‘Binder met prachtige staat van dienst’

‘Een goud stel’

Erik is zelf Rotterdammer, woonachtig met zijn vrouw in Egmond-Binnen, Erik: ‘’Jaap heeft als Binder een prachtige staat van dienst, is zeer behulpzaam geweest of nog steeds bij bepaalde dorp-projecten in samenwerking met de gemeente Bergen. Erik: ‘’Inspirerende fratsen zijn onder andere zijn initiatief met betrekking tot de opzet van een biljartgroepje in dorpshuis de Schulp, de verbetering en opzet van het Brinkje midden in het dorp, de verhuizing van de oude waterpomp in het dorp, is ook actief in de organisatie van de Jaarlijkse Dodenherdenking in Egmond-Binnen. Ik wil mij niet te veel uitlaten over de persoon. Hij is markant, hartelijk en een waardevol burger. etrouwd met Tineke. Ook een geweldige persoonlijkheid, behulpzaam en deskundig met betrekking tot bepaalde gezondheidstherapieën. Beiden zijn tachtigers. Dus alleszins een respectabele leeftijd.’’

Ook meedoen

Ben of ken jij iemand die een bijzondere hobby heeft en op respectabele leeftijd is? Mail dan de redactie een klein stukje tekst en foto(’s) naar redactie.con@rodi.nl of redactie.bnb@rodi.nl en zet in de onderwerpregel ‘(g)oud in beeld’. Wie weet sta jij of staat jouw vader/moeder/opa/oma binnenkort in de krant. Inspirerend (g)oud in beeld verdient namelijk de aandacht.

Citaat

Erik citeert een paar regels uit ‘de Oerknal’: het volledige verhaal over onze aardbol tussen oerknal en homo sapiens. De verschillende fasen van de schepping worden - in zo’n 40 bladzijden - beschreven. Wel, op een zeer humoristische manier.

Enkele verschillende strofen:

Uit ”het Begin”

God’s fantasie was eindeloos

Hij liet de bomen groeien

         En simpel met een pinkgebaar

         De traagste plantjes groeien

         Plots bleef hij bij een plantje staan

         En sloeg zich om de oren

         Hij had in al zijn scheppingsdrift

         Iets uit het oog verloren

         Hij had wel elke boom geplant

         En plantjes doen verspenen

         Maar waar bleef zaad of bes en noot ?

         Als die er aan verschenen ?

Hij had in al zijn scheppingsdrift

         Heel stom, totaal vergeten

         Dat stuifmeel, honing uit een plant

         Moest worden opgegeten.

Dus bijen, hommels en de vlieg,

         Ze vlogen uit God’s handen

Om meestal met een stuifmeelrest

         Weer op een bloem te landen

         Geregeld dus, die klus geklaard

         En daarna wat genieten

         En louter voor de aardigheid

         Schiep hij nog wat muskieten.

         Van alles kwam er door God’ s wil

         Aan kruip- en vlieg insecten.

         Waardoor de mens in later tijd

         Soms van dat tuig verrekte

         Ook kwamen er nog wormpjes bij

         Die, in de grond verborgen

         Een lichaam dat het nooit meer doet

         Tot op het bot verzorgen.