klein, groot, het is een lust voor het oog. 

Wat hier groeit heet ergens anders misschien onkruid, maar onkruid is eigenlijk niets anders dan een wilde plant op de verkeerde plek. 

Disteldorp is gelukkig de goede plek, waardoor het er gewoon mag groeien. Terwijl ik dit schrijf heeft het na lange tijd weer een paar keer flink geregend en als dán de zon schijnt, dan ruikt het ook meteen groen. 

Disteldorps groen is geurig groen, sappig groen, verpletterend groen en een tikkeltje wild. 

Er is een langwerpig weitje waar denk ik ooit de waslijnen stonden. Of misschien niet eens waslijnen, maar een ‘bleek’ waar het witte wasgoed kon bleken in de zon en dan zo lekker naar buiten ging ruiken.

En dan te bedenken dat dit honderd jaar geleden gebouwd werd als nooddorp, na 35 jaar zou het weer worden afgebroken. Toen kon niemand voorzien dat het ooit een tien zou krijgen.

Nancy Wiltink, urban farmer

www.moestuinschoolamsterdam.nl

Tips voor onterecht onopgemerkt groen zijn welkom op info@moestuinschoolamsterdam.nl

        Column