Column

Mensen maken het Trefpunt: Maartje van Egmond

Algemeen
Maartje van Egmond in Buk Buk.
Maartje van Egmond in Buk Buk. (Foto: trefpunt Heiloo)

Na een loopbaan in de modewereld besloot Maartje van Egmond zich om te scholen tot jongerenwerker. Sinds mei dit jaar werkt zij in de Buk Buk, als collega van Ester en Maarten (die onlangs afscheid nam).

Maartje: “Tijdens corona en de lockdowns vorig jaar zag ik hoe moeilijk veel jongeren het hadden. Hoe ze zonder onderlinge contacten overal buitenstaan. Maar ik merkte ook dat een beetje aandacht en gesprekjes al een sparkel gaf, een opleving. Daar wilde ik méér mee doen en meer in geven!”

‘Ik wil jongeren een sparkel geven’

Vrije ruimte

Jongerenwerk in Heiloo is geen vaste club met speciale activiteiten. Er zijn inloopuren, die Maartje ‘vrije ruimte’ noemt. De middag is voor 10-plussers (groep 7 en 8), de avond voor brugklas en ouder. In principe zijn jongeren tot en met 23 jaar welkom.

Jongeren willen los van ouders of school hun eigen dingen doen, maar het blijft belangrijk dat ze ‘gezien’ worden. Niet om de controle, maar om de aandacht. “Als je ingaat op wat hen bezighoudt, kun je jongeren stimuleren”, legt Maartje uit. “Kinderen die op school niet lekker draaien, maar bijvoorbeeld wel handig zijn met techniek mogen bij ons een workshop geven. Zo zijn er ook jongeren die feestjes organiseren, of die als vrijwilliger een groepje jongere kinderen helpen. Het is heel mooi dat ze daarin hun (zelf)vertrouwen ontwikkelen. Een jongerenwerker in die vrije ruimte werkt moet in het moment zijn, ter plekke reageren op wat hij of zij ziet.”

Samen eten

Tussen 17.30 en 19.00 uur kunnen jongeren mee-eten. Ze geven zich op. “We bekijken om half zes met hoeveel we zijn en wat we willen eten. Dan gaan we boodschappen doen, met elkaar eten koken en samen aan tafel. Het is geen kookgroep, het draait om het sociale: samen dingen doen, het onderlinge contact, de gezelligheid en de verbinding. Dat is heel leuk.”

Naast de jongere staan

De jongerenwerkers hebben ook te maken met ouders, met de gemeente, soms met hulpverlening. “Maar wij zijn niet de opvoeders!” Maartje maakt duidelijk dat het jongerenwerk een eigen plaats heeft. “We kunnen een aanspreekpunt zijn, een klankbord, maar nooit achter de rug van de jongere om! Zonder openheid geen vertrouwen, als jongerenwerkers staan wij altijd naast de jongeren. Wij snappen dat ze willen experimenteren; we zullen zo nodig wijzen op risico’s en consequenties, maar dat doen we vanuit veiligheid. Met absolute regels en verboden zouden we de jongeren van ons af drijven en dat willen we juist voorkomen. Ik houd ze liever vast door ‘de warme arm’ om de schouder te zijn, en altijd open in het contact te blijven.”

Tekst: Leonie Zwetsloot

Kijk ook op www.trefpuntheiloo.nl/nieuws voor een uitgebreide versie van dit interview.