Nieuwe column Marc Tangel: Metamorfose

Algemeen
Afbeelding
(Foto: privéfoto)

Vorige week stond ik met mijn fiets te wachten op de kruising van de Laan van Meerdervoort en de Waldeck Pyrmontkade, toen ik mij ineens realiseerde dat ik aan de overkant naar een gloednieuw gebouw stond te kijken. Heeft u dat ook wel eens, dat je al zo lang niet meer op een bepaalde plek bent geweest dat dit soort veranderingen je als een bliksemschicht treffen? Of, nog erger, dat je je niet meer voor de geest kunt halen welk gebouw er tot voor kort eigenlijk nog stond? Het zijn de kleine metamorfoses die een stad onopgemerkt veranderen, tot op een dag het besef komt dat het oorspronkelijke stratenplan volledig is weggevaagd. Het doet me een beetje denken aan die tekst op de overlijdenskaart van mijn oma: sterven doe je niet ineens, maar af en toe een beetje.

Ik was op weg naar Scheveningen. Het weer zat deze middag behoorlijk mee, dus ik besloot een klein stukje om te gaan via de Scheveningseweg. Een smalle fietsstrook door dik bebost gebied, wat het uitzicht, zelfs met zonnebril, zo af en toe vertroebelt. Ik moest dus goed opletten op de dame die voor mij reed, want een kop-staart botsing zou in deze omgeving tot catastrofale opstoppingen leiden voor het overig fietsverkeer. Hoewel ze al beschikte over een elektrische tweewieler, reed mijn voorligger dezelfde snelheid die ik op eigen kracht wist te bereiken. Een voorzichtige dame dus, maar dat viel ook wel te destilleren uit de grijze overjas die zij droeg en de volgestouwde fietstassen aan haar bagagedrager. De zilvergrijze haren, die oplichtten uit de smalle straaltjes zon die door het dikke bladerdak boven de weg wisten door te dringen, maakten haar er ook niet jonger op. Ik schatte haar eind vijftig.

Die éne fietstocht naar Scheveningen had haar een kwart eeuw jonger gemaakt.’

Een tijdje reden we op gepaste afstand achter elkaar aan, tot ik haar bij de kruising met de Johan de Wittlaan iets dichter wist te naderen. In het volle zonlicht bleek mij nu dat het wel meeviel met die grijze haren. Ja, er viel zeker een zweem te bespeuren, maar onder dit oppervlakkige laagje zag ik toch vele lokken die het midden wisten te houden tussen zeer donkerblond en ernstig lichtbruin. Het maakte haar jaren jonger. Ik schatte haar nu ergens in de veertig.

Inmiddels waren de verkeerslichten al op groen gesprongen, zodat het tempo weer verhoogd werd. Het bladerdak bood inmiddels weinig schaduw meer, zodat de dame voor me besloot zich te ontdoen van haar grijze overjas. Al fietsend bevrijdde zij eerst haar linker arm uit de mouw, waarna zij met deze hand het stuur weer beetpakte en vervolgens haar rechterarm uit het omhulsel begon te wringen. Nadat zij ook haar ceintuur had losgemaakt begon zij, nog steeds rijdend, het geheel met haar linkerhand tot een handzame prop te persen die zij vervolgens, op de tast, in de linker fietstas wist op te bergen. Het korte, fleurige jurkje dat onder dit alles vandaan kwam, was een wending die ik niet aan had zien komen. Nee, ouder dan 35 kon deze dame echt niet zijn! Die éne fietstocht naar Scheveningen had haar een kwart eeuw jonger gemaakt. En welke schoonheidscrème kan daar nu tegen opbieden?