Peter Rehwinkels boek verschenen over Nederlands’ eerste Prinses van Oranje

Column
Afbeelding
((Foto: aangeleverd)

BERGEN - Peter Rehwinkel, de deze maand afgezwaaide waarnemend burgemeester van Bergen, besloot 19 maanden geleden dat hij een boek over de staatsrechtelijke situatie van kroonprinses Amalia wilde schrijven: Amalia – De plicht roept. Het werd maandag gepresenteerd in de Waalse Kerk in Den Haag. Remco Meijer, Koninklijk Huis-verslaggever van de Volkskrant spreekt daar met Martine van Loon- Labouchere, honorair grootmeesteres van het Koninklijk Huis, Paul Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht en Jeroen Snel van Blauw Bloed. Een tweede druk van het boek is al ingezet door uitgeverij Prometheus over Amalia die op het moment dat Willem-Alexander op 30 april 2013 werd ingehuldigd als koning, nog geen tien jaar oud, Nederlands’ eerste Prinses van Oranje werd.

Peter Rehwinkel: ‘De achttiende verjaardag van Amalia op 7 december a.s. is een goede aanleiding om vanuit staatsrechtelijke-historische invalshoek aandacht aan haar positie te schenken. En natuurlijk geef ik ook een beschrijving van Amalia persoonlijk, vanuit haar naaste omgeving. Ik ben in 1991 gepromoveerd op een proefschrift over de staatsrechtelijke positie van de Nederlandse minister-president. Zowel in de Eerste als Tweede Kamer behartigde ik de portefeuille staatsrecht. Daarin werd het Koninklijk Huis een steeds belangrijker onderdeel, bijvoorbeeld ook door de verloving en het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima. Ik mis wel eens dat er met kennis over dit onderwerp wordt gesproken. Daarom wilde ik een soort naslagwerk maken. Het gaat toch om onze toekomstige koningin.’

Raad van State ‘binnengeleid’

Peter Rehwinkel heeft niet met Amalia zelf over haar toekomstige positie gesproken. ‘Wel met mensen van het hof en de directe ondersteuning. Ook was een gesprek met Mark Rutte mogelijk, maar ook heb ik Alexander Pechtold en Jet Bussemaker bezocht.’ Prinsjesdag van deze week was de laatste zonder Amalia. ‘Volgend jaar zal ze er waarschijnlijk bij zijn.’

Als kroonprinses Catharina-Amalia Carmen Victoria 7 december 18 wordt, neemt ze officieel zitting in de Raad van State. Rehwinkel: ‘Ze wordt dan – zoals dat officieel heet – “binnengeleid”. Ik heb over haar toekomstige rol met de (vroegere) vice-presidenten Thom de Graaf en Herman Tjeenk Willink gesproken. Zij worden dan ook de onderkoning van Nederland genoemd. De koning is voorzitter van de Raad van State.’

Er zijn diverse prinsessen geweest met de naam Amalia. Het dichtst daarbij komt Catharina Amalia van Solms-Laubach (1654-1736). Ze trouwde met de achterkleinzoon van Willem van Oranje, Filips van Hessen-Philippsthal. Zij was op haar beurt weer familie van Willem van Oranje. Behalve beide voornamen heeft de huidige prinses Catharina-Amalia nog iets met de toenmalige Catherina Amalia gemeen: de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag. Prinses Amalia werd er gedoopt, Amalia van Solms-Laubach is er met haar echtgenoot begraven. Bij de doop liep koningin Beatrix het Latijnse grafschrift met wat hulp woord voor woord na. Bijzonder is ook dat wanneer Amalia de Raad van State wordt ‘binnengeleid’ dat gebeurt in Paleis Kneuterdijk, waar haar naamgenote Amalia van Solms woonde toen zij achttien jaar oud was. De gravin arriveerde er in 1620 als hofdame in het gevolg van de winterkoning en winterkoningin van Bohemen.

Amalia is volgens de auteur de eerste Nederlandse Prinses van Oranje. Ze beweegt zich gemakkelijk. Al op jonge leeftijd kon ze een gesprek gaande houden zoals na de kerkdienst in de Wassenaarse dorpskerk of wanneer ze naast een burgemeester zit. Ook in gesprek met NOS-presentatrice Astrid Kersseboom tijdens een van de vele live-uitgezonden Koningsdagen. Amalia wil nog wel ‘een gap-year’ meemaken voordat ze zich stort op studeren. Dat is de reden waarom ze afziet van de uitkering en onkosten waar ze volgens de wet recht opheeft. Ze vindt dat ongemakkelijk, omdat ze ziet dat andere studenten het zoveel moeilijker hebben.

Peter Rehwinkel geeft een beeld van het ontstaan van de Prinsen van Oranje, zoals Reynaert (ook wel René) van Nassau (1519-1544). Hij was graaf van Nassau en werd later stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre en Zutphen. Hij erfde in 1530 het prinsdom van zijn kinderloos gestorven oom. Filibert van Chalon. René werd daarmee de eerste Nassau die zich Prins van Oranje mocht noemen en door bezit van het prinsdom als soeverein vorst gold. Het belang van de Franse stad Orange, met nog geen drieduizend inwoners was groot. Als Prins van Oranje was deze Nassau niet ondergeschikt aan de Franse koning en Duitse keizer en evenmin aan de paus, die over het nabijgelegen graafschap Venaissin regeerde. Voorwaarde voor het verweren van het prinsdom was wel dat René de naam en het wapen van Chalon aannam. Zo sdtond hij ook bekend als René van Chalon met als wapenspreuk ‘Je maintiendray Châlons’.

Signeersessie

Peter Rehwinkel besteedt uitgebreid aandacht aan de namen en titels van de jonge prinses. Als ze eenmaal koningin zal zijn, horen haar meer dan veertig adellijke titels toe. Rehwinkel schrijft over haar eerste liefde, de mediacode en haar studie. Wordt het net als Willem-Alexander de door Willem de Zwijger opgerichte Universiteit van Leiden of een universiteit in het buitenland? Ook zijn er in het boek bespiegelingen over partnerkeuze en wat volgt als ze de koningin wordt. En de inhuldiging wanneer die komt, maar dat ligt nog ver in het verschiet.

Vrijdag 24 september 17.00 uur signeert Peter Rehwinkel zijn boek Amalia – De plicht roept in de Eerste Bergensche Boekhandel. ‘Leuk om even terug te zijn in Bergen voor een signeersessie!’

Afbeelding
Afbeelding