Eerste Wereldoorlog is een passie voor Aart Leijen

Algemeen
Aart Leijen uit Sint Pancras heeft een passie voor de Eerste Wereldoorlog.
Aart Leijen uit Sint Pancras heeft een passie voor de Eerste Wereldoorlog. (Foto: Fer Korver)

SINT-PANCRAS – De in Sint Pancras geboren en getogen Aart Leijen (74) heeft een passie voor de Eerste Wereldoorlog. Zo bezocht hij welgeteld dertig keer de slagvelden in het Franse Montfaucon-d’Argonne. Dat deed hij veelal samen met vrienden, zijn vrouw en vier dochters. In september staat de volgende reis op het programma.

Aart volgde de lagere Tuinbouwschool in Broek op Langedijk. “Maar nadat ik mijn diploma had behaald wilde ik niet bij het bedrijf van mijn vader gaan werken. Ik koos voor het ruime sop. Met toestemming van mijn ouders - ik was nog geen vijftien jaar – solliciteerde ik bij de kustvaart. Dat heb ik een jaar of vier gedaan en na een jaartje bij de chipsfabriek van Smiths te hebben gewerkt heb ik een jaar of zeven kabels gelegd bij het Alkmaarse bedrijf Stam. Verschillende baantjes volgden, waaronder het onderhouden van veel tuinen. Iets wat ik nog steeds doe. Je moet bezig blijven en niet achter de geraniums gaan zitten.’’

Passie 

De passie voor de Eerste Wereldoorlog ontstond na het lezen van een boek. “Dat was in 1984. Ik heb dat boek in één adem uitgelezen. Wat hebben die mensen daar veel ontberingen meegemaakt! Ze zaten onder de luizen en vlooien… Echt met de blote poten in de blubber. Wat een bende. Ik kreeg meteen aandrang om die monumenten en bijzondere plekken met eigen ogen te bekijken. Via mijn dochter Damienne kwam ik erachter dat er in Schagen een museumpje was dat veel over de Eerste Wereldoorlog vertelde. Daar is het allemaal begonnen.’’ 

De eerste keer naar de slagvelden vergeet Aart nooit. “Een vriend, Gerrit Jurriaan uit Noord-Scharwoude, wilde in Frankrijk een vriend bezoeken die hij 25 jaar niet had gezien. Hij vroeg of ik mee wilde en zodoende konden we de reis combineren. We zijn daar drie dagen geweest. Ik bezocht een museum en heb van mijn bezoek aan Frankrijk een verslag van gemaakt. Iedereen was erg geïnteresseerd en zo ontstonden de reizen met steeds twaalf personen. Ik denk dat ik er wel dertig keer geweest ben.’’

Maarten en Didi

De laatste reis naar Frankrijk was afgelopen mei. “Samen met mijn vrouw en vier dochters. We verbleven in de gerestaureerde Chambres & Table d’Hotes van Maarten en Didi Otte. Dat zijn Alkmaarders die daar wonen en in het hotel ook een museum hebben ingericht. Maarten heeft ruime kennis van de veldslagen van WO I en treedt veelvuldig op als gids in het gebied. In zijn privémuseum staat hij stil bij de Duitse bezetting van 1914-1918. Het zwaartepunt ligt echter bij de Amerikaanse aanval van 26 september tot 11 november 1918, waarbij ruim een miljoen ‘Doughboys’ betrokken waren: het Meuse-Argonne offensief. Het museum beschikt over een uitgebreide collectie aan bodemvondsten, diorama’s, uniformen en wapens, tot aan persoonlijke stukken met ieder een eigen verhaal.’’ 

Er is veel te zien in de regio, bijvoorbeeld in Verdun en in de Argonne. “Een bezoek aan de Amerikaanse begraafplaats in de Romagne is bijzonder indrukwekkend en zeker de moeite waard. Wat verder interessant is, is het loopgravenmuseum in Chattancourt. Dat ligt ongeveer twintig minuten rijden van Verdun en hier is een van de loopgraven herbouwd, exact zoals deze in de oorlog in gebruik was.’’ 

Aart kan er geen genoeg van krijgen en gaat in september nogmaals naar Frankrijk. “Samen met een van mijn dochters, dus dat wordt weer genieten.’’

American Cementary.
Tranchee de Chattencourt.