Aan de slag kunnen als scenarioschrijver is zijn grootste wens

Algemeen
Het hoofd van Mohammed Sido zit vol verhalen.
Het hoofd van Mohammed Sido zit vol verhalen. (Foto: CW)

Onbekend maakt onbemind, luidt het spreekwoord. Als dat zo is, zou je ook kunnen stellen: bekend maakt bemind. Dat begint met iemand beter te leren kennen. Bijvoorbeeld de vluchtelingen/statushouders die momenteel wonen in de noodopvang aan boord van de Lady Anne. Zoals Mohammed Sido (33)

Chrit Wilshaus

Zijn hoofd zit vol met ideeën voor verhalen. Verhalen voor films of televisieseries om precies te zijn. Want Mohammed is scenarioschrijver. Schrijven is wat hij het liefst doet. Vrienden die hij vertelt over wat hij bedenkt, zijn daar altijd enthousiast over. Alleen, hoe pak je dat aan? Hoe vestig je daar de aandacht op je? Aan boord van de noodopvang kan hij volgens eigen zeggen niet schrijven omdat hij daar de ruimte niet voor heeft. Auteurs als Tolstoi en Agathe Christie mag hij graag lezen en zijn een inspiratiebron voor hem. “Niet om ze te imiteren maar om van te leren”, benadrukt hij. “Ik weet zeker dat mensen zullen houden van wat ik schrijf.” En wat de genres betreft, is hij ook van alle markten thuis, zo blijkt. Een thriller, fantasy of misschien toch een comedy. Maar ook voor een liefdesverhaal draait Mohammed zijn hand niet om.

Tegenstander van Assad

Mohammed is Koerdisch en groeit op in de Syrische stad Aleppo. Later verhuist hij met zijn familie, één broer en vijf zussen, naar een kleinere stad. Op school speelt hij graag toneel. Gaandeweg ontdekt hij dat hij schrijver wil worden. Niet zozeer van boeken of journalistiek maar van films en series. Hij schrijft een script maar door de oorlog die uitbreekt komt van uitvoering niks meer. Bovendien verslechtert de situatie voor hem dan als Syrische Koerd. Net als alle andere mannen ontkomt hij niet aan het vervullen van zijn dienstplicht. Hij is een faliekant tegenstander van het regime van Assad en wil daarom vluchten. Maar dat is riskant; als het ontdekt wordt, loopt hij de kans in de gevangenis te belanden met alle mogelijke gevolgen van dien. En hoe komt hij weg van de basis waar hij op dat moment is gestationeerd? Daarvoor heeft hij hulp van binnenuit nodig. Het lukt hem om die te regelen maar moet toch van uitvoering afzien. Als hij alle moed al bijna heeft verloren, ontmoet hij iemand die hem alsnog wil helpen. Maar hoe wist hij dat hij hem kon vertrouwen? “Ik had hem horen schelden op Assad. Verder hield ik hem een tijdje in de gaten/bespioneerde ik hem. Zo wist ik dat hij okay was.” De twee raken met elkaar in gesprek. De persoon in kwestie wil hem tegen betaling wel naar de hoofdstad brengen. Op goed geluk besluit hij daar bij familie aan te bellen. Door communicatieproblemen heeft hij dan overigens al een paar jaar geen contact meer met hen kunnen hebben. De paar dagen dat hij bij zijn familie kan blijven, benut Mohammed om zijn papieren te regelen. Vervolgens gaat hij naar zijn ouderlijk huis. Na een maand wordt het echter ook daar te gevaarlijk voor hem. Want als het Koerdische leger zijn aanwezigheid heeft ontdekt, komen ze langs. “Ze zeiden tegen mijn vader dat ze mij nodig hadden maar hij was zo slim om een week bedenktijd te vragen. Ik verzekerde mijn vader absoluut niet naar het Koerdische leger te willen dat bovendien op de hand is van Assad; ook al wordt naar buiten toe een ander verhaal opgehangen! Mijn vader begreep mij.”

