Jan Willem kreeg een herseninfarct: ‘Sommige mensen weten niet hoe ze ermee om moeten gaan’

Algemeen
Jan Willem Boekschoten wil na zijn herseninfarct weer actief in het leven staan.
Jan Willem Boekschoten wil na zijn herseninfarct weer actief in het leven staan. (Foto: SUUS Fotografie om in te lijsten)

Jan Willem Boekschoten (73) kreeg in 3 oktober 2019 een herseninfarct. Zomaar, plotseling. Dat kan, want ineens sluit een stolsel een bloedvat in de hersenen af, waardoor een deel van de hersenen geen zuurstof meer krijgt. Hierdoor ontstaan uitvalsverschijnselen, meestal aan één kant van het lichaam. Snel handelen vergroot de kans op goed herstel, maar het kan blijvende gevolgen hebben. Hoe ernstig die zijn, hangt af van de plek en grootte van het infarct. Jan Willem ervaart milde gevolgen, maar ziet zijn omgeving dat ook zo? “Sommige mensen weten niet wat ze ermee aan moeten”, zegt Jan Willem.

De Midwouder had van januari 1981 tot eind 2019 een bedrijf in Oostwoud, eerst met een collega en vanaf 2003 alleen. Hij hield zich bezig met hout en metaalbewerking, tentoonstelling inrichting, maquettebouw en diverse reparaties. “De laatste jaren maakte ik drie keukeninrichtingen. Aan mijn bedrijf kwam vrij abrupt een eind toen ik de herseninfarct kreeg. Ik kon niet meer lopen en mijn linkerhand was totaal onbruikbaar. Na een week in het Dijklander werd ik met een rolstoel naar Nicolaas in Lutjebroek vervoerd”, zegt Jan Willem.

Revalidatie

In de Omringlocatie verbleef hij vier weken. “In het Nicolaas begon mijn revalidatie. De eerste week nog in een rolstoel, maar die werd al vrij snel vervangen door een rollator en de laatste week kon die gelukkig ook aan de kant. Nu werkt alles weer, zij het met lichte beperkingen.

Volleybal

Tot en met het voorjaar van 2019 volleybalde Jan Willem nog twee tot drie keer in de week. “Ik fietste dinsdagmorgen naar koffievolleybal in Hoogkarspel en donderdagavond naar Westwoud, spelen bij Westvolver. Daarnaast deed ik eens in de paar weken op dinsdagavond ook mee aan de recreantencompetitie in De Goorn, waarvoor ik ook de indeling maak op de computer (dat doe ik nog steeds). Daarheen fietsen was me wat te ver, dus dat deed met de auto.”

Voorzichtig proberen

Na zijn revalidatie was er eerst nog geen sprake van volleyballen. “Ik stapte na een halfjaar weer voorzichtig op de fiets, met minstens elke maand een valpartijtje met meer krassen op de fiets dan op mij. Pas eind oktober vorig jaar viel ik echt hard en brak een arm. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht, waar ze mijn hoofdwondje dicht plakte en mijn arm verpakte in een drukverband. Een week later volgde een knieoperatie wegens een verstopte slagader. Operatie geslaagd, maar wel met een wondinfectie. Dat werd dus een maandje genezen op de herstelafdeling van het Dijklander.”

Klaar voor sporten

Jan Willem ging eind maart dit jaar voor het eerst weer naar koffievolleybal en speelde een setje mee. “Dat viel niet mee na drie jaar, maar ik kon het nog een beetje. Een week later ging ik vol goede moed weer heen. Het ging iets minder slecht, maar in een lange toespraak werd me te verstaan gegeven dat het onverantwoord was om nog mee te spelen, omdat ik niet beweeglijk genoeg was en daardoor botsingen niet kon ontwijken. Ik snap dat zij dat zo zien, maar ik had even tijd nodig om in te komen. Ik werd daarna vrij snel uit de appgroep verwijderd. De reden is mij nooit verteld.”

Begrip

In het pleidooi wat Jan Willem te horen kreeg, ging het onder meer over het slikken van bloedverdunners. Na een val zou hij misschien naar het ziekenhuis gebracht worden. “Die mogelijk is er, maar er zijn meer mensen die dat slikken”, zegt Jan Willem, “dat moet geen obstakel zijn. Ze zagen dus alleen de negatieve gevolgen, terwijl ik juist positief tegen de dingen aankijk. Afgelopen zomer heb ik mijn bezwaren nog maar eens geappt, dat leverde geen enkel begrip op. Dat vind ik heel jammer, want ik wil mijn sport graag weer beoefenen. Ik kan het en zie ernaar uit om die volleybal weer op te pakken.” 

Op zoek

De fysiotherapeute van Jan Willem adviseert hem zo nu en dan te volleyballen en zijn huisarts ziet er ook geen probleem in. “Van de volleyballers kreeg ik te horen dat ik terug kan komen als ik 100% genezen ben. Maar dat betekent: nooit dus. In het begin had ik moeite met mijn evenwicht alleen al wanneer ik in zo’n grote zaal rondliep. Dat werd al vrij snel minder, maar toen was waarschijnlijk het vrij negatieve beeld al niet meer uit te wissen. Naar aanleiding van de toespraak heb ik geprobeerd een mogelijkheid te vinden voor gehandicaptensport. Niet dat ik me gehandicapt voel, maar ik wil graag sporten. Maar als dat mijn enige optie is...”