Expoost en stadsdichter Levi in Hoorn op de bres voor kunst en cultuur

Algemeen
Afbeelding
Foto: aangeleverd

HOORN - En toen mochten alle winkels weer open. En zelfs de horeca kon van de Hoornse burgemeester uit protest afgelopen zaterdag open. Voor de kunst- en cultuursector gold dat echter niet en dus bleef daar alles dicht. Behalve pop-up museum Expoost aan de Roode Steen in Hoorn, dat zaterdag toch haar deuren opende. Hiermee stond Expoost op de bres voor de kunst- en cultuursector.

Levi Noë liet bijna vier jaar geleden bij Kunst in de Kas in Zwaag voor het eerst ‘spoken word’ horen. Hij mag zich sinds vorig jaar ‘de stadsdichter van Hoorn’ noemen. Levi - die, zoals hij zelf zegt, een beetje moe wordt als hij weer naar al die actualiteitenprogramma’s kijkt met altijd diezelfde koppen - droeg die middag een aantal gedichten voor. Hij werd met luid applaus ontvangen door zo’n dertig ‘burgerlijke ongehoorzamen’. Ook hij staat op de bres voor kunst en cultuur en schreef hierover het volgende gedicht:

‘…Het belang van kunst en cultuur gaat verder dan een schilderij aan de muur of poëzie op een blaadje, een boek vol mooie verhalen of een voorstelling in het theater. 

Het is meer dan dat. 

Kunst en cultuur bepalen de identiteit van een mens, een groep, een volk en een land. Omdat het raakt. Omdat het huilt en omdat het lacht. Dat wat kippenvel veroorzaakt tot over je hele lijf. Maar het is veel meer dan dat. 

Als ik dit doe, krijg ik dat. En vanaf dan is het oefenen. Aan één stuk door oefenen. Opnieuw, opnieuw, opnieuw. Als je denkt van waar moet ik het zoeken, dan ineens creëer je wat. 

Wist je dat talent en creatieve ontwikkeling helpt tegen mentale problemen? En weet je hoe dat komt? Je houdt je brein een beetje bezig en daar leer je weer van. 

Dit was ooit een hobby. Nu heb ik het zover geschopt, dat ik van deze hobby kan leven. Maar dat vergt heel veel liefde, jaren trainen, discipline en vooral tegen jezelf zeggen: “Niet opgeven!” 

Het is een beroep, het is een ambt. En toch word ik nog vaak als hobbyist gezien en niet als muzikant. En krijg ik vragen als: “Verdien je hier ook je brood mee?” Dit vind ik zo brutaal en ik denk: “Oké, vraag je dat ook wel eens aan de bakker dan?”

Als de maatschappij op slot gaat, zijn wij de eerste die weer dicht gaan. Als winkelen en sporten weer mag, blijven de zalen leeg en staat de cultuursector op de laatste plek. En dat is oneerlijk en onterecht en buiten dat: super gemeen. 

Want het zijn momenten waar we naar uitkijken, waar we niet voor willen thuis blijven om te kijken naar een online optreden of naar een dvd.

Want als er straks weer een persconferentie komt dan vraag ik mij af: “Hoelang moet ik nog optreden voor de lens van de cameraman zonder applaus achteraf?” Want zonder kunst en cultuur geen muziek of een film. Dus ook geen Spotify of Netflix en chillen. 

Als er maatschappelijke belangen worden afgemeten aan geld, is dat voor mij niet wat telt. Van alles wat het kost, maak ik iets dat in geld niet meer is uit te drukken. Kunst en cultuur leren ons dat er dingen belangrijker zijn dan geld. Omdat er een stukje geluk in verborgen zit. Want kunst en cultuur, dat is nog veel meer dan dat...’ 

Liefs,

De Stadsdichter