Column Marcel van Stigt: Een nieuw record!

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Rodi Media/MvS)

Afgelopen zondag heb ik mijn record stilzitten verbeterd. Geloof me, geen sinecure. Het stond immers op acht uur en twaalf minuten. Ik heb het opgerekt tot maar liefst negen uur en twintig minuten. Een prestatie van formaat.

Plaats van handeling – nou… handeling – was onze achtertuin. Terwijl mijn vriendin na ons gezamenlijke ontbijt om halftien op haar fiets stapte en richting zwembad vertrok om wat baantjes te trekken, installeerde ik me in één van onze zonnige zitjes. Petje op, want mijn kale kruin brandde nog na van de vorige dag, parasol binnen handbereik om gemakkelijk uit te kunnen klappen, karaf met water, groot glas, mobiele telefoon, koptelefoon en boek – verzamelde columns van de ons helaas ontvallen Remco Campert – op een bijzettafeltje. Mijn dag in de tuin kon beginnen.

Stilzitten – ik ben er erg goed in. Zelfs als ik niets om handen heb. Ik heb enkele jaren in Hilversum gewerkt en moest anderhalf uur in de trein heen en terug. De tijd overbrugde ik met dromerig uit het raam kijken. Hetzelfde doe ik als ik per trein naar mijn oogkliniek in Rotterdam reis. Ook daar ben ik zo bij elkaar anderhalf uur mee bezig. Eerst nam ik nog een boek mee, maar omdat het toch niet van lezen komt, stap ik voortaan met lege handen in.

Eenmaal in de kliniek doet de wachtkamer zijn naam alle eer aan. Tussen diverse controles door moet ik daar plaatsnemen en ja, dan duurt het vaak lang voordat een assistente mij oproept of hoogstpersoonlijk komt halen. En vanaf mijn stoel kijk ik dan… naar niets. Ik mijmer weg, zak in een heerlijke roes. Ik kan dat opvallend lang volhouden.

Toch is stilzitten in combinatie met lezen ook plezierig. Zo heb ik vorig jaar mijn eerste record geboekt. Het gebeurde op het dakterras op mijn voormalige woonadres, een appartement in het kolkende centrum van Purmerend. Exact om tien uur op een zomerse dag nam ik plaats in een gerieflijke stoel en begon te lezen; het boek bleek een ware pageturner. Toen ik het tevreden dichtklapte omdat het nu eenmaal uit was, was het twaalf over zes. Ik had me – op een enkele plaspauze en korte lunch na – nauwelijks bewogen.

Zou ik hier nog overheen kunnen? Ik was zondag vastbesloten deze uitdaging aan te gaan. Soms moet je een stip aan de horizon zetten. En het is me glansrijk gelukt! 

Lezen wisselde ik af met Spotify - met dank aan mijn zoon die deze app onlangs op mijn telefoon heeft gezet. Een lange rits nummers van Van Morrison liet ik voorbij komen en tussendoor luisterde ik naar drie volledige albums van Pink Floyd. Allemaal oude helden.

Het was tien voor zeven in de avond toen ik kreunend van mijn plaats kwam. Snel een tonijnsalade voor twee in elkaar gedraaid en direct na het eten stortte ik me moedig op de afwas.

Met mijn vriendin kwam ik overeen dat ik zou kijken of deze klus niet te veel van mijn krachten zou vergen. In geval van opkomende vermoeidheid, zo spraken we af, zou ik de afwas de volgende dag afmaken.