Column Marcel van Stigt: mijn intrigerende lusje

Column
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

Ooit heb ik tijdens een vakantie in Ierland in een onverwachte winkelbui een sweater gekocht met op de buitenkant van de boord een lusje. Dat is kennelijk bedoeld als versiering of om hem op te kunnen hangen. Ik weet het anders ook niet. Maar hoe het ook zij, mijn lusje trekt nogal de aandacht. En dat pakt heel vervelend uit.

Vanaf een afstandje lijkt het lusje op een wasmerk. Daarom denken mensen kennelijk vaak dat ik mijn sweater per ongeluk binnenstebuiten heb aangetrokken. En daar moeten ze me dan meteen even op wijzen. 

“Hé, je hebt je sweater verkeerd om aan.”

Vriendelijk en geduldig leg ik dan uit dat het geen wasmerk of label is, maar een doodgewoon lusje en dat het zo hoort. Elke keer weer. “Het is een Ierse sweater en zo doen ze dat nu eenmaal in Ierland”, zeg ik er dan voor de volledigheid bij. Dan wordt er wat minzaam geknikt, en soms hóór ik ze denken: ja ja, Iers, het zal wel. 

Op zichzelf vind ik het geen enkel probleem om het uit te moeten leggen. Het komt echter steeds vaker voor en dat begint me onderhand flink te storen.

Toen ik de sweater kocht, heb ik niet op de achterkant gelet. Waarom zou ik? De kleur beviel me, hij had de juiste maat, zat comfortabel - het allerbelangrijkste, want aan modetrends doe ik niet - en de prijs was zeer schappelijk. Meer hoefde ik niet te weten. 

Dagen later pas ontdekte ik het. Hé, een lusje, dacht ik. Wat doet dat daar? Verder stond ik er niet bij stil. Niemand ook die me er op wees dat er iets niet klopte. Geen rare opmerkingen. Geen gestaar. Geen voorbijgangers die elkaar aanstootten en naar mij wezen. Zelfs geen gefronste wenkbrauwen. Niemand die over mijn lusje viel. Tenminste, in het begin.

Tegenwoordig loop ik echt in de gaten. Elke keer als ik die sweater draag, voel ik de ogen in mijn rug branden. En het blijft niet bij kijken, want ja hoor, daar komt-ie weer: “Hé, je hebt je sweater verkeerd om aan.” Of ik voel ineens een hand in mijn nek die wil onderzoeken wat daar aan mijn sweater flubbert. Dan zit er dus gewoon iemand aan mijn lusje!  

Maar dat niet alleen. De twijfel heeft bij mij toegeslagen. En dat vind ik nog veel erger. Want dat lusje – hóórt dat daar eigenlijk wel te zitten? Ineens ben ik daar niet meer zo zeker van.

Ik houd het voor mogelijk dat de betrokken winkelier nog regelmatig over de vloer rolt van het lachen. Sukkel, denkt hij dan, terwijl hij nog hevig nahikt. Koopt een sweater, maar ziet niet dat aan de buitenkant per ongeluk een lusje is gestikt. Een fabricagefout! Niemand wilde die sweater kopen, maar nu ben ik hem eindelijk kwijt!

Ik kamp nu met een niet kinderachtig dilemma. Wat moet ik nu? Het lusje eraf knippen? De sweater nooit meer aantrekken? Naar een kringloopbedrijf brengen? Of hem blijven dragen en me niets van de reacties aantrekken? Ik ben er nog niet uit. 

Gelukkig geldt de anderhalvemeterregel nog. De kans dat er iemand aan mijn lusje zit is nu een stuk kleiner.