Oubollig

Partnerbijdrage
Evert Hoekstra
Evert Hoekstra (Foto: aangeleverd)

De ‘Faxit’ is per 1 februari 2022 een feit. Sindsdien behoort de fax in de rechtspraktijk definitief tot het verleden en is de Nederlandse rechtspraak toegetreden tot de moderne tijd. Lange tijd was faxen samen met de post de enige route voor officiële communicatie met de rechtbanken, gerechtshoven en andere colleges, maar dat is inmiddels dus veranderd. De faxverbinding is vervangen door het communicatiesysteem ‘Veilig Mailen’. Dat werkt hetzelfde als een e-mail, maar dan via een beveiligd platform. Zo wordt een veilige gegevensuitwisseling gegarandeerd zonder verlies van informatie.

De Nederlandse rechtspraak probeert dus om het ‘oubollige’ karakter van zich af te schudden. Helaas kan dat niet, althans onvoldoende gezegd worden over de advocatuur. Ik ben inmiddels al ruim 25 jaar advocaat, maar in al die jaren is er niet veel veranderd binnen de beroepsgroep. Een groot deel van de advocatuur kenschetst zich nog steeds als een uitermate formele en soms zelfs ballerige en archaïsche club van beroepsbeoefenaren, waar vastgehouden wordt aan tradities en oubolligheid. Veel advocaten adresseren elkaar (net als 25 jaar geleden) nog steeds met ‘confrère’ of ‘amice’ en veel advocaten denken nog steeds dat de enige wijze van ‘nieuwe cliënten vergaren’ kan plaatsvinden via het traditionele ‘netwerken’. Zoals ik al zei: in ruim 25 jaar is er feitelijk maar weinig veranderd. 

Overigens is het in de landen om ons heen niet anders gesteld, soms zelfs nog veel droeviger. Ik heb bijvoorbeeld een paar jaar geleden een rechtszaak in Spanje gevoerd bij de rechtbank in Barcelona, in samenwerking met een ‘confrère’ uit Madrid. Het bleek, dat ze in Spanje nog steeds het fenomeen ‘procureur’ (‘procurador’) kennen. Iets, dat bij ons inmiddels al jarengeleden is afgeschaft. Het procureurssysteem is te vergelijken met een postbodesysteem, waarbij advocaten voor andere advocaten in het land optreden als indiener en ontvanger van processtukken bij de rechtbanken waar zij gevestigd zijn. Dus een advocaat uit Amsterdam dient niet rechtstreeks procestukken in bij de rechtbank in Alkmaar, nee, dat doet hij via een bevriende advocaat in Alkmaar, die als zijn ‘procureur’ optreedt. Zoals ik al aangaf; bij ons is dit systeem al jarenlang afgeschaft (je dient nu ‘gewoon’ bij iedere rechtbank rechtstreeks de stukken in), maar in Spanje bedient men zich dus nog steeds van dit oubollige fenomeen. Met ludieke en tegelijkertijd tenenkrommende gevolgen voor de praktijk. We zaten met de rechter, partijen, advocaten en hun procureurs naast elkaar in een klein zaaltje. De advocaten wisselden hun processtukken door deze eerst aan hun naast-gezeten procurador te geven, die de stukken op hun beurt aan de naast-gezeten rechter gaven. Ik wist niet wat ik meemaakte!

Dus vanuit het Spaanse perspectief beschouwd zijn ‘we’ in Nederland toch al wel iets ‘moderner’ in de advocatuurlijke rechtspleging dan ten opzichte van onze Spaanse collega’s, maar dat neemt -nogmaals- niet weg, dat onze beroepsgroep nog steeds ‘achter’ loopt op een groot deel van het bedrijfsleven. De meeste advocaten zijn ook helemaal niet ondernemend ingesteld, maar houden juist vast aan het oude, vertrouwde. Ze voelen zich nog steeds een soort van dorpsnotabele, omringen zich ook het liefste met gelijkgestemden binnen stoffige herenclubjes. 

Deze mores zie je ook vaak terug in de selectie van jonge advocaten. Vaak kijkt men uit naar exact hetzelfde soort personen als die zij zelf zijn. Mede daardoor blijft bij veel kantoren dezelfde oubollige cultuur in stand. Ik durf zelfs te stellen, dat dit onder meer de reden is waarom veel afgestudeerde rechtenstudenten helemaal niet staan te trappelen om het vak van advocaat te gaan beoefenen. Zeker wanneer je niet houdt van formele kleding, sterk hiërarchische bedrijfsculturen of wanneer je niet zo’n ‘ellenbogen werker’ bent. 

Op ons kantoor hebben wij inmiddels al lang en breed gebroken met deze cultuur. En met succes. Onze organisatie is tamelijk plat, jonge advocaten krijgen veel vrijheid en thuis werken of parttime werken is bij ons de gewoonste zaak van de wereld. En dat geldt ook voor een ‘auto van de zaak’. Wij geloven in vrijheid, zolang deze maar niet ontaard in vrijblijvendheid. Wat wij daarvoor ‘terug verlangen’ is loyaliteit en passie voor het vak. Jonge gasten die 100% advocaat willen zijn. Daarnaast leiden mijn compagnon Kees Meijer en ik ons kantoor vanuit een échte ondernemersgedachte: oog voor de markt en techniek, gericht op groei en uitgaan van de eigen kracht. Gewoon je werk altijd goed doen en vooral ook met een zekere snelheid. Mensen komen bij ons met hun problemen en uitdagingen en die willen ze graag snel opgelost of overwonnen zien. 

En bij dit alles hebben wij vooral ook oog voor de wensen van de cliënt en de toekomstige cliënt. Veel advocaten zien totaal niet dat cliënten op zoek zijn naar een advocaat waarmee zij zich vooral kunnen identificeren. En die identificatie wordt lang niet altijd gevonden in het type ‘Hé Lullo heb je nog geneukt?’ a-la-Jiskefet. Integendeel. Overigens betekent één en ander niet, dat wij maatpakken en stropdassen volledig hebben afgeschaft. Absoluut niet. Persoonlijk ga ik nog steeds het liefst door het ‘advocatenleven’ in pak met stropdas, maar dat is mijn keuze. En mijn clientèle is daarop ook afgestemd. Maar als een collega zich liever wat informeler kleedt; ook goed. ‘Representatief’ is immers een rekbaar begrip en een kantoor vol eenheidsworsten daar wordt niemand gelukkig van.

“Niets is zo veranderlijk als de mens”, zo luidt een bekend Nederlands gezegde. Voor een groot deel van de Nederlandse advocatuur gaat dit in ieder geval niet op. Integendeel. Verandering is nooit gemakkelijk gebleken voor dit juridische metier en dat zie ik -eerlijk gezegd- de komende jaren ook niet snel veranderen. Terwijl verandering onvermijdelijk is en permanent. Voor de ‘durfadvocaten’ die de ‘vlucht naar de moderne tijd’ wél durven te maken, zal het marktpotentieel alleen maar groter worden. Zij zullen veranderende marktfactoren omzetten in kansen. Want om ergens te komen moet je eerst besluiten niet te blijven waar je nu bent. 

Evert Hoekstra

Advocaat/Partner 

CKH Advocaten