Column Marcel van Stigt: een spin op het plafond

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

Het plafond was hagelwit en gaaf en recht boven mijn hoofd kroop een redelijk grote spin. Liggend op mijn rug kon ik hem goed volgen. Niet dat ik die spin nou zo bijzonder vond, ik had wel vaker spinnen gezien, maar ik had dringend behoefte aan afleiding. Ik lag namelijk bloednerveus in de praktijk van mijn huisarts op de snijtafel, in afwachting van De Ingreep.

Het is alweer jaren geleden, van het invoeren van een mannenpil was nog geen enkele sprake, laat staan dat er over werd gediscussieerd, en ik weet het me nog uitstekend te herinneren. Sommige dingen blijven mij lang bij, ik kan het ook niet helpen. 

Het ideetje was afkomstig van mijn inmiddels ex, die mede door mijn toedoen al twee bijzonder leuke kinderen op de wereld had gezet. Zij vond dat het ook mijn verantwoordelijkheid was om de geboorte van een derde kind te voorkomen. Daar zat wat in.

Al na vier maanden maakte ik een afspraak. En toen brak de dag aan dat het ging gebeuren. Mijn huisarts zou De Ingreep samen met een collega uitvoeren. Prima. Twee weten meer dan één. Maar het spreekuur liep wat uit, dus ik moest even wachten. Uitstel van executie. Het kon me niet lang genoeg duren. Stiekem hoopte ik dat de huisarts voor een spoedgeval zou worden weggeroepen, waarna me zou worden gevraagd een nieuwe afspraak te maken. Het was ijdele hoop. 

De deur van de behandelkamer zwaaide open en de twee artsen kwamen binnen. Ik zuchtte diep en schokkerig. De collega van mijn huisarts was eveneens een man – ik had eerlijk gezegd geen vrouw verwacht. Een boom van een vent met handen zo groot als sneeuwschuivers. En daarmee moest-ie dan…

Een huivering trok door mijn lichaam, alsof er ineens een poolwind door de kamer gierde. Ik hield mijn ogen strak op de spin gericht. Kijken. Blijven kijken. De spin verroerde zich nu niet. Ik denk dat hij zich op zijn beurt concentreerde op wat zich recht onder hem afspeelde.

Toch dwaalde mijn blik onverhoeds af richting kruis. Even een moment van onachtzaamheid. En toen zag ik meer dan mij lief was. Zoals mijn huisarts die zich langzaam maar onverbiddelijk naar het operationele gebied toe boog met een injectiespuit in de hand, het puntje van zijn tong tussen zijn tanden. Vier prikken deelde hij uit. Ik zat bijna tegen het plafond - naast die spin.

De twee waren veel langer bezig dan ze vooraf hadden aangegeven. Een vol uur. Kennelijk was het een nogal delicate operatie. En ik lag daar maar. Hulpeloos. Machteloos. Radeloos. Wanhopig starend naar een spin.

“Bijna klaar”, mompelde mijn huisarts uiteindelijk. Uit mijn ooghoek zag ik een lange draad. En toen: “Ja, het is zover, meneer Van Stigt. U kunt weer opstaan en u aankleden. Wel rustig aan, niet te snel.”

Na twee dagen ging het wel weer. Het was ook weer toegestaan met zware boodschappentassen te sjouwen. En het zou voor altijd bij mijn huidige twee kinderen blijven. Opnieuw vader worden zat er niet meer in. Hoefde ook niet. Ik was dik tevreden zo.