Gastcolumn Duinstichting: Jan van Heerwaarden

Column
Jan van Heerwaarden bij zijn geboortehuis in de Schoorlse Duinen aan de Lovinkslaan
Jan van Heerwaarden bij zijn geboortehuis in de Schoorlse Duinen aan de Lovinkslaan Foto: aangeleverd

In de gastcolumn van de Duinstichting - editie november - vertelt boswachterszoon Jan van Heerwaarden over bosnimfen, faunen en satyrs van vroeger en geesten van deze tijd.

Boswachterszoon Jan van Heerwaarden is in 1956 geboren aan de Lovinkslaan in de bossen van de Schoorlse Duinen. Na de mavo volgde hij de Hoveniersopleiding en is al 34 jaar als buitenterreinmedewerker werkzaam bij Vezet, het bekende groenteverwerkingsbedrijf in Warmenhuizen. Daarnaast is hij amateurfotograaf en natuurbewonderaar. Daar vertelt hij over:

‘Allerlei mensachtige wezens van diverse pluimage, zichzelf voortsnellend op tweewielers, of soms zelfs op meerwielers, al dan niet geëlektrificeerd, om zich zo snel mogelijk van A naar B te verplaatsen, maar ook het voetvolk, domineren het beeld van de Schoorlse duinen.


Niet altijd blijk gevend dat ze de omgeving die aan hen voorbij schiet ook echt hebben gezien. Dus niet bepaald een rustig ‘natuurgebied’, zeker ook de mobiele communicatieapparatuur niet buiten beschouwing latend.
In vergetelheid is gebracht dat, een iets langere tijd geleden, het duinlandschap er zeer woest uitzag, en waar nauwelijks, duidelijk zichtbaar, leven mogelijk was, in welke vorm dan ook. Vergeet niet dat de schoonheid van dit gebied, in deze hoedanigheid, er niet was geweest, als er niet steeds werd uitgeprobeerd met allerlei soorten bomen en struiken om de menselijke nederzettingen te beschermen tegen het zich steeds maar verplaatsende stuifzand. Helmgras alleen was niet de oplossing. Met allerhande naaldbomen, maar ook diverse soorten loofbomen en struiken, werd geëxperimenteerd.


Naaldbomen, zoals onder andere grove dennen, sparren en bergdennen, en op sommige plaatsen ook de wonderschone Pinus Contorta oftewel de ‘draaiden’ en de ‘zwarte den’.


Blijk gevend van de vestigingskans was de Zwarte Corsicaan en de Oostenrijker het meest succesvol.
Misschien teleurstellend dat de overige bomen sneller het loodje legden op deze woeste gronden, maar bomen en struiken en andere gewassen zagen later hun kans, al dan niet met behulp van noeste werkers. Ze hadden hun basis gevonden door hun voorgangers.
Mooie dingen hebben hun tijd nodig om zich te ontplooien, naar gelang hun leefomstandigheden, zoals de wonderschone ‘dennenorchis’, die pas gaat gedijen in een dennenbos ouder dan zestig jaar.


Een heuse boomkwekerij, Staring was daarin een meester, bood de mogelijkheid voor uitprobeersels ter aankleding van het duingebied: mooie gemengde gebiedjes met zomereiken, Amerikaanse eik, berk, tamme kastanjes, esdoorns, berken enzovoorts.
Na vele jaren ontstond er een leefgemeenschap met natuurlijk ook dierlijk leven, waaronder ook insecten, mossen en paddenstoelen die heel bijzonder van verschijningsvorm zijn en zeer zeldzaam. En bijna nergens anders, op natuurlijke wijzen voorkomen, dan in Schoorl. Heidegebieden ontstonden spontaan.


Door dunningsonderhoud van de dennenbossen ontstond meer licht en lucht en mogelijkheid voor andere plantengroei. De bosnimfen, faunen en satyrs begonnen zich hier thuis te voelen, en zorgden voor kracht en verzorging. Vooral de satyrs die wellustig en plagerig hun best deden, gezien de vele ‘grapjes’ die in deze ontstane leefgemeenschap te bewonderen zijn, in de vormgeving van bomen, struiken en paddenstoelen.