Niet gerespecteerd

De tijd gaat dringen en er moet nu echt iets gebeuren. Al snel komt Mohammed tot de slotsom dat hij het beste naar een zus kan gaan die in Irak woont. Ook de uitvoering van dat plan heeft de nodige voeten in de aarde maar uiteindelijk lukt het hem om, uiteraard wederom tegen betaling, vervoer te regelen naar Irak. Gedurende twee jaar werkt hij er in een hotel. Dat wil hij echter niet blijven doen. Pogingen om iets anders te gaan doen, lopen op niets uit. Misschien dat hij in Turkije meer kansen heeft? Ook daar komen, gaat niet zonder slag of stoot. Maar opnieuw lukt het hem. Maar zijn verwachtingen komen er niet uit; sterker nog: het wordt een grote teleurstelling. “Mijn verblijf voelde als een gevangenis; ik had er een hard leven en kon er niet doen wat ik wilde. Bovendien werden we als Koerden niet gerespecteerd. Sommige mensen waren blij dat ze een baan hadden, bijvoorbeeld als schoenmaker, maar ik had andere ambities en wilde schrijven. Ik schreef vele e-mails naar televisiestations. Daarin stelde ik voor Tv-series te maken maar een positieve reactie bleef uit.” De enige optie die dan nog voor hem overblijft is een poging te wagen naar Europa te komen. “Drie landen kwamen in aanmerking: Zwitserland, Zweden of Nederland.” Door de strenge immigratieregels maar ook de hoge kosten, valt Zwitserland gelijk af. Ook Zweden valt voor hem af nadat een vriend van hem, die daar al enige jaren woont hem dat heeft afgeraden “omdat het er altijd lang koud is.” Zijn vriend adviseert Mohammed in plaats van Zweden, Duitsland, België of Nederland te overwegen. Uiteindelijk valt de keuze op Nederland.

Te voet

De jaren dat hij in Turkije woont, stuurt hij zijn ouders iedere maand geld. Daarnaast lukt het hem ook nog om iedere maand te sparen. In cafés in Istanboel komt hij erachter hoeveel mensensmokkelaars voor hun ‘diensten’ vragen. Dan belt hij zijn broer in Canada en vertelt van zijn plan. Die wil hem wel helpen. Dan maakt hij zich gereed om te vertrekken. Het grootste deel van zijn vluchtroute van Turkije naar Nederland legt hij trouwens te voet af. Het eerste doel is de grens met Griekenland. Voordat hij die bereikt, verblijft hij eerst nog tegen betaling vijf dagen in een huis. Zijn tocht, samen met andere vluchtelingen, voert door meerdere landen. Zoals gezegd het meeste lopend en soms per auto. Angstig is hij onderweg niet. Wel wordt hij van zijn mobiele telefoon beroofd en slaapt hij onderweg kort. “Iets van vier uur per nacht.” En dan, na vijf dagen, komt hij aan in de Oostenrijkse hoofdstad. “In Wenen woonde toen al vijf jaar een vriend van mij. Ik wist dat ik veilig was bij hem. Toch bleef ik er maar vijf dagen en wisselde ik van kleren om mezelf een Europese look te geven.” De vriend brengt hem dan vanuit Oostenrijk naar Nederland. Niet over de snelweg, dat zou te veel opvallen, maar binnendoor. In Duitsland wordt hij aangehouden. Waar hij naartoe gaat? Hij vertelt naar Nederland te willen. Een discussie ontstaat. Of hij misschien toch niet in Duitsland wil blijven? “Maar toen ik naar Europa kwam, had ik in mijn hoofd gehaald dat ik naar Nederland wilde.” Toch zijn ze in Duitsland best aardig voor hem. De vriend brengt hem naar Emmen en later naar Ter Apel. Daar verblijft hij een paar dagen om vervolgens naar Budel te verkassen. Vervolgens belandt hij in de noodopvang in Maassluis. Inmiddels is hij statushouder. Het is volgens hem een geluk dat hij single is en niemand in Syrië heeft hoeven achter te laten.

Andere religies

Mohammed is moslim van huis uit, ging vroeger naar de moskee en deed aan de ramadan maar benadrukt nu niet meer gelovig te zijn. Bij bestudering van de Koran ontdekt hij zaken die volgens hem niet kloppen. Daarnaast leest hij ook de Bijbel en verdiept zich in andere religies. Zoals het hindoeïsme en het confucianisme. “Toen zag ik dat religie niets voor mij is. Uiteraard respecteer en accepteer ik mensen die wel gelovig zijn maar ik geloof in de wetenschap.”

Dit is het achtste deel van een portrettenreeks over vluchtelingen/statushouders die op de Lady Anne verblijven