Ontwikkelplan Maritiem Erfgoed Maassluis ‘mooi’ maar ook ‘complex’

Algemeen
Afbeelding
(Foto: pixabay)

“Als er nu niets gebeurt, zijn veel historische schepen over tien jaar verdwenen en is de haven leeg.” Dat zei burgemeester Edo Haan onlangs bij een thema-avond gewijd aan ontwikkelplan Maritiem Erfgoed Maassluis. Daarbij werden raadsleden bijgepraat over de gang van zaken met dit project en konden zij vragen stellen.

Chrit Wilshaus

Volgens Haan heeft het havengebied van Maassluis veel potentie maar is het nu niet echt aantrekkelijk. Daar zijn volgens hem verschillende redenen voor aan te geven. “En daarom dat de overheid aan zet is om (meer) leven in de brouwerij te blazen.” Voornoemd plan, waarvoor tien jaar is uitgetrokken, voorziet in een combinatie van het aanjagen van economische ontwikkelingen in combinatie met het tegelijkertijd verduurzamen van de historische haven. De eerste burger stelde dat Maassluis economisch potentie heeft voor extra horeca maar zei niet of hij daar dan zelf gebruik van zou gaan maken. Volgens de eerste burger zouden studenten hem hebben laten weten dat Maassluis “gewoon te weinig kroegen heeft.”

Vaarprogramma

Stef van Es, namens de gemeente betrokken bij het Maritiem Erfgoedprogramma, vertelde dat de Elbe en de Furie soms meedoen met het programma Maassluis Vaart! Iris Vrolijks (PvdA) wilde graag meer weten over hoe het verdienmodel van het vaarprogramma in elkaar steekt, gezien het feit dat met verschillende schepen wordt gevaren. Volgens Leo Birza, een van de erfgoedkwartiermakers betrokken bij het project, bedragen de kosten van drie uur varen voor de Elbe en de Furie ongeveer 2000 euro per keer, voor de Steenbank 1350 euro en voor de Tonijn en de Bruinvisch ieder ongeveer 700 euro. Birza benadrukte dat de brandstofkosten momenteel hoog zijn en dat de restauratiekosten niet zijn inbegrepen bij genoemde bedragen. Die kosten komen ongeveer om de vijf jaar bij deze schepen om de hoek kijken. Volgens Birza is het niet mogelijk om (nu) met de kleine vloot geld verdienen, aangezien het aantal opvarenden dat mee kan bij de kleinere schepen gering is. (Inkomsten zijn dan ook minder). Daarom is het fijn dat de grotere schepen ook aan het programma willen meedoen, aldus Birza. Een arrangement met Hotel Maassluis zou volgens hem een mogelijkheid kunnen zijn om het verlies te kunnen beperken.

Living Lab

Klarie Oosterman (ChristenUnie) sprak van een “mooie plan” maar ook van een “complex verhaal” en informeerde naar de ervaringen van de stuur- en projectgroep. Hans van Gastel (VVD) wilde graag weten hoe het onderwijsveld aan het ontwikkelplan is gekoppeld. Dat blijkt te gebeuren via het programmaonderdeel Living Lab wat met verduurzamen te maken heeft en wat momenteel plaatsvindt op de Hudson. Zo’n zestien studenten van de Hogeschool Rotterdam werken daar onder andere aan het ontwikkelen van een zogenaamde zeezoutbatterij. Iets waar Raoul Kleijwegt (GroenLinks) wel enthousiast van werd, zo bekende hij. En of kleine schepen op den duur op voornoemde batterijen zouden kunnen gaan varen? Uit het antwoord wat hij kreeg, viel op te maken dat dit er voorlopig nog niet inzit.

Jeugd

Bert de Reuver (D66-steunraadslid) kreeg te horen dat er over enige tijd ook aandacht zal zijn voor vaartochten in zoetwater. Het gaat dan onder andere om de rondvaartboot van Warbout. Aad Solleveld (Maassluis Belang) wilde weten hoe jongeren geïnteresseerd kunnen worden voor het maritieme erfgoed van Maassluis. Op de maritieme stadswandelingen die de Historische Vereniging Maassluis sinds enige tijd organiseert komen volgens hem namelijk vooral oudere belangstellenden af. Birza reageerde met te zeggen dat jeugd vooral via het onderwijsprogramma bij het plan betrokken wordt. Dat vrijwilligers actief op het vlak van het maritieme erfgoed van Maassluis over het algemeen ouderen zijn, is volgens hem geen probleem als er maar wel regelmatig nieuwe aanwas van senioren is. Bovendien, zo zei hij, komen veel zeekadetten, actief op de Rigel, later in de maritieme sector terecht. Dat betekent overigens ook een grote uitstroom van zeekadetten. Het zou te ver voeren om te stellen dat het zeekadetkorps in Maassluis aan zijn eigen succes ten onder gaat maar het is duidelijk dat nieuwe aanwas van tijd tot tijd nodig is om het voortbestaan veilig te stellen. Trudie Pasterkamp zei namens Forum voor Maassluis de visserij te missen in het hele verhaal. Dat is op dit moment de keuze geweest, zo kreeg zij van Birza te horen. Uit een nieuwsbericht van de Radionieuwsdienst van het ANP van 19 mei 1965 blijkt dat Maassluis als vissershaven heeft afgedaan en dat de laatste twee vissersschepen zijn verkocht aan de staat Mozambique. ‘Met de verkoop van de laatste twee schepen is een einde gekomen aan de visserijgeschiedenis van Maassluis, waar rond de eeuwwisseling nog ongeveer honderd loggers hun thuishaven hadden’, eindigt de tekst die de nieuwslezer destijds voorlas voor de microfoon van de NRU (Nederlandse Radio Unie).