Nadelige gevolgen bij overgang van onderneming niet altijd voor rekening van werknemers

Partnerbijdrage
Nadelige gevolgen bij overgang van onderneming niet altijd voor rekening van werknemers.
Nadelige gevolgen bij overgang van onderneming niet altijd voor rekening van werknemers. (Foto: Stockfoto)

Als sprake is van overgang van een onderneming naar een moeder- of zusteronderneming – of in sommige gevallen naar een derde onderneming – kunnen er nadelige gevolgen zijn voor de werknemers. Wat nu als de werknemer niet bij de werkgever wenst te blijven werken na overgang van de onderneming? 

Een arbeidsovereenkomst wordt op grond van artikel 7:665 BW geacht beëindigd te zijn op initiatief van de werkgever als de overgang van de onderneming een aanmerkelijke nadelige verandering teweeg brengt voor de werknemer. De werknemer moet wegens deze nadelige gevolgen hebben verzocht de arbeidsovereenkomst te beëindigen of op eigen initiatief de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet hebben voortgezet. In zo’n geval wordt gesproken van een fictieve opzegging door de werkgever. 

De rechter moet onderzoek doen naar de beweegredenen van de werknemer om de arbeidsovereenkomst niet te laten voortbestaan alsook of de aanmerkelijke verandering van de arbeidsvoorwaarden nadelig is voor de werknemer. Bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2022:1032) was sprake van zo’n fictieve opzegging. De werkgever besloot de productieafdeling over te plaatsen naar een zusteronderneming in Duitsland. Een werknemer heeft hierop laten dat het geen optie was om mee te gaan wegens de reisafstand van meer dan 450 kilometer. Deze omstandigheid werd door de rechtbank gekwalificeerd als een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden. Met deze ondubbelzinnige reactie op de overgang van onderneming werd de arbeidsovereenkomst geacht te zijn beëindigd op initiatief van de werkgever. Als er sprake is van een fictieve opzegging door de werkgever heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. 

De werkgever heeft, ook bij een fictieve opzegging, te maken met een opzegtermijn. Als de werkgever niet voldoet aan de opzegtermijn kan de werknemer op grond van geldende rechtspraak aanspraak maken op een vergoeding voor onregelmatige opzegging. Daarnaast bestaat in bepaalde gevallen recht op een billijke vergoeding als de werknemer immateriële schade lijdt als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.

Gaat de onderneming van uw werkgever over naar een moeder- of zusteronderneming en ervaart u hierbij nadelige gevolgen? Dan hoeft u daar niet zonder meer akkoord mee te gaan!!

Astrid Lof - Schipper en Lof Advocaten