Column Marcel van Stigt: Bevallen van een boek

Column
Afbeelding
(Foto: )

Vanaf de omslag kijkt hij me hautain aan: Meynard Albert Sonck de Vries, telg uit de achttiende eeuw van een vooraanstaande Hoornse familie vol regenten, schepenen, burgemeesters en andere hotemetoten. Hij was het gitzwarte schaap en ik heb een historische biografie over hem geschreven – ‘De laatste Sonck’ - en deze vorige maand zelf uitgebracht. 

Geen idee hoe Meynard eruitzag, maar mijn ex, die erg goed kan tekenen, heeft een natuurgetrouw portret van hem gemaakt. Mijn zoon heeft de cover vormgegeven.

Ik heb het boek zelf uitgebracht, want de benaderde uitgeverijen reageerden niet of nauwelijks. Op een zeker moment dacht ik: zoek het uit, ik doe het lekker zelf. Geen slechte beslissing.

De verkoop loopt gestaag. Erg leuk om te zien als er weer een exemplaar is verkocht. En aanstaande zondagmiddag presenteer ik mijn boek in de bibliotheek van Purmerend. Spannend, maar ik heb er zin in.

Tja, zomaar een boek geschreven. Ik heb er veel plezier aan beleefd. Aan het gehele proces, van A tot Z. Van de eerst opzet tot de definitieve versie. 

Het begon met een enkel regeltje dat ik op Wikipedia zag staan toen ik meer wilde weten over het Slot Purmersteyn, dat ooit in Purmerend heeft gestaan tot het zo vervallen was dat het tot de laatste steen is afgebroken. In dat regeltje stond dat ene Meynard Albert Sonck de Vries de laatste bewoner van het kasteel was. Hij was tot levenslang veroordeeld wegens homofilie en zat daar weggestopt in een van de twee kerkers.

Ik veerde op. Hè!? Laatste bewoner van een vervallen kasteel? Levenslang wegens homofilie? Er stond een link en toen ik daar op klikte… liep het spoor dood. En toen dacht ik: hier ga ik een boek over schrijven. Vond ik vroeger op school ook al leuk, werkstukken maken over een bepaald onderwerp en aan de hand van een stapel bibliotheekboeken – internet moest nog worden uitgevonden – informatie verzamelen en ordenen en dan, hup, witte vellen in de oude typemachine van mijn vader draaien en tikken, tikken, tikken, met het puntje van mijn tong tussen mijn tanden. Het leverde puike boekwerken op.

Jammer alleen dat mijn docenten nooit geloofden dat ik het zelf had gedaan. Snapte ik eigenlijk wel. Ze waren gewend aan halfbakken huiswerk. 

Mijn hoofdpersoon heeft geleefd van 1702 tot 1737 – niet zo gèk oud geworden dus – en ik vreesde dat ik heel weinig over hem zou kunnen vinden. Maar ho, wat een vergissing! Nu bestaat internet wel en tot mijn grote verbazing heb ik heel veel boven water kunnen halen. Stokoude documenten zelfs, keurig bewaard in digitale archieven, waarop zijn naam in sierlijke letters staat genoteerd. Hij heeft niet alleen vastgezeten in Slot Purmersteyn, maar ook in de Gevangenpoort – het huidige Binnenhof – in Den Haag.  

Ik weet zelfs wanneer en waar hij is begraven. Heb, geloof het of niet, bij de grafsteen gehurkt, waaronder hij ooit heeft gelegen – zijn botten zijn lang geleden geruimd en vergaan.

Ik hoop dat mijn boek langer meegaat.