Geduld Frans Poulain beloond: Museum Grietje Tump wordt gemeentelijk monument

Algemeen
Frans Poulain koestert zijn museum als een dierbaar erfstuk.
Frans Poulain koestert zijn museum als een dierbaar erfstuk. (Foto: Rodi Media/MvS)

door Marcel van Stigt

LANDSMEER – Na tien jaar verwoede pogingen is het Frans Poulain eindelijk gelukt: zijn Museum Grietje Tump komt op de gemeentelijke monumentenlijst. Het pand verkeert nog steeds in de originele staat zoals het in 1899 is gebouwd en daar heeft het de monumentale status aan te danken. “Ik ben hier heel blij mee.”

Als de kwalificatie ‘met hart en ziel’ op iemand van toepassing is, dan toch zeker op Frans Poulain. Hij koestert zijn museum Grietje Tump letterlijk als een dierbaar erfstuk. Door de coronatijd stokt de aanloop van bezoekers, maar normaalgesproken trekt de bonte verzameling attributen die binnen stijf opeen staan gepakt veel publiek uit binnen- en buitenland – en gelukkig ook weer niet té veel, want bussen vol toeristen, nee, liever niet. Het moet allemaal wel leuk en overzichtelijk blijven.

Passende spullen

De collectie blijft interessant. Van alle kanten weten mensen Frans Poulain te vinden als ze aan passende spullen een goede bestemming willen geven. Zelf is hij direct van de partij als ergens een huis met bruikbare spullen leeg wordt gehaald. Je kunt immers nooit weten.

Tijdsprong naar Landsmeer in voorbije eeuwen

Het levert een regelmatig wisselende verzameling op, aantrekkelijk genoeg om eens in de zoveel tijd – als het dekselse coronavirus het toelaat - langs te komen. Dwalen door de diverse ruimtes, die je het idee geven dat je een tijdsprong maakt naar Landsmeer in voorbije eeuwen.

Poulain houdt het allemaal nauwgezet bij. Elke keer neemt hij een hoekje voor zijn rekening en dan stoft hij elk attribuut met zorg af.

Druk kind

Tja, afstoffen. Daar is het ooit mee begonnen. “Toen ik zeven jaar was, verzamelde ik al spullen. Ze noemden mij een druk kind, wat tegenwoordig ADHD heet. Als ik bij familie op bezoek was, klonk het algauw: ‘Geef die jongen een stofdoek’. Daarmee liep ik dan door het huis en dan kwam ik van alles tegen. Ik liet dan bijvoorbeeld een oud koffieapparaat aan een tante zien. En dan zei ze: ‘Jongen, neem mee. Dan hoef ik hem niet te poetsen.’”

Mensen om zich heen verzameld

Zo is Frans aan het verzamelen geslagen. En nu, op zijn 72e, is hij de beheerder van een museum, dat qua verzamelingen zijn gelijke nauwelijks kent. Maar hij kijkt niet alleen naar het verre verleden. Hij kijkt ook nadrukkelijk vooruit. Want in tegenstelling tot de spullen die hij met zorg tentoonstelt, heeft hij zelf niet het eeuwige leven. Hoe moet dat als zijn leeftijd een rol gaat spelen? Als het lastig wordt om het museum te blijven beheren?

Daarin is al voorzien. Hij heeft een stichting opgericht en een aantal mensen om zich heen verzameld aan wie hij die zorgen met een gerust gevoel kan overdragen. Maar niet alleen dat. Ook het pand is beschermd vanwege de monumentenstatus. Een grote opluchting voor Poulain dat het eindelijk is gelukt.

‘Eindelijk’

“Ik ben hier tien jaar mee bezig geweest”, vertelt hij. “Mede dankzij burgemeester Dennis Straat komt het museum nu op de monumentenlijst. Eindelijk. Dit wilde ik graag. Niet vanwege geld. Dat zegt me niets. Ik wilde dat dit culturele erfgoed behouden blijft, want er wordt al zoveel gesloopt. Ik ben hier heel blij mee.”

Zo was het...
...en zo is het nog steeds.