Albemarle vs. gemeente Amsterdam

Algemeen
 Plannen voor het Hamerstraatkwartier.
Plannen voor het Hamerstraatkwartier. (Foto: Archief Rodi Media)

NOORD - Tussen de gemeente Amsterdam en Albemarle lijkt zich een loopgravengevecht te hebben ontwikkeld over de plannen voor het Hamerstraatkwartier. De partijen treffen elkaar inmiddels voor de Raad van State (RvS), het hoogste college voor bestuursrecht.

John Jansen van Galen

De directie van de fabriek van katalysatoren aan het IJ, onderdeel van het wereldwijde concern Albemarle maar nog steeds in de volksmond Ketjen genoemd, maakt zich ernstige zorgen over de bouw van een woonwijk (tot 120 meter hoog) op slechts 150 meter afstand van het chemische bedrijf. De aanstaande bewoners van dit gedeelte van het Hamerkwartier kunnen, daar eenmaal wonend, wellicht tegen het lawaai en fijnstof van de fabriek en de overlast van het vrachtverkeer procedures aanspannen. Albemarle stelt nu voor het dichtstbije deel, de Hamerkop, vooralsnog buiten de plannen te houden teneinde na ‘aanvullend onderzoek’ een ‘gezamenlijke oplossing’ te vinden. De gemeente ging daar niet op in, waarna Albemarle beroep instelde tegen het volledige plan.

De kwestie is inmiddels in de Raad van State uitvoerig besproken, waarna de Raad besloot ‘aanvullend advies’ te vragen aan de onafhankelijke Stichting Advisering Bestuursrechtspraak inzake Milieu en Ruimtelijke Ordening. Inmiddels staat de planning van het Hamerkwartier on hold. De Raad van State wil voor half 2023 een uitspraak doen.

Continuïteit

Eerder al, in september, is Albemarle door de RvS in het gelijk gesteld met zijn klacht dat de herziening van het bestemmingsplan te weinig rekening hield met de continuïteit van zijn bedrijfsvoering. De Raad verzocht de gemeente Amsterdam het belang van het bedrijf ‘in heroverweging te nemen’.

Vrachtwagens

De 5000 ‘vervoersbewegingen’ (lees: vrachtwagens) per jaar van en naar de katalysatorenfabriek zullen veel belastender worden als ze straks via Zamenhofstraat en Johan van Hasseltweg door de nieuwe woonwijk voeren. Het bedrijf stelt daarom voor zijn producten voortaan ‘emissievrij te vervoeren via het water’. Albemarle zou daarmee alvast ‘op tijdelijke basis’ kunnen starten. 

“Helaas is de vergunningaanvraag van Albemarle terzijde gelegd” klinkt het, enigszins teleurgesteld. Ook stelt het bedrijf: “De gemeente laat grote kansen onbenut voor de verduurzaming van Amsterdam”. Het bedrijf heeft door zijn productieproces namelijk ‘24 uur per dag’ genoeg restwarmte beschikbaar om de huizen in het Hamerstraatkwartier ‘eenvoudig en goedkoop’ te verwarmen en stelt deze ‘kostenneutraal’ beschikbaar.

In het IJ

Na de Russische inval in Oekraïne verzocht de toenmalige wethouder Van Doorninck Albemarle om ‘mee te denken’ over de energieproblemen van de stad. Nu, acht maanden later, constateert het bedrijf: “De gemeente laat in haar warmteplannen echter geen ruimte voor de levering van restwarmte en laat deze liever in het IJ lopen.”

De gemeente Amsterdam reageert: “Het onafhankelijke advies van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak zorgt voor extra zorgvuldigheid. We wachten de uitspraak van de stichting af.” Over de kwesties van vervoer over het water bij Albemarle en het benutten van restwarmte, kwam nog geen gemeentelijke reactie.