Wildzwemmen in de polder

Nieuws
Wildzwemmen blijft een avontuurlijke bezigheid.
Wildzwemmen blijft een avontuurlijke bezigheid. (Foto: aangeleverd, Hanneke Koolen)

Tot de 70-er jaren was zwemmen in de polder vooral een spontane aangelegenheid. Niets was avontuurlijker dan wildzwemmen. Zonder zorgen over hygiëne, badhokjes, financiën en richtlijnen van het waterschap.

Om te beginnen heel privé, in klein gezelschap en in het dichtstbijzijnde kanaal met bruggen, pilaren of een kade als springplank. Thuis werd de badkleding aangetrokken, daarover ging de gewone kleding en met een handdoek onder de arm of snelbinder naar het water. Wegzakken tot over je enkels in de venige kanaalgrond en een badpak vol alg, het werd voor lief genomen. Jongeren leerden elkaar zwemmen. In het kanaal springen was geen probleem maar om uit het water te komen was soms een helpende hand nodig.

Voor nog meer vertier werd in het Amstelmeer en in het IJsselmeer bij de Oude Zeug gezwommen. Het zoete water en de stevige ondergrond zorgden voor een andere beleving. De belangrijkste plek was de Oude Zeug met een schelpenstrandje en een grasveld als zonneweide. Het kon er stil zijn, maar op zomerse avonden en in weekenden werd de oude werkhaven bevolkt door tieners en jongvolwassenen uit de dorpen en van de boerderijen. Zwemmen was haast bijzaak, de drang naar vrijheid en de behoefte aan sociale contacten met leeftijdgenoten, daar ging het om. Jongeren mochten er graag rondhangen. De praalhanzen konden indruk maken door naar de pier te zwemmen en zich zo te meten aan elkaar. Een geliefd wedstijdje was wie het verst en het langste onder water kon zwemmen na een duik van de kade. Ze hielden het vol tot de zon onderging. Tijd en tijdgeest veranderden, de Oude Zeug werd bedrijventerrein en jongeren ontmoeten elkaar elders. 

Hanneke Koolen.