Esther Wolfswinkel werkt het liefst 8 dagen per week

Algemeen
Afbeelding
(Foto: AGHeeremansPhotography)

OUDKARSPEL - Het is even wennen hoor, voor de zingende kapster of knippende zangeres Esther Wolfswinkel- Glas uit Oudkarspel. “Normaal ben ik het die altijd luistert naar mijn klanten en degene die de vragen stelt. Ik ben helemaal niet gewend om over mezelf te vertellen. Ik ben ook heel benieuwd wat jij gaat schrijven!”

Eenmaal op de praatstoel gaat dat vertellen haar prima af. Over haar jeugd bijvoorbeeld, rooskleurig begonnen aan de Laanweg in Oudkarspel, maar wat rond haar zestiende veranderde toen ze als puber een hoop te verstouwen kreeg. “Mijn beste vriendin pleegde zelfmoord en ik werd geconfronteerd met groot verdriet en emoties waar ik niet over kon praten. Ik zette me af tegen mijn ouders, besloot de emotie ‘boos’ te kiezen als overlevingsstrategie en was helemaal klaar met school en dingen ‘moeten’.” Tussen Esther en haar ouders verliep het moeizaam, Esther was hele dagen weg en als ze wel thuis was, was ze niet te genieten. Ze ging bij haar opa en oma wonen in Petten. “Daar kwam ik tot rust, de afstand was goed. Ik slaagde op het nippertje voor de Mavo en ging een tijdje aan het werk.”

Toen het tijd was een keuze te maken voor een vervolgopleiding werd het de kappersschool. “Een paar nichtjes van mij deden het ook en dat leek me wel leuk. Op de kappersopleiding dachten ze allemaal dat ik verkeerd zat. Ik zag eruit als een punker en had m’n halve hoofd kaalgeschoren”, lacht ze. “Maar het kwam goed, ik bleek het heel leuk te vinden en er behoorlijk goed in te zijn.” Na in een aantal salons te hebben gewerkt ging ze in 2008 voor zichzelf beginnen, in een ruimte speciaal gebouwd achter het huis van haar en haar toenmalige man. 

Toen de kinderen tien en twaalf jaar oud waren, besloten Esther en haar ex uit elkaar te gaan. “Dat was een moeilijke tijd maar omdat de liefde bij allebei over was, was het ook goed zo. We hebben altijd bij elkaar in de buurt gewoond en de kinderen waren net zo graag bij hun vader als bij mij thuis. Ook nu nog kan ik het prima met hem vinden.” 

Na haar scheiding werd ze verliefd op een gitarist, ene Willem Glas, die echter out of her league was. Vond ze zelf. “Ik vond hem geweldig. Knap en mysterieus ook wel. Hij was geen allemansvriend, en op het podium ook vrij in zichzelf gekeerd. Hij liet sowieso absoluut nooit merken überhaupt wat in mij te zien.” Tot ze met hem aan de praat raakte op het Indian Summer Festival, nu 10 jaar geleden. “We zijn de hele dag met elkaar opgetrokken en bleken een enorme klik te hebben. En in mei van dit jaar zijn we getrouwd!” Ze leven samen, zitten beide in de band Kuuks en vormen ook het muzikale duo Lady en de Vagebond. “We zijn gewoon een goed stel. Met muziek als rode draad in ons leven.” 

Het talent voor zingen heeft ze van de familie Wolfswinkel. “Opa was een bekend operettezanger, ik heb zelfs nog vinyl platen waar hij op zingt. Ik ging als kind ook op de operette en kreeg daar altijd wel grote rollen, maar ik vond het toneelspelen niet zo leuk. Ik stopte ermee toen ik een jaar of 16 was en zingen kwam op een laag pitje te staan.” Totdat zus Marije haar een paar jaar klater naar voren schoof bij een bevriend bandje die een zangeres zochten. “Of ik even langs kon gaan bij een repetitie, hup dat kun jij wel. Ik stond doodsangsten uit maar ben na een halve fles wijn wel gegaan. Of het zingen nou zo goed ging weet ik niet meer, maar er was meteen een hele goede klik”, lacht ze. Die band was Kuuks en de rest is geschiedenis! “Het eerste optreden was voor vrienden maar het tweede optreden was meteen in De Pieper. Doodeng. Ik wilde het liefst naast de drummer staan, niet teveel op de voorgrond. Ik was na een paar nummers echt kapot, puur van de spanning. Het toeval wilde dat de bassist onder stroom kwam te staan en met een ambulance moest worden afgevoerd. Het optreden was ook meteen klaar”, vertelt ze hard lachend. “Met de bassist is alles goed gekomen hoor! En tegenwoordig stap ik zonder een greintje onzekerheid op elk podium, van kermistent tot intieme trouwerij. Ook wat dat betreft heb ik een hele ontwikkeling doorgemaakt.”

Ze wist zelf overigens altijd wel dat het goed zou komen met haar. “Ik wilde alleen altijd iets anders dan van mij werd verwacht. Ik herken dat ook heel erg in mijn zoon Dirk. Die liet zich als kind ook niks vertellen, kleurde ook niet binnen de lijntjes. Maar door zijn positieve inslag en zijn humor was hij wel altijd geliefd bij leerkrachten. Ook toen hij op het Jan Arentsz op een gegeven moment geen reet meer uitvoerde en een beetje veel blowde, hebben ze hem toch geholpen om zonder papiertje op het ROC in Schagen te komen, waar hij zich enthousiast op de opleiding Economie stortte. Daarmee is hij nu een belangrijke spil in de kwekerij van zijn vader, die een eigen bedrijf heeft in Heerhugowaard, en is hij zich nog steeds aan het ontwikkelen en aan het bijleren. Als het maar interessant is hè, heel herkenbaar!”

Dochter Femke is van een ander kaliber, terwijl die qua uiterlijk als twee druppels water op haar moeder lijkt. “Dat is een enorme doorzetter, weet al heel lang wat ze wil en gaat daar dan voor. Die is in juni afgestudeerd als verpleegkundige, terwijl ze dyslectisch is, en is net begonnen op de afdeling cardiologie. Ik ben uiteraard megatrots. Op allebei!” 

Esther is zelf ook weer aan het studeren geslagen. “Ik doe de opleiding Aromatherapie. Dat klinkt misschien zweverig, mijn kinderen zeggen ook altijd: ‘O, mijn moeder is naar zweefles’. Maar het is zo logisch als wat en net als homeopathie al zo oud als de mensheid zelf. Denk maar aan de rustgevende eigenschappen van lavendel en de verkwikkende werking van pepermunt.” Essentiële oliën worden al jaren toegepast in cosmetica, als smaakstoffen in de voedingsindustrie en voor verschillende therapeutische doeleinden in de reguliere en alternatieve gezondheidszorg. “Als ik binnenkort, na tien toetsen, een aantal praktijkdagen en een afsluitend examen klaar ben, mag ik mij officieel therapeut noemen. Naast kapster, want ik blijf zeker knippen, dat is me veel te lief en uiteraard blijf ik ook zingen totdat ik erbij neerval, want dat is mijn lust en mijn leven. Maar het leven bestaat uit keuzes maken, dus ik zal het moeten gaan verdelen over de tijd die ik heb. Wat mij betreft had een week acht dagen mogen hebben hoor! Ook dát heb ik moeten leren: grenzen stellen en aangeven, want ik hol mezelf heel makkelijk voorbij: ik vind alles leuk en wil altijd iedereen helpen. Maar zoals het nu gaat ben ik volkomen tevreden. Ik ben een gezegend mens.” 

(door Marsha Bakker)

Afbeelding