Mores stadsdeelcommissie kosten veel vergadertijd

Algemeen
De stadsdeelcommissie van Noord in beeld
De stadsdeelcommissie van Noord in beeld (Foto: Marcel Israel )

NOORD - De in maart van dit jaar gekozen stadsdeelcommissie van Noord is nu alweer een half jaar aan het werk. Binnenkort, in november, is een zgn. heidag gepland (een dagje op de hei) om de mores en de vergaderregels van de commissie tegen het licht te houden en waar nodig te verbeteren. Want dat is wel nodig.

door Tom Tossijn

De stadsdeelcommissie van Noord, bestaande uit door Noorderlingen gekozen volksvertegenwoordigers, vindt het na het eerste half jaar tijd om haar werkwijze eens tegen het licht te houden. Want vergaderingen van de commissie duren vaak lang en lopen uit, men valt in herhaling en commissieleden hebben opvallend veel woorden nodig om hun punt te maken (hoed je immers voor politici die een langdradig betoog beginnen met de woorden “Voorzitter, ik houd het kort”). 

Vier rondjes discussie

Ook de deelname van afwezige commissieleden is onduidelijk en nogal knullig geregeld via geëmmer met een monitor en een losse microfoon. We nemen de orde van de vergaderingen door met Canan Uyar (PvdA), die samen met haar collega Nicoline van der Torre (GroenLinks) het voorzitterschap vervult.

Het was weer bal vorige week; pas om twaalf uur ’s nachts was de vergadering afgesloten. Bij insprekers zou je verwachten dat een aanvullende vraag van een commissielid aan een inspreker voldoende duidelijkheid geeft in maximaal twee termijnen, maar het leek erop dat vier rondjes in een soort permanente discussie nog niet genoeg zijn. Die vormen dan de springplank voor een ellenlang en warrig debat. Voorzitter Uyar, grijp in!

“We moeten altijd goed naar bewoners luisteren om iets aan aangemelde problemen te doen. We zijn de ogen en oren van buurt en wijk! Door meer uitgebreide reacties komt die rol van volksvertegenwoordigers goed uit de verf. Communicatie met insprekers mag dan best wel wat tijd kosten, temeer omdat vervolgens het DB op de gemelde problemen reageert. Ik begrijp dat het echter moeilijker te volgen is als commissieleden vragen stellen verwarren met inhoudelijke discussie en elkaar herhalen richting inspreker. Een beetje meer discipline zou niet verkeerd zijn. Daar let ik dan ook op en ik word steeds strenger.”

Er was vorige week een fractie, GroenLinks, die liefst twee woordvoerders over één agendapunt in de vergadering ten tonele voerde. Is dat niet dubbelop?

“Tja, het is toegestaan dat twee leden uit dezelfde fractie aan de beraadslagingen deelnemen. Er is bij ons geen spreektijd, zoals wél in de gemeenteraad. Dat meervoudige woordvoerderschap moeten onze commissieleden natuurlijk wel met terughoudendheid doen, om herhalingen en dubbelingen in het debat te voorkomen. Al begrijp ik het wel: het optreden van meerdere woordvoerders heeft te maken met de portefeuilleverdeling in zo’n grotere fractie.”

Wat anders: wat een merkwaardig verbod vaardigde u vorige week uit in de vergadering. Er mochten van u door commissieleden en zelfs door insprekers geen namen worden genoemd van voormalige stadsdeelbestuurders. Dat had te maken met privacy. Maar is dat niet nogal potsierlijk? Want het ging hier om openbare ambtsdragers die jarenlang in de krant hebben gestaan met naam en toenaam. Als uw aanwijzingen worden gevolgd, mogen insprekers zelfs de naam van Drees niet meer in het openbaar noemen…

“Dat heeft alles te maken met voorkomen dat er op de man wordt gespeeld. Het komt voort uit de regel dat je als commissielid of DB’er in het debat nooit namen van ambtenaren noemt, want die kunnen zich niet verdedigen. Ons dagelijks bestuur verdedigt ook geen eerder vastgestelde standpunten, dus is het ook niet netjes als je namen van vroegere bestuurders noemt. Het gaat om bestuurders die allang vertrokken zijn en niet aanwezig zijn bij het debat. Het lost niets op om hun namen jaren later nog te noemen. Maar misschien moeten we hiernaar kijken op onze heidag.”

Ontneemt u vaker het woord aan commissieleden die onderwerpen inbrengen die totaal niet aan de orde zijn? Zo was er vorige week het lid Kirsten Zimmerman van de fractie Groenen Basis Piraten die opeens een mededeling deed over coronavaccinatie. U greep in en ontnam haar het woord.

“Ja, ik verklaarde het onderwerp van haar mededeling buiten de orde. Dat zal vast nog wel eens gebeuren want er wordt wel vaker gezocht naar persoonlijke inbreng door onderwerpen te noemen die totaal niets te maken hebben met de agenda. Daar heb je dus een voorzitter voor nodig.”

Tot slot: wat een knullig gedoe met de afwezige VVD’er Dylan Meijer die een on-line verbinding had met de commissie op de monitor. Assistentie was nodig door een microfoon vóór de luidspreker van de monitor te houden. En Meijer krijgt door de plaatsing van de apparatuur wél een nogal bijzondere positie tussen zijn collega’s. Kan dat niet beter?

“Die oplossing voor fysiek afwezige commissieleden komt nog uit de coronatijd, toen iedereen online moest meedoen. Toen voorzagen de computers, de monitors en hybride vergaderen in een behoefte. Het is dus tijd, nu we weer live vergaderen, om die deelname op afstand tegen het licht te houden. Temeer omdat het niet de bedoeling is dat het makkelijk is om vanuit je eigen computer thuis mee te vergaderen.”