Column Herman vindt er wat van: POLYPOLIE

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

Er zijn mensen zijn die zo veel poen bezitten, dat ze in staat zijn om in eigen persoon alle dagelijkse ellende op te heffen, waar dan ook ter wereld.

De drie rijksten van de wereld bezitten samen ruim 500 miljard dollar. Daarmee moet het mogelijk zijn op elke plaats van de wereld schoon water te regelen. Of onderwijs. Of voedsel. Misschien wel alle drie. Maar nee, daar gaan de heren niet voor. De focus ligt op ruimtereisjes, microchips in hersenen en/of wereldheerschappij via een slinkse omweg. Zo’n Bill Gates geeft miljoenen weg aan goede doelen en koopt daarmee langs legale weg zoveel macht dat hij zijn geïnvesteerde pecunia binnen mum van tijd weer terug heeft. In tienvoud. Of honderdvoud. Bah. Als ik er over nadenk word ik misselijk. Maarre…

Ik speel dus al jaren met veel plezier Monopoly met mijn kinderen. En tijdens dat spel ben ik geen haar beter dan die rijke stinkerds. Ook ik probeer zoveel mogelijk te vergaren, maak zelfs matjes met ‘Welkom!’ erop als ik hotels bezit en veeg mijn bloedjes van tegenstanders met een glimlach van tafel. Heerlijk om te winnen! En als ik een keer verlies, dan zeg ik: “Ach, het is maar een spelletje.” Ik denk dat het tijd wordt dat we op een andere manier gaan spelen. Of denken. Bestaat er een spel waarbij je wint als je zoveel mogelijk anderen hebt geholpen? 

Zo nee, dan daag ik een Heilooënaar uit om het spel Polypolie uit te vinden. Er is vast wel een multimiljardair te vinden die daarin wil investeren. Zolang hij er zelf maar veel mee verdienen kan, vermoedelijk.