Teun Flens dropt reddingsboei voor zelfstandigheid Oostzaan

Nieuws
Teun Flens: ”Uiteraard vergt het uitwerking, veel uitwerking, maar het is de moeite waard.
Teun Flens: ”Uiteraard vergt het uitwerking, veel uitwerking, maar het is de moeite waard." (Foto: Barbara van Wijk )

OOSTZAAN - Verdeel een deel van Nederland in circa vijfentwintig miniprovincies, leg daar de bovenlokale taken neer en dan krijgen de gemeenten zelf weer tijd en ruimte om aandacht te besteden aan het welzijn van het eigen dorp. De reddingsboei om Oostzaan zelfstandig te houden? Voormalig CDA-voorzitter Teun Flens omarmt het plan dat uit de koker komt van Bernt Schneiders, oud-burgemeester van Landsmeer.

door Barbara van Wijk

Veertig jaar geleden was er al sprake van of Oostzaan wel of niet zelfstandig moest blijven, tegenover de vraag of fuseren wellicht een betere optie was. Er waren toen ook al financiële problemen, maar in de jaren daarna vonden er diverse bedrijfsverhuizingen plaats en toen kwamen er betere tijden aan. Het onderwerp ‘wel of niet fuseren’ schoof naar de achtergrond. Een aantal jaren ging in betrekkelijke rust voorbij en toen kwam het Rijk met het ene na het andere decentralisatiebesluit; decentraliseren is het overdragen van Rijkstaken aan gemeenten. Zo kwamen er steeds meer taken terecht bij lagere overheden (gemeenten) die elk voor zich specifieke expertise vereiste en vooral veel geld kostte. Met de compensatie daarvoor was het Rijk niet erg scheutig. 

De almaar groeiende bureaucratie (lees: de administratieve rompslomp), die zich ook in veel andere sectoren voordoet, veroorzaakt een verregaande kostenverhoging. En ook daar wringt de schoen. Kleine gemeenten hebben vaak het geld niet, maar ook de expertise niet in huis om al die extra taken tot een goed eind te brengen. Vrijwel alle gemeenten zoeken naarstig naar goed personeel, deskundige ambtenaren, maar die staan niet voor de deur te trappelen, zeker niet omdat er ook vrijwel geen huisvesting kan worden geboden. Bovendien… zodra er ambtenaren voor een bepaalde door het Rijk opgelegde taak zijn opgeleid, worden ze voor de grotere gemeenten interessant en niet zelden vertrekken ze dan ook weer. 

Door de vele samenwerkingsverbanden, zoals de GGD, ambulancevervoer, brandweer, politie en hogere scholen enzovoort, dreigen de korte lijnen, die zo nodig zijn voor een democratie, steeds langer te worden. De gemeentebesturen zijn zelf ook al de dupe van veel wet- en regelgeving die ze niet aankunnen. De afstand die hierdoor ontstaat is ook niet erg stimulerend om de burgers bij het bestuur te betrekken. De desinteresse bij de burgers wordt dan ook steeds groter en ook de onvrede groeit. 

En dan is nu is ook weer de vraag actueel: hoe ziet de toekomst van de gemeenten eruit?. Uit de enquête bleek dat het merendeel van de Oostzaners bestuurlijk zelfstandig wil blijven, tenminste … als het kan. En kan het? 

Teun Flens, de afgetreden fractievoorzitter van het CDA, heeft een plan onder ogen gehad, dat zijn interesse heeft gewekt en dat hem zeer aanspreekt. Hij ziet dit plan mogelijk als een laatste ‘reddingsboei’ voor de zelfstandigheid van lokale overheden. Zou dit plan dé oplossing voor Oostzaan kunnen zijn? Hij vindt het zeker de moeite waard om het mee te nemen in de overwegingen. Het is nog maar een globaal idee, dat nadere uitwerking nodig heeft. Het is ook een meerjarenplan, want het is veelomvattend en het heeft nu nog heel veel open eindjes, maar toch vindt hij het zeer interessant en de moeite van het onderzoeken waard. 

Het plan is afkomstig van Bernt Schneiders, oud-burgemeester van Landsmeer en ook van Haarlem. Bernt stelt in dit plan dat het probleem moet worden aangepakt daar waar het is ontstaan: bij de decentralisatie. Die zou gereguleerd moeten worden. De gemeenten kregen er zoveel taken bij, zonder enige vergoeding, of met slechts een kleine vergoeding. Bijvoorbeeld: jeugdzorg. Het goed opvangen in de specialistische Jeugdzorg van één jeugdige, kost een ton! 

Nog een voorbeeld: de grote Ruimtelijke Ordeningsplannen. Voor kleine gemeentes nauwelijks te behappen. De veelomvattende Veiligheidsregio en nog veel meer bovenlokale taken; taken die te zwaar zijn voor kleine gemeenten. De besturen van de kleine gemeenten doen hun uiterste best; zij zijn erg veel in overleg met collega’s van andere kleine gemeentes, maar intussen drijft de burger steeds verder van het gemeentebestuur af. 

In grote lijnen schetst Bernt Schneiders een plan waarin een deel van Nederland verdeeld wordt in circa vijfentwintig miniprovincies. Er zijn ook delen in Nederland die goed functioneren maar, onder andere de provincie Noord-Holland, loopt tegen de genoemde problemen aan. Als de bovenlokale taken worden neergelegd bij die miniprovincies, krijgen de gemeenten zelf weer tijd en ruimte om aandacht te besteden aan het welzijn van het eigen dorp, aan de leefbaarheid, aan de natuur, aan de voorzieningen aan de wensen en noden van de inwoners. De financiën van de gemeentebesturen worden niet meer opgeslokt door de grote kwesties. Het dorp wordt weer belangrijk, er kan dan ook weer naar de inwoners geluisterd worden. Ook zullen er gekozen burgemeesters moeten worden benoemd.

Teun Flens is zich er terdege van bewust dat uitwerking van dit plan veel tijd in beslag kan nemen, maar hij vindt dit zeker levensvatbaar. Hij waarschuwt: “Laten we er alstublieft voor waken om in haast een definitieve onomkeerbare beslissing te nemen. Laten we alle mogelijkheden grondig onderzoeken. Ook dit plan. ”Uiteraard vergt het uitwerking, veel uitwerking, maar het is de moeite waard.”

Is dit een reddingsboei voor de zelfstandigheid (ook van de andere gemeenten) die we zo graag willen behouden? Teun pleit in elk geval voor aandacht voor dit plan van Bernt Schneiders.