column

Boerenverstand

Partnerbijdrage
Evert Hoekstra, Advocaat/Partner CKH Advocaten
Evert Hoekstra, Advocaat/Partner CKH Advocaten (Foto: Aangeleverd)

Het zal denk ik niemand zijn ontgaan dat de afgelopen weken zeer heftige boerenprotesten werden gevoerd tegen de stikstofplannen van het kabinet. Protesten die hun weerga niet kenden en die onder meer dagenlang lege schappen in de supermarkten tot gevolg hebben gehad. Het onbetwistbaar dieptepunt in deze hele escalatie was zonder meer het ernstige vuurwapengeweld door de politie tijdens een protest in Heerenveen. Hoewel ‘de boeren’ zich ook niet onbetuigd lieten, meerdere keren werd minister Van der Wal (Landbouw) zelfs persoonlijk thuis opgezocht onder zeer dreigende omstandigheden waarbij geprobeerd werd om ‘verhaal te halen’ bij de minister. Ook dat is natuurlijk best heftig en erg vergaand. 

De boeren zijn dus boos. Boos op de minister, boos op het kabinet. Want de recente stikstofplannen van Rutte c.s. betekenen feitelijk, dat de meeste boeren hun bedrijven eigenlijk wel kunnen gaan sluiten. Persoonlijk kan ik de verontwaardiging van de boeren daarom wel begrijpen, ook al valt natuurlijk niet te ontkennen dat ‘we’ met een steeds groter wordend stikstofprobleem te maken hebben. Een probleem dat voor een zeer groot deel door (met name) de veehouderij wordt veroorzaakt. Door de enorme stikstofuitstoot -mede als gevolg van de grote hoeveelheden stikstof in de (kunst)mest- is het hele ecosysteem volledig ontregelt geraakt, met onder meer als gevolg dat veel planten en dieren langzamerhand verdwijnen. 

De veel te hoge stikstofconcentraties hebben dus een enorm ecologisch probleem gecreëerd, als gevolg waarvan de biodiversiteit ‘hard aan het achteruit hollen’ is. 

Op zich is het dus begrijpelijk, dat het kabinet ingrijpt. Om ‘de staat van natuur, water en klimaat’ te verbeteren. En de plannen liegen er niet om: in 2030 moet driekwart van alle natuurgebieden (Natura 2000) geen last meer hebben van stikstof. Daarvoor moeten we dan de helft minder stikstof uitstoten dan nu. Wetende dat dergelijke plannen altijd met compensatievraagstukken gepaard gaan -bijvoorbeeld ingeval van het uitkopen van boeren- is er inmiddels een stikstoffonds van 25 miljard euro in het leven geroepen.

Maar veel boeren hebben daar geen boodschap aan. Zoals ik al eerder zei: “zij zijn boos”. Logisch, want de ambitieuze plannen betekenen eigenlijk ‘de doodsteek’ voor een groot deel van ‘boerend Nederland’. Terwijl andere ‘groot-uitstoters’, zoals de transportsector en de industrie, voorlopig worden gespaard. “Dat komt er nog aan”, zo zegt de minister, maar het zou niet de eerste keer zijn dat van uitstel afstel komt en dat voorlopig enkel de boerensector de spreekwoordelijke ‘kop van jut’ zal zijn in het stikstofreductiebeleid van de Nederlandse staat. En dat steekt natuurlijk enorm. 

Uit eigen ervaring kan ik in ieder geval wél zeggen, dat de agrarische sector een heel bijzondere is. Ons kantoor heeft meerdere veehouderijen, akkerbouwbedrijven en glastuinbouwbedrijven als klant. Ook ons merkenbureau Registreermijnmerk heeft regelmatig met deze sector te maken, want met name in de tulpen business worden terugkerend nieuwe rassen gekweekt of ontwikkeld, en de namen daarvan worden meestal geregistreerd als merk. 

Zelf heb ik de afgelopen jaren de nodige overnames begeleid in de agrarische sector, en dat werkt doorgaans toch anders dan wanneer ‘gewone bedrijven’ worden overgenomen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat agrarische bedrijven vaak generaties lang van ‘vader op zoon’ zijn overgegaan. Échte familiebedrijven, dus. Maar de laatste decennia is de interesse bij de ‘juniorboeren’ om ‘pa’ op te volgen ernstig afnemend. Als gevolg daarvan is er in toenemende sprake van overnames waarbij externe partijen het familiebedrijf inlijven. En dat levert wel eens emotionele en frustrerende momenten op bij de ‘oudgedienden’, dat heb ik nota bene zelf aan den lijve ondervonden. Ik weet nog goed, dat ik jaren geleden in samenwerking met de Rabobank in Friesland een groep boeren heb toegesproken. Het onderwerp was ’bedrijfsovernames binnen de agrarische sector’. Locatie was een dorpshuis in de buurt van Drachten en de hele omgeving was uitgelopen, vele ‘boerengezinnen’ waren present, waarvan enigen zelfs in klederdracht. Mijn empathisch vermogen was blijkbaar nog niet zo goed ontwikkeld, want ik hield een gloedvol betoog over het feit dat er bij de ‘ouderen’ veel te weinig begrip was voor het feit dat de ‘jongeren’ geen zin meer hadden om het familiebedrijf over te nemen en dat er verder niets ‘mis’ was met een overname door een externe (niet-familie) partij. De meeste -in grote getale- aanwezige jongeren knikten instemmend en het scheelde weinig of ik werd door hen op de schouders uit de zaal gedragen. De ouderen daarentegen, zagen mij als een nare intrigant, zij hadden mij het liefst met pek en veren het dorp uit gebonjourd. Ik was blij dat ik uiteindelijk over de Afsluitdijk reed….. 

Het zijn dit soort verhalen en anekdotes die het boerenleven/de agrarische sector kleur geven. Een sector die zich kenschetst door no-nonsense, hard werken, vroeg op, niet zeuren. Een mentaliteit waar een hoop van te leren valt, die mij persoonlijk erg aanspreekt en waar ik respect voor heb. De agrarische sector was ook niet voor niets jarenlang de groeimotor van de Nederlandse economie. Het is dan ook best wel verdrietig om te zien dat de stikstofproblematiek, waaraan we feitelijk allemaal schuldig zijn, vooral bij deze sector op het bord wordt gelegd. Ik hoop dan ook van harte dat er perspectiefvolle verduurzamingsoplossingen worden gevonden waarbij de ‘last’ breed gedragen wordt. Niet alleen door de boeren, maar door iedereen, ook de consument. De vleesliefhebber, bijvoorbeeld, zal bereid moeten zijn om gewoonweg iets meer te betalen voor dat overheerlijke speklapje of botermalse haasbiefstukje. En anders kan hij/zij altijd nog besluiten -net als ik inmiddels al jarengeleden heb gedaan- om vegetariër te worden. Gewoon een kwestie van je boerenverstand gebruiken. 

Evert Hoekstra

Advocaat/Partner CKH Advocaten