Meine Fernhout schreef het boek ‘Red mij niet’

Algemeen
Boek
Boek (Foto: aangeleverd)

BERGEN  -“Ik reed op de A9 en opeens, natuurlijk niet echt, maar toch, zag ik het beeld van een man die uit een gecrasht vliegtuig strompelde, over de velden. In die seconde wist ik hoe ik het moest doen, het schrijven over mijn twaalf jaar oudere broer.” Zo begint Meine Fernhout te vertellen over ‘Red mij niet’, zijn derde boek. Meine is een paar dagen terug in Bergen, waar hij jaren met zijn vrouw woonde aan de Dorpsstraat. “We hebben ook een huis in Frankrijk, helemaal in de stilte. Maar we zoeken weer iets in Bergen, hoor, maar dan kleiner.” Want het was wel in Bergen waar hij, in het schrijvershuisje bij de voormalige kunstboerderij aan de Voert, uiteindelijk tot dit boek kwam. Dat uitzicht daar…dat was nodig.“

door Ed Bausch

“Weerbaarheid tegenover niet weten hoe te leven”

“Misschien heb ik mijn eigen weerbaarheid wel te danken aan de ellende van mijn broer.” 

Eigen weerbaarheid te danken aan broer

Zo schrijft Meine het op in een mail, waarin hij vertelt over zijn derde boek ‘Red mij niet’. Wat later ontmoeten we elkaar en dan zegt hij: “Mijn leven lang ben ik spaarzaam omgegaan met wat er gebeurde met mijn twaalf jaar jongere broer. Nu ik het zo heb opgeschreven, geromantiseerd, is het beter te plaatsen, is het als het ware van werkelijkheid naar fictie gegaan.”

Grote wereld

Het beeld van de wegstrompelende man hielp hem de vorm te vinden om te schrijven over zijn broer, die uiteindelijk dan toch het leven verliet toen Meine (Velsen, 1946) in zijn twintiger jaren was. De broer met wie hij zoveel had meegemaakt, ondanks het leeftijdsverschil. De broer voor wie hij een plaats in een inrichting regelde, misschien opdrong. “Maar die dus eigenlijk niet gered wilde worden. Dat wou die uit het vliegtuig wegstrompelende man ook niet, hij liep te vroeg weg, voordat de redders kwamen. Ik moest als jongeman het lichaam van mijn broer identificeren, dat was aan komen drijven tussen de pieren van IJmuiden. Hij had het een keer gezegd, tegen mij als kleine jongen: ‘Je moet niet verbaasd zijn als ik er op een dag niet ben.’ 

‘Je moet niet verbaasd zijn als ik er op een dag niet ben’

Dat is natuurlijk een enorm groot iets, als je grote broer je in vertrouwen zoiets zegt. Ik wist toen ook niet wat hij er mee bedoelde, dacht hij wilde emigreren of zoiets. Later werd het duidelijk, dat hij eigenlijk had gezegd: ‘Ik weet niet hoe te leven’. Eigenlijk heb ik er een leven lang, en nog, weerbaarheid tegenover gezet. De wereld is altijd groter dan dat ene waar je op dat moment mee rondloopt.”

Houdini

Meine werd, nog in HBS-tijd, gitarist in de roemruchte Bintangs. Hij studeerde sociale wetenschappen, werd journalist, docent, hoofd educatie bij het Frans Hals Museum en uiteindelijk directeur van de Academie voor Beeldende Vorming, nu de Breitner Academie. Maar nu dus dat schrijven.

Ja, ik beschouw mezelf nu dus wel als schrijver

“Ja, ik beschouw mezelf nu dus wel als schrijver. Alles, werkelijk alles is materiaal, altijd en overal. Van mijn broer heb ik geleerd dat pijn bestaat. Het is er. Aartsoptimisme heb ik er tegenover gezet. Mijn broer vroeg eens of ik Houdini kende, de man die zich liet ketenen, maar altijd wist te ontsnappen. Misschien zijn we allebei wel een Houdini, denk ik soms. Hij de ene kant op, ik een andere. In het boek ben ik zelf ook aanwezig, onder een andere naam.”

Carrousel van gevoelens

“Woede, verbazing, onbegrip, verwondering. Al die jaren heb ik dat allemaal om beurten bij me gedragen in een voortdurende carrousel van gevoelens over de gebeurtenissen van toen. Door mezelf als een verzonnen persoon in de situatie met de andere verzonnen persoon in het boek te plaatsen ben ik het gaan begrijpen. En heb ik dus dit keer een echt persoonlijk boek geschreven. In de Franse rust denk ik wel eens of mijn broer het in zo’n stabiele omgeving, een muur van geborgenheid, wel gered zou hebben.” Zo staat het ook in het nawoord van ‘Red mij niet’, een indrukwekkend, meeslepend relaas, de roman van schrijver Meine Fernhout. Op de cover de Walking Man, een werk van zijn vrouw Marijtje van der Horst.