Zeldzame Oostzaanse majolica kan krijgt plek in provinciaal archeologisch archief

OOSTZAAN - Wethouder Eelco Taams heeft afgelopen woensdag een goudluster majolica kan overgedragen aan stadsarcheoloog Piet Kleij om deze te laten registreren in het provinciaal archeologisch archief Het Huis van Hilde in Castricum.
Het verhaal gaat dat lang geleden, rond het jaar 1500, een onbekende Oostzaanse schipper zijn brood verdiende met de handel in olijfolie en zuidvruchten uit Spanje. Die handel werd verpakt in eenvoudige aardewerk kruiken. Deze simpele kruiken bleven achter op de plaatsen waar de handelaars woonden. Maar net zoals wij tegenwoordig nog wel eens een plastic ijsbakje bewaren omdat het zo handig is om voedsel te bewaren in de koelkast of de vriezer, vonden ook veel van die aardewerk kruiken hun weg naar de keukens en voorraadkelders van de gewone middeleeuwse Nederlander. Vandaar dat er veel restanten van deze kruiken zijn gevonden bij archeologische opgravingen.
Kostbare kan
Wat is het verhaal als je tussen scherven van alledaagse gebruiksvoorwerpen een kostbare kan van goudluster majolica vindt? Op een plek waar een eenvoudig houten huisje met een fundering van plaggen moet hebben gestaan? De bewoner was vast niet rijk, want dan had hij wel een comfortabel stenen huis gebouwd. Aangezien op die plek meer restanten van gewone aardewerk kruiken is gevonden, heeft hier waarschijnlijk een handelaar gewoond. Het zou zomaar een schipper kunnen zijn die naar Spanje voer om daar zuidvruchten en olijfolie in te kopen. Misschien heeft hij het goudluster aardewerk meegenomen als souvenir of als bijhandel. Het was in elk geval een ondernemend persoon, want hij was een van de eerste Noord-Hollanders die zich bezig hielden met de handel op Spanje.
Tinglazuur
Majolica is aardewerk (vooral borden) dat bedekt is met tinglazuur. Hiermee maakt de pottenbakker een witte ondergrond op het aardewerk waarop met verf een afbeelding wordt geschilderd. Daarna wordt het voorwerp bedekt met doorzichtig loodglazuur en nog een keer gebakken.
Beschilderd met goudverf
In Zuid-Spanje, vooral rond Valencia, waren veel goudluster pottenbakkerijen. Daar werd het majolica beschilderd met goudverf. Het idee komt uit de Islamitische wereld. Tot het einde van de vijtiende eeuw was Zuid-Spanje door de Moren bezet. Veel versieringen op de goudluster majolica zijn gebaseerd op het Arabische schrift. Zelfs nadat de Moren waren verdreven bleef dit zo. De Spaanse pottenbakkers begrepen niets van dit schrift, dus ze tekenden haaltjes en boogjes op de voorwerpen die wel iets op Arabische letters leken. Aan die pseudo-Arabische tekens herken je goudlustermajolica uit de late vijftiende of vroeg zestiende eeuw. Ook op de kan uit Oostzaan staat het pseudo-Arabische schrift en daaraan zien we dat het dateert uit de periode 1475-1525.
Zeldzaam
Het Spaanse goudluster majolica wordt vooral gevonden in rijke zestiende-eeuwse vindplaatsen, zoals dure koopmanshuizen en kastelen en dan vooral in de kustgebieden van Zeeland en Holland. Goudluster kannen zijn heel zeldzaam. Voor zover bekend zijn er drie van in Europa: één in Spanje, één in het Victoria en Albertmuseum in Londen en deze ene in Oostzaan. Het geringe aantal kannen geeft aan dat ze ook in het verleden al zeldzaam waren.
De Oostzaanse kan
De Oostzaanse kan is gerestaureerd waarbij het oor, een stuk rand, een deel van de voet en een deel van de tuit zijn aangezet. De kan is ongeveer 27,5 cm hoog en de rand heeft een diameter van ongeveer 12,5 cm. Op de overgang van de voet naar het lijf zijn de ‘Arabische lettertekens’ aangebracht. Op het onderste deel van het lijf staan bloemen en bladeren en aan de binnenkant halfronde bogen van goudverf.
Dit soort kannen stond tijdens het eten op tafel en was gevuld met water. Vaak stonden ze in een schaal waarin water kon worden gegoten, zodat je je handen kon wassen.
Huis van Hilde
Toen de kan zo’n vijftien jaar geleden werd opgegraven en gerestaureerd, heeft die een mooi plekje gekregen in het gemeentehuis. Dat is ook de plek waar die indertijd is gevonden. Al die jaren is de kan nooit officieel als archeologische vondst geregistreerd. Afgelopen woensdag heeft wethouder Eelco Taams de kan overgedragen aan stadsarcheoloog Piet Kleij. Die laat het zeldzame object registeren in Het Huis van Hilde, waarna het deel zal uitmaken van de tentoonstelling.