Dunningen van dennen werd uitgevoerd met bijl en handzaag, en later met kettingzagen. Deskundige bos- en duinmedewerkers beoordeelden iedere boom serieus op grootte en gezonde groei. De goede groeiers werden gespaard en de minder goede werden gemerkt (‘geblest ’). De omgezaagde bomen werden uitgesleept met behulp van sterke paarden.
Hout werd verhandeld voor stutten van mijngangen en o.a. voor de papierindustrie. De overgebleven stobben boden leven aan o.a. paddenstoelen, insecten enzovoort. Dus verplegen, uitdunnen, goed groeiende bomen sparen, slechte groei verwijderen, licht en lucht creëren. Jankende kettingzagen voor een goed doel.
De geesten van deze tijd doen dat met ontploffingsmachines, zoals Marten Toonder dat zo mooi kon verwoorden, gelijkend op een bidsprinkhaan die haar partner tijdens de paring aan het oppeuzelen is. Ook wel herinnering oproepend aan de magistrale sciencefictionserie op tv zoals The Thunderbirds uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Andere ontploffingsmachines slepen de bomen weg en stapelen ze op voor vervoer naar elders.

Gelijksoortige ontploffingsmachines zijn op sommige plekken in het duingebied veranderingen aan het aanbrengen in opdracht van lieden die terug willen naar de verstuivingen en ook omvorming van dennenbossen tot ‘Atlantisch duinbos’ met slechts tien procent dennen. De geesten van deze tijd dus. Maar om dit op zo’n rigoureuze manier te gaan doen is toch niet zo’n geslaagd idee. Want wat krijgen we daar voor terug? Van alles of niets!? Wie zal het met zekerheid kunnen vertellen.

Bepaalde groeperingen komen in actie om het tij te keren. Zodat de eerder genoemde lopers en wielers toch kunnen blijven genieten van hun vorm van beleving van het Schoorlse bos en duingebied. Er waren tijden dat veel van de gebieden serieus werden geïnventariseerd en in kaart werden gebracht, om ons duidelijk te maken wat er allemaal groeide en bloeide en hun leefgebied had. Dat waren bevlogen bos- en duinmedewerkers die nog tot laat in de avond daarmee bezig waren. In mijn herinnering zie ik mijn vader nog aan tafel zitten, bezig met tekenen en schrijven op transparant papier.


Koester de schitterende en unieke plekken die je nergens anders tegenkomt. Kijk maar eens naar het Frederiksbos, het Baaknolbos en vooral het Leeuwenkuilbos bij Schoorl aan Zee. Daar voel je de aanwezigheid van de bosnimfen, de faunen en de satyrs. Want die voelen zich daar thuis. Dit is een mysterieuze, magische en euforische ervaring. Daar moet je vanaf blijven. Het Dr. Van Steijnbos is helaas al beschadigd/vernietigd. En de contorta’s zijn voor het grootste deel ook al gekapt. Dramatisch. Voor mijzelf heel emotioneel. Dus wat mij betreft liever géén allesvernietigende ontploffingsmachines meer in het Schoorlse Duingebied. Maar op plaatsen waar het nodig is, alleen maar zagen en paarden. Er zijn vast wel vrijwilligers en werklozen die na een goede opleiding het gebied kunnen gaan onderhouden. Maar niet op de manier zoals de geesten van deze tijd dat voor ogen hadden. De geesten van deze tijd zullen met steun van de bosnimfen, de faunen en de satyrs tot een bevredigend compromis komen. Daar ben ik stellig van overtuigd!’

Lees de gastcolumn van de Duinstichting na op www.duinstichting.nl en www.schoorlsebosmoetblijven.nl

Jan van Heerwaarden voor een draaiden, oftewel Pinus contorta
Jan van Heerwaarden