Het Zonnehuis zorgt weer voor reuring in Tuindorp Oostzaan

Algemeen
Frans Schraven en Beer. Twee bekende verschijningen op het Zonneplein.
Frans Schraven en Beer. Twee bekende verschijningen op het Zonneplein. (Foto: Rodi Media/MvS)

TUINDORP OOSTZAAN – Appeltaartconcerten, een talentencompetitie om de Zonneprijs en kleinkunstoptredens van Stichting Nederlied. Het Zonnehuis bruist zoals dat in het verleden ook al gebeurde en biedt een gevarieerd programma. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de beheerder, Frans Schraven (63). Heel Tuindorp kent hem – en zijn labradoodle Beer, die binnen en buiten rondloopt.

Door Marcel van Stigt

De kennismaking met Beer gaat aan de kennismaking met zijn baas vooraf. De labradoodle komt eens kijken wie daar toch op dat bankje op het Zonneplein zit en twee frikandelbroodjes naar binnen werkt. Een snelle lunch voordat de verslaggever de gang naar de voordeur inzet. Even klinkt alarmfase één. Zijn die twee broodjes wel veilig? Maar daar is het de hond niet om te doen; hij zoekt gewoon even gezelschap en gaat braaf naast het bankje zitten.

Het is een vertrouwd beeld. Beer is voor veel Tuindorpers een bekende verschijning en een allemansvriend. Bekend is zijn baas – Frans Schraven – ook. Hij is sinds 2014 de beheerder van het Zonnehuis, maar ook gastheer bij voorstellingen. Want er is daar weer volop reuring. 

Zo was het tientallen jaren geleden ook. Het Zonnehuis stamt uit 1932 en diende oorspronkelijk als verenigingsgebouw om het gemeenschapsgevoel van de bewoners in Tuindorp Oostzaan - veelal werkzaam bij de NDSM - te stimuleren. Er waren toneelstukken en films te zien, er werden buurtactiviteiten gehouden en vergaderingen belegd, er werden danslessen gegeven, bokswedstrijden georganiseerd en het harmoniecorps hield daar zijn repetities. In 1992 kwam de klad erin. Het pand kwam leeg te staan. Totdat Stadsherstel, dat in Amsterdam monumentale gebouwen opkoopt, opknapt en een nieuwe toekomst biedt, zich in 2014 over het Zonnehuis ontfermde. Er moest weer leven in komen en er moest een beheerder worden aangesteld. Dat is Frans Schraven geworden. 

Frans Schraven woonde al bij het Zonnehuis om de hoek, maar was als danser, acteur en creatief directeur van het mede door hem opgerichte theatergezelschap Opus One, vooral thuis in de theaterwereld. In de tijd dat Stadsherstel zijn oog op het Zonnehuis had laten vallen gebruikte Schraven met Peter Faber de Blauwe Zaal om het toneelstuk ‘De Kleine Prins’ in te studeren; Faber hield met een bedrijf kantoor in het gebouw en heeft Schraven daarheen gehaald. 

“Emmy Schouten van Stadsherstel vroeg mij naar de grote zaal uit te wijken omdat de Blauwe Zaal werd opgeknapt”, vertelt Frans Schraven. “Ik kende haar overigens al omdat ze in Carré Hoofd Kostuums was. En daarna vroeg ze mij of ik beheerder wilde worden. Ik kreeg een bos sleutels in mijn handen gedrukt met daarbij de woorden: ‘zie maar’. Ik moest het fort bewaken. En die bos sleutels paste als een handschoen.”

Schraven verdiepte zich in de historie van het Zonnehuis en raakte er al snel verliefd op, zoals hij dat noemt. Het Zonnehuis was zowel binnen als buiten beschermd dorpsgezicht en voor de nieuwe beheerder werd het een missie om dat zo te houden. Maar vooral werkte hij eraan om er weer leven in te brengen. Dat is uitstekend gelukt.

“Ik geef rondleidingen en bemoei me met de invulling. De Stichting Nederlied komt hier met haar kleinkunstvoorstellingen en we zijn een samenwerkingsverband aangegaan met Paradiso: de Zonneprijs. Iedere eerste donderdag van de maand spelen hier zes beginnende bands een kwartier. De winnaar krijgt tienduizend euro en mag optreden in Paradiso. We bieden ook Appeltaartconcerten – klassieke muziek met appeltaart erbij – en staan open voor kinderactiviteiten. Er lopen hier zoveel kinderen rond; Tuindorp Oostzaan heeft kennelijk een vruchtbare grond.”

Naast beheerder is Schraven gastheer. Hij staat garant voor een vriendelijke ontvangst van zowel het publiek als de artiesten. Dat is voor hem vanzelfsprekend. “Hospitality is heel belangrijk. Het theater moet zijn als een woonkamer.”