Column Kees de Bakker

Hedy d’Áncona gastspreker bij herdenking Kamp Schoorl

Cultuur
Afbeelding
(Foto: )

Lees hier de nieuwe column van Kees de Bakker over (een exclusief vraaggesprek met) Hedy d’Ancona die spreekt bij herdenking Kamp Schoorl.

Door Kees de Bakker

Herdenking Kamp Schoorl 8 juni over ‘Leven met oorlog’

Het jaarthema van de Nationale Stichting 4 en 5 mei is ‘Leven met oorlog’. Daarmee vraagt het landelijk comité aandacht voor de impact van de oorlog op individuen, families en samenleving. Net als burgemeester Lars Voskuil besteedde Hedy d’Ancona gisteren als spreker tijdens de herdenking van Kamp Schoorl, ook uitgebreid aandacht aan dat thema. Dat vertelde ze mij in een kort vraaggesprek. Hedy (1937) maakte furore als medeoprichtster van de actiegroep Man-Vrouw-Maatschappij en het blad Opzij. Ze was staatssecretaris van Emancipatie en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur, en naast Eerste Kamerlid ook tien jaar lid van het Europees Parlement. Ze publiceerde recent twee boeken bij Nijgh & Van Ditmar: in 2021 Vrolijk verval en in 2022 Kouwe kermis. Ze vertelde mij openhartig over de kern van haar betoog bij het herdenkingsmonument van het kamp aan de Oorsprongweg in Schoorl. Het was de tweede keer dat ze dat deed, eerder sprak ze hier in 2014.

Hedy d’Ancona: ‘Hoewel ikzelf als overlever van de Tweede Wereldoorlog jarenlang acties voerde onder de leus “Nooit meer oorlog” en de eenwording van Europa ook als onderdeel zag van die strijd, moet ik nu wel inzien dat vele gruwelijke oorlogen elders plaatsvonden, zoals in Azië, Afrika, in Joegoslavië, in het Midden-Oosten. En nu, heel dichtbij, in Oekraïne.’

Oorlogstrauma’s voorkomen

‘De bedoeling van de leus “Leven met oorlog”, is dat we ons realiseren dat ook na het beëindigen van oorlogen, de gevolgen daarvan worden doorgegeven aan volgende generaties. Angst, haat en somberheid gaan vaak over van moeder op dochter, van vader op zoon. Oorlogstrauma’s zijn als rimpelingen in het water, waarin een steen wordt gegooid. Het is goed om ons dat te realiseren. Dat is het begin van bevrijding voor degenen die dat aan den lijve meemaken. Het helpt ook om begrip te hebben voor vluchtelingen en hun kinderen. Ik ben daarom ook ambassadeur voor Warchild, de organisatie die wil bijdragen om oorlogstrauma’s bij kinderen te voorkomen. Ik zag met eigen ogen in Uganda en enkele weken geleden nog in Libanon hoe effectief dat is.’

‘Maar er zijn ook mensen die hun activisme en inspiratie juist ontlenen aan de verschrikkingen van de oorlog. Wier leidraad het is: nooit meer racisme, nooit meer democratie. Mijn vader werd gedeporteerd en vermoord op zijn zesendertigste. Hij blijft voor mij altijd die jonge man, die ik bijna een halve eeuw overleefde, maar nog steeds mijn inspiratiebron is.’

Tot slot wil ze kwijt dat ze met plezier voor de tweede keer een toespraak houdt. ‘En graag kom, omdat ik het een mooie herinneringsplek vind. Een prachtig monument, met echte betrokkenen uit de buurt, waaronder vijftig kinderen die aanwezig zijn bij de herdenking.’ Deze kinderen van basisschool Teun de Jager en Kindcentrum Het Klimduin verzorgden gisteren voordrachten bij de herdenking, waarna het Jizkor door rabbijn S. Spiro, gevolgd door een minuut stilte en bloemlegging.

Boek Albert Boer

De eerste gevangenen die in Kamp Schoorl verbleven waren 427 Joodse mannen, die tijdens de razzia’s van 22 en 23 februari 1941 werden samengedreven op het Jonas Daniël Meijerplein in de hoofdstad. Dit leidde tot de beroemde Februaristaking. Op 11 juni 1941 was er weer een grote razzia. Daarbij werden 310 Joodse mannen opgepakt en in Kamp Schoorl gevangengezet. Voor 1900 mensen is Schoorl de eerste etappe geweest naar de concentratiekampen. Meer dan 1000 van hen zijn nooit teruggekeerd. De verhalen van de overlevenden werden door Albert Boer beschreven en uitgegeven in het boek Het kamp Schoorl, waarvan de eerste twee drukken verschenen bij de Papierwerkplaats van Scorlewald. De derde druk kwam uit in 2007 bij uitgeverij Conserve in nauwe samenwerking met het comité Kamp Schoorl, ondersteund door gemeente Bergen en andere instanties. En een redactiecommissie, bestaande uit Jan Blok, Ela Hulshoff, Wil Janssen (fotoarchief) en ikzelf. Wil de Bie maakte de omslagtekening en Henk ten Berge de bijzondere inleiding, waarin hij als jongetje de weinig vrolijk makende pet met de doodskop zag van kampcommandant Berg van Kamp Schoorl. Dat overkwam hem in het voormalig Elisabethziekenhuis in Alkmaar, waar Bergs zoontje (‘Ottokind’) in dezelfde zaal lag als Henk, die er lag omdat zijn amandelen eruit moesten. Berg werd in 1949 geëxecuteerd nadat hij tal van wreedheden begaan had in Kamp Amersfoort. Tijdens die executie riep Berg zelf: ‘Vuur!’ tegen het executiepeloton in Fort Bijlmer in Weesperkarspel.


Kees de Bakker - Archief RM

Kees de Bakker

Afbeelding
Afbeelding