‘Vetkoek’
Het eerste wat je nu ziet als je van het Buiksloterwegveer komt is de oliebollenkraam. Amper oktober, drie maanden voor de jaarwisseling, is hij er alweer, frivool ‘oliebollerie’ geheten. En zulke kramen staan overal in het stadsdeel!
Onze Zuid-Afrikaanse stamverwante taalgenoten winden er geen doekje om en noemen de oliebol gewoon ‘vetkoek’. Las u dezer dagen ook in de krant dat uitvaartondernemingen de doodskisten nu flink groter moeten maken? En dat zes dragers de doden veelal niet meer kunnen torsen – er zijn er nu vaak acht nodig. De helft van de bevolking heeft overgewicht, 15 procent lijdt aan obesitas: niettemin verstrekt de gemeente elk jaar weer vergunning voor het exploiteren van kramen waar vet gebak wordt aangeboden. Hoe is het mogelijk? De overheid put zich uit in campagnes voor gezond, minder zoet en minder vet eten, en laat tegelijk toe dat op drukke punten in de stad maandenlang oliebollen en appelflappen te koop zijn! Is er iets tegenstrijdigers, iets hypocrieters denkbaar? Laten we dit met elkaar afspreken: 2021 is het laatste jaar geweest. Volgend jaar kramen met kiwi’s, druiven en goudreinetten? En zo niet, dan moet de gemeente ophouden over gezonder eten!
John Jansen van Galen
