Veel moois uit Maastricht: nieuwe, smaakvolle tentoonstelling in Museum Grietje Tump

Algemeen
Burgemeester De Lange, die niet met lege handen naar het gemeentehuis terugging, laat zich bijpraten door Ton van Dongen.
Burgemeester De Lange, die niet met lege handen naar het gemeentehuis terugging, laat zich bijpraten door Ton van Dongen. (Foto: Rodi Media/MvS)

LANDSMEER – Er is voor Frans Poulain weer alle ruimte om bezoekers in zijn Museum Grietje Tump toe te laten. De kans om de door de coronapandemie geleden schade in te halen laat hij niet bepaald onbenut. Een grote ruimte achterin het pand heeft hij met uiterste zorgvuldigheid en veel gevoel voor smaak ingericht voor de tentoonstelling ‘Maastrichts Aardewerk Petrus/Louis Regout’. De tentoonstelling, die loopt tot en met het voorjaar van 2023, is afgelopen vrijdag geopend door burgemeester Léon de lange.

Door Marcel van Stigt

Moet ik die schaal werkelijk stuk gooien? Léon de Lange heeft in zijn eerste jaar als burgemeester van Landsmeer al diverse officiële openingen verricht, maar bij de handeling die nu van hem wordt verwacht, doemt toch even een vraagteken op. Maar nee, als Frans Poulain hem vooraf even apart neemt om hem te instrueren, verzekert hij de burgervader dat dit echt te bedoeling is. Niet veel later laat De Lange de schaal op de vloer kletteren en opent daarmee de tentoonstelling. Het zal waarschijnlijk een bekend gebruik in deze kringen zijn. Of hoopt Poulain dat scherven geluk brengen in de vorm van een niet aflatende stroom belangstellenden voor zijn nieuwe tentoonstelling? 

Aan hem zal het niet liggen. Je hoeft immers niet perse een liefhebber, kenner of verzamelaar te zijn om van de aanblik die de smaakvol gedekte tafels biedt te genieten. Dat blijkt als de deur naar de tentoonstelling openzwaait en de tientallen genodigden door de smalle, lange gang naar binnen drommen en zich vergapen aan het uitgestalde aardewerk. Vergapen is hier het juiste woord; het uitgestalde servies, uiteenlopend van dinerborden tot dekselschalen, van kabinetkommen tot theepotten en van schenkkannen tot suikerpotjes is ene genot voor het oog.

Petrus en Louis Regout 

Voordat de burgemeester aan het woord kwam konden de genodigden zich door Ton van Dongen, voorzitter van de Vereniging Maastrichts Aardewerk, laten informeren over de vroegere fabrieken waaraan de enorme collectie te danken is. Centraal in zijn inleiding stonden de fabrieken van Petrus en zoon Louis Regout, aan wie de tentoonstelling is gewijd.

De verschillende in Maastricht gevestigde fabrieken produceerden aardewerk in de negentiende eeuw aanvankelijk als gebruiksvoorwerpen. Later, onder meer door de fabriek van Petrus Regout, diende het aardewerk ook als sierobjecten. Na de Tweede Wereldoorlog liep de productie terug, mede door stevige concurrentie in het buitenland, en werd het Maastrichtse aardewerk zeer gewild bij verzamelaars. Dat gold – en geldt nog steeds – voor het aardewerk van de familie Regout, die in deze branche een grote rol van betekenis heeft gespeeld. Niet alleen aardewerk, maar ook kristal is daar overigens van afkomstig.

Ton van Dongen bracht een variant op het gezegde ‘Bloemen verwelken, schepen vergaan, maar onze vriendschap blijft bestaan’: “Fabrieken zijn verdwenen, maar de interesse van verzamelaars blijft bestaan”. En zo is dat. Hij voegde eraan toe dat een verzameling nooit compleet is, ook die van Frans Poulain niet. Van Dongen schonk hem daarom als aanvulling een kopje met schotel van Maastrichtse makelij.