Oorlogsmonumenten vertellen: verzetsman A.C. de Graaf

Historie
Dochter Irene Biesheuvel-de Graaf bij het oorlogsmonument ter nagedachtenis aan haar vader A.C. de Graaf. Een moment uit de documentaire oorlogsmonumenten vertellen.
Dochter Irene Biesheuvel-de Graaf bij het oorlogsmonument ter nagedachtenis aan haar vader A.C. de Graaf. Een moment uit de documentaire oorlogsmonumenten vertellen. (Foto: filmmaker/uitgever Peter Sasburg)

Achter elk oorlogsmonument gaan herinneringen schuil die hun eigen onvergetelijke verhaal vertellen. De monumenten zijn indrukwekkende gedenktekens op tastbare en herkenbare plekken. De verhalen achter deze monumenten gaan over bezetting, vervolging, verzet, onderduik en verraad. Ze verbinden de lokale oorlogsgeschiedenis met de algemene geschiedenis en de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Zestien verhalen zijn op film vastgelegd, met ooggetuigen van toen, nabestaanden of andere stads- of dorpsbewoners. Verhalen met emoties over angst, boosheid, verbazing, verbijstering, moed en hoop op de bevrijding. Al deze verhalen zijn te zien op website www.oorlogsmonumentenmedemblik.nl.

“Als ik denk aan Adrie de Graaf, denk ik altijd aan zijn oorlogsmonument, nadrukkelijk aanwezig in het Westfriese landschap vlakbij het dorp Wognum”, zegt filmmaker/uitgever Peter Sasburg uit Midwoud. “Het werd onthuld door burgemeester Gerrit Loggers in april 1953. Daarvoor stond er een houten monument, onthuld door Adrie’s vriend en medeverzetsman Sicco Mansholt in september 1945. Hierbij zong het Wognums zangkoor en ook een kinderkoor onder leiding van meester Reint Sasburg, mijn opa. De kinderen zongen enthousiast een bevrijdingslied: En plant de driekleur op de wallen, want Holland is weer vrij!

Oorlogsmonument

Peter rijdt al jaren langs dit monument over de weg die de naam van De Graaf draagt. “Dat doe ik soms met de woorden van burgemeester Loggers in gedachten: Laten wij hopen en vertrouwen dat dit monument, voor een ieder die hier passeert, zal zijn en blijven een teken van eer en dank aan Adrie de Graaf in zijn strijd voor Koningin en Vaderland. Ook vraag ik me af hoeveel mensen weten voor wie dat oorlogsmonument daar staat en wie A.C. de Graaf was.”

A.C. de Graaf

Adrie de Graaf begon vanaf 1941 op individuele basis joden onder te brengen in de Wieringermeerpolder en Westfriesland. Ook in de zomer van 1941 was Adrie actief bij de Engelandvaarders met mannen en vrouwen die uit het bezet gebied ontsnapten. Ongeveer 160 vliegers, joden, militairen en verzetsmensen bereikten in bootjes de overkant.

Het georganiseerde verzet kwam in 1943 in de polder op gang en in september 1944 werd Adrie aangesteld als laadmeester en gewestelijk voedselofficier van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij was verantwoordelijk voor de wapentransporten vanaf de droppingsvelden in Westfriesland naar de Wieringermeerpolder. Voedseltransporten kwamen op gang naar hongerende burgers in de grote steden, van Den Helder tot aan Den Haag. Eind 1944 moest verzetsman Adrie de Graaf zelf onderduiken. Zijn activiteiten in het verzet waren een aantal NSB polderboeren opgevallen. Adrie werd nog geen drie weken voor de Bevrijding het slachtoffer van laf verraad, schreef Jan Blijdorp in zijn rapport over illegale wapentransporten in juli 1945.

Café De Roode Leeuw

Toen de Duitsers dreigden de polder onder water te zetten ging De Graaf vanuit zijn onderduikplek in Café De Roode Leeuw in Benningbroek, terug naar zijn boerderij. Hij wilde nog voedsel in veiligheid brengen. Zijn vrouw met hun vier kinderen woonden al in een huis in Lambertschaag. Tijdens de onderwaterzetting op 17 april 1945 kwam hij de polder uit bij de dijkovergang Lambertschaag. Daar werd hij herkend door Nederlandse landwachters en gearresteerd. Onder bewaking moest hij op de fiets, met nog een aantal opgepakte onderduikers, naar de gevangenis in Hoorn.

Ter hoogte van de plek waar nu het oorlogsmonument staat, werd Adrie onverwachts door twee gefrustreerde landwachters van zijn fiets afgeschoten. Hij was op slag dood. Zijn lichaam werd naar het lijkenhuisje op het kerkhof van Benningbroek gebracht. Eerst met paard en wagen en vanaf Benningbroek in de bakfiets van huisschilder en doodgraver Bertus Glas. Daar werd Adrie begraven, om later te worden herbegraven in Middenmeer.

Landwachters

Peter: “Ik heb me altijd afgevraagd wat er verder is gebeurd met die moordenaars. Begin jaren ’90 kwam ik daar bij toeval achter. Na de bevrijding zijn die twee landwachters, Pieter Mayer uit Medemblik en Gert Jan Alders, allebei ter dood veroordeeld door het Amsterdams Bijzonder Gerechtshof in juni 1947. De rechter spreekt van een weerzinwekkende actie door twee oorlogsmisdadigers. NSB-er Mayer is zelfs twee keer ter dood veroordeeld, omdat hij ook betrokken was bij een andere moordpartij. In 1949 kregen de moordenaars van Adrie de Graaf gratie van Koningin Juliana en werd hun doodstraf omgezet in levenslang. Vervolgens werd dat weer veranderd in een gevangenisstraf van tien jaar en zodoende liepen de ‘heren’ begin jaren ’60 weer als vrij man rond.”

Postuum geëerd

Aan Adrie de Graaf werd in 1952 postuum De Bronzen Leeuw toegekend door Koningin Juliana. “Een onderscheiding voor zijn bijzonder moedige gedrag en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand”, aldus de oud-koningin. Dochter Irene was 4 jaar oud toen haar vader werd doodgeschoten. Zij vertelt in de documentaire uit 2012 hoe ze haar vader altijd heeft gemist.

Adrie de Graaf is één van de mannen, of vrouwen, waardoor Nederlanders in vrijheid leven. Iets om bij stil te staan op Bevrijdingsdag. Of eigenlijk... elke dag.