‘Van de hel in de hemel’

Algemeen
Luchtfoto van Tuindorp Oostzaan. September 1968.
Luchtfoto van Tuindorp Oostzaan. September 1968. (Foto: Stadsarchief Amsterdam)

NOORD - Voor hun gevoel kwamen ze ‘van de hel in de hemel’, de Amsterdammers die een eeuw geleden uit de binnenstad naar het gloednieuwe Tuindorp Oostzaan verhuisden. Er heerste toen - het zal u bekend voorkomen - een ‘wooncrisis’: ze huisden in te krappe krotten met te hoge huren. De stad puilde uit. En dan een huis met een toilet, een kraan, gas, een tuin!

door John Jansen van Galen

De Noorder IJpolder was nog leeg en de grond goedkoop. Bovendien zou het ‘handig’ zijn als de arbeiders van de nieuwe scheepswerven in Noord dicht bij hun werk konden wonen; een behoorlijke verbinding over het IJ met de stad was er niet. De sociaaldemocratische wethouder Floor Wibaut en de idealistische bouwambtenaar Arie Keppler ontwierpen een wijk met lage huizen, rode dakpannen, lichte straten - het eerste zogenaamde ‘tuindorp’.  

Het bestaat nu precies honderd jaar en er is een tentoonstelling aan gewijd, in het monumentale gebouw De Bazel aan de Vijzelstraat, voorheen hoofdkwartier van de Nederlandsche Handel Maatschappij, dat het Stadsarchief van Amsterdam herbergt. De hele geschiedenis van Tuindorp Oostzaan trekt aan de bezoeker voorbij, met als hart van de expositie de foto’s van Raimond Wouda, die de Tuindorpers door de jaren heen liefdevol fotografeerde. 

Die ‘hemel’ bleek al gauw niet wolkeloos: bewoners klagen dat de ratten uit het riool in het toilet omhoog komen of vragen om een andere dan hun ‘zeer vochtige’ woning, anders bezwijkt hun vrouw. De huren zijn laag, zes gulden per week voor een huis met drie slaapkamers, maar werklozen moeten huurverlaging aanvragen. Het was een ‘rode’ wijk, maar ook saamhorig: socialistische arbeiders van de NDSM timmerden de kerkbanken van de Hervormde Bethelkerk bij het Plejadenplein, waar het befaamde ‘pierenbadje’ een plek van gezelligheid en gezamenlijkheid werd en is gebleven.   

Rampspoed kwam op 14 februari 1960 toen de dijk langs zijkanaal H brak en heel Tuindorp onderliep, behalve het later gebouwde, hoger gelegen Terrasdorp, in de wandeling ‘Tuttifruttidorp’ genoemd omdat de straten er naar fruit heten. Door de watersnood moesten 10.000 bewoners geëvacueerd worden. Het Nationaal Rampenfonds sprong zo royaal bij dat Tuindorpers riepen: “Geef ons heden ons dagelijks brood en af en toe een watersnood.” En in 1984 ging de scheepsbouw definitief op de fles wat Tuindorp Oostzaan voorgoed veranderde. In de jaren ’90 werd een grootscheepse renovatie uitgevoerd, 1324 huizen werden gestript, de huren ging omhoog en 31 procent van de woningen werd particulier bezit. Wat zouden Wibaut en Keppler ervan gevonden hebben?

Typeringen als ‘knus gevoel’, ‘echt familie’, ‘hechte gemeenschap’ passeren regelmatig de revue, al wordt niet duidelijk wat daarvan over is. Waar bleef de tijd dat het Harmoniecorps Tuindorp (ook bijna 100 jaar oud) er 120 koppen sterk, door de straten marcheerde en bij de NDSM tewaterlatingen opluisterde (waarvoor telkens het volkslied van de nieuwe scheepseigenaar ingestudeerd moest worden)? Gelukkig kunnen we het via de audiotour nog horen evenals het veel jongere Aubadekoor en de gabbers van THC, Tuindorp Hustler Click, met hun gehechtheid aan ‘het gevoel van welkom en thuis’. 

De tentoonstelling duurt tot 9 januari, met op 10 en 31 oktober lezingen over aard en historie van Tuindorp. Zie voor meer informatie: www.amsterdam.nl/stadsarchief.