Oekraïense nieuwkomers bij het Martinuscollege

Algemeen
Leerlingen van het Martinuscollege houden zich bezig met verschillende activiteiten.
Leerlingen van het Martinuscollege houden zich bezig met verschillende activiteiten. (Foto: aangeleverd)

GROOTEBROEK - In totaal hebben 23 kinderen uit Oekraïne zich als ‘recente nieuwkomer’ ingeschreven op het Martinuscollege in Grootebroek. Een kwetsbare groep leerlingen die in een voor hen onbekend land hun leven weer vorm moet geven. Onderwijs volgen hoort daar ook bij. Op het Martinuscollege hebben ze daar inmiddels ervaring mee.

Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne kwamen al snel de eerste leerlingen op het Martinuscollege. Leerlingen melden zich centraal aan, maken een taal-leerbaarheidstoets en een rekentoets en komen langs voor een intake gesprek. Op basis van de toets resultaten, het gesprek en de leeftijd van de kinderen, worden kinderen in een klas geplaatst.

Maatwerk

Antoine Reijns, voormalig teamleider van de school, is nu de algemeen coördinator voor deze groep leerlingen. Hij vertelt: “De leerlingen uit Oekraïne volgen een maatwerkrooster. Naast een aantal reguliere lessen met de klas is er ruimschoots de tijd om kennis te maken met het Nederlandse onderwijssysteem waardoor integratie sneller zal gaan. Daarnaast krijgen deze leerlingen extra lessen Nederlandse taal, Engels en wiskunde”. Zeven leerlingen volgen vrijwel uitsluitend online lessen uit Oekraïne op het Martinuscollege. Ze worden hierin begeleid door twee onderwijsassistenten uit Oekraïne. Twee leerlingen volgen alle reguliere lessen in vwo 4. Zo is er maatwerk voor alle leerlingen. Naast de lessen met de klas wordt iedere dag afgesloten met een les van 80 min, waarin een activiteit wordt gedaan dat gericht is op het bevorderen van het sociaal welbevinden van de leerlingen. Denk aan improvisatielessen, sport en koken.

Het werken met de kinderen uit de Oekraïne is voor alle betrokkenen een bijzondere uitdaging. “Wat opvalt is dat de bereidheid om samen voor deze kinderen iets te betekenen erg groot is. Zowel leraren als (Nederlandse) leerlingen doen veel moeite om deze groep kinderen zich thuis te laten voelen. De motivatie van de kinderen is ook zeer divers. Sommigen weten, net als hun ouders, heel zeker dat zij nooit meer terug zullen keren naar Oekraïne terwijl anderen het totaal niet weten. Volop onzekerheid dus. Het kwam voor dat enkelen in de zomervakantie teruggekeerd zijn naar hun vaderland en 1 dan wel 2 weken na de start van het schooljaar toch weer terugkeerden”, aldus Reijns.