Eerste Resolutieboek legt wel en wee kerkgemeente bloot

Algemeen
Koos Karssen, voorzitter PGM, kreeg van auteur Geb van Doornik het eerste exemplaar van het Eerste Resolutieboek.
Koos Karssen, voorzitter PGM, kreeg van auteur Geb van Doornik het eerste exemplaar van het Eerste Resolutieboek. (Foto: )

Het eerste Resolutieboek van de Algemene Kerkenraad van de neder-Duits gereformeerde Kleine Kerk was volgens emeritus predikant Geb van Doornik onleesbaar. “En daar kan ik slecht tegen”, bekende hij zijn gehoor, vorige week zaterdag in de Groote Kerk bij de jubileumviering van 40 jaar HVM.

Chrit Wilshaus

En dus maakte hij een transcriptie in leesbaar Nederlands van voornoemd boek dat de periode vanaf de bouw van de Kleine Kerk in de Hoogstraat in 1598 tot 1628 omvat. Het boek bevat de notulen en besluiten van de kerkenraad, die onder andere door ds. Fenacolius werden genoteerd. Wie in de tijd van het Resolutieboek protestants was, heette gereformeerd, aldus Van Doornik. “Er waren verschillende soorten gereformeerden: Franstaligen, Waalse, Schotse en Engelstaligen. De Nederlands gereformeerden werden neder-Duits genoemd.” Naast de al genoemde notulen van de Kerkenraad, bevat het boek ook passages over het wel en wee in Maassluis. “Het begint klein. Al op de eerste bladzijden van het Resolutieboek lezen we van alle mogelijke misstapjes. Zo wordt over een man geschreven dat hij werd aangehouden voor dronkenschap en ‘omdat hij kwadelijk met zijn wijf geleefd heeft.’”

Predestinatieleer
In de tijd dat het Resolutieboek wordt geschreven, is er in Nederland nog geen sprake van scheiding tussen kerk en staat. “Godsdiensttwisten werden in de trekschuit, de kroeg en op de markt besproken; verschillende stromingen binnen de gereformeerde kerk, de preciezen en de rekkelijken genaamd, waren het faliekant met elkaar oneens over bepaalde theologische inzichten.” De preciezen werden vertegenwoordigd door ds. Gomarus en de rekkelijken door ds. Arminius. En waarover vlogen ze elkaar dan in de haren? Volgens Van Doornik had het allemaal te maken met de predestinatieleer. Oftewel om de vraag of mensen wel of niet uitverkorenen waren (door God) en of ze daar zelf wel of geen invloed op konden hebben. “Gomarus geloofde dat God beslist over de uitverkiezing en dat deze al voor de geboorte van de mens vastlag. Maar Arminius redeneerde daarentegen dat God niet al bij de geboorte bepaalde of iemand naar de hemel of de hel zou gaan. Zijn theorie ging niet uit van de verdorven mens maar van de gelovigen. Die konden gehoor geven aan de stem van God maar deze ook weerstaan.”

Nooit
Van Doornik benadrukte dat er in de tijd van het Resolutieboek in Nederland nog geen sprake was van scheiding van kerk en staat en dat dit geregeld leidde tot politieke spanningen. Toen hij als voorganger actief was, had hij geregeld (toen nog burgemeester) Koos Karssen onder zijn gehoor. Maar volgens hem leidde dat nooit tot spanningen omdat hij zich nimmer met het besturen van de stad bemoeide en Karssen niet met de kerk. “Jij aanvaardde altijd vroom wat ik zei”, aldus Van Doornik vlak voordat hij het eerste exemplaar van zijn boek overhandigde aan Karssen die voorzitter van de Algemene Kerkenraad van de PGM (Protestantse Gemeente Maassluis) is. Een tweede boek komt er overigens niet, zo liet Van Doornik weten “omdat die andere boeken wel goed leesbaar zijn.” HVM-voorzitter Peter van Baalen vond dat Van Doornik erin was geslaagd “complexe zaken helder uit te leggen.”