Restaurant Haven Indah door rechtbank in gelijk gesteld

Algemeen
Afbeelding
(Foto: pixabay)

Johan den Dulk heeft het kortgeding dat hij had aangespannen tegen Haven Indah, waar hij boven woont, verloren. Volgens de voorzieningenrechter heeft het restaurant gemotiveerd weerlegd dat er geen sprake is van onrechtmatige hinder, zoals Den Dulk betoogde.

Chrit Wilshaus

Verder oordeelt de rechtbank dat gelet op de beperkingen die een kort geding met zich meebrengt er geen plaats is voor nadere bewijslevering. Reden waarom de vorderingen van Den Dulk moeten worden afgewezen, luidt het vonnis. En dat betekent dat hij de proceskosten moet betalen. Maar de voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om eventueel door Haven Indah in rekening gebrachte extra kosten door Den Dulk te laten betalen omdat die niet onderbouwd zijn. Ook oordeelt de rechter dat het geen opzet was van Den Dulk dat een bepaalde brief van de DCMR in het dossier ontbrak

Zekere mate

De stankoverlast die Den Dulk ervaart is volgens de rechtbank voor een belangrijk deel subjectief van aard. ‘Dat sprake is van onrechtmatige hinder in dit kader moet daarom zoveel mogelijk met objectieve feiten en omstandigheden worden onderbouwd.’ Hoewel de rechter vooralsnog geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de door Den Dulk ervaren geurhinder staat wel vast dat hij zich later dan het restaurant in het appartementencomplex aan de Haven in Maassluis heeft gevestigd. Daarom zou hij een zekere mate van geuroverlast afkomstig van de horecagelegenheid in zijn appartement moeten dulden. Verder vindt de rechter wel dat het restaurant er alles aan moet doen dat er geen sprake is van onrechtmatige overlast. Uit het rapport van TAUW blijkt dat niet, concludeert de voorzieningenrechter. Want ‘hoewel TAUW een objectief luchtonderzoek heeft uitgevoerd, is er niet vastgesteld of er sprake is van onrechtmatige geuroverlast.’

Betere maatregelen

Desondanks dient Haven Indah volgens de rechtbank de aanbevelingen van TAUW serieus te nemen en niet zonder meer moet worden uitgesloten dat op het vlak van de luchttoevoer en de afzuiging in het restaurantgedeelte van Haven Indah betere maatregelen getroffen hadden kunnen worden dan thans zijn getroffen. Daarnaast stelt de rechter dat niet uit de onderzoeken die Den Dulk aan zijn toilet en meterkast heeft laten uitvoeren, en waaruit blijkt dat alles volgens de bouwvoorschriften is uitgevoerd, valt af te leiden dat hij alles gedaan heeft wat hij had kunnen doen om zoveel mogelijk te voorkomen dat etensgeuren van het restaurant in zijn appartement terecht kunnen komen. Hoewel uit het vonnis duidelijk wordt dat de voorzieningenrechter dat niet zeker weet, vermoedt hij dat het wellicht zou helpen als getracht wordt ‘zoveel mogelijke gasdichte barrière naar het appartement’ te creëren.

Zwaarwegende belangen

De voorzieningenrechter realiseert zich dat het geschil tussen beide partijen met deze beslissing niet worden opgelost. Zo nodig zal het geschil in een bodemprocedure moeten worden beslecht. ‘Daarbij staan zwaarwegende belangen tegenover elkaar. Evident is dat het langdurig ervaren van hinderlijke geuroverlast in een woonappartement zwaarwegend is, zelfs als deskundigen tot het oordeel zijn gekomen dat in hun beleving de mate van hinder relatief beperkt is.’ Toewijzing van de vorderingen van Den Dulk zou echter tot gevolg kunnen hebben dat Haven Indah haar bedrijfsvoering zodanig (verder) moet aanpassen dat zij niet meer op een rendabele wijze het restaurant kunnen exploiteren. Ook aan de zijde van Haven Indah is dus sprake van een zwaarwegend belang, aldus rechtbank.