Dichter bij de Duinen (5): Duinkeverduin
rijzige duinen dalige duinen
een oceaan van golvend deinen
met harige huiden van duinenkruiden
tijmende tot walstro geharde bitterkruiden
korrels hondstongend nagelvast verkleefd
hakende bramen schrapende uitlopers
graaiende tengels naar gegeseld potenvlees
rood bekrast bloeddoorlopen door lopen
paden weer banen waar paden
vergrassen, verbramen
op de tast met voeten zoeken
waar de grond vroeger verscheen
mijn hand pakt bekervorm in ruller zand
uit elke pot valt kever na kever mij toe
radardieren met dat stipte haargevoel
zo feilloos als zij de ecotopen bewonen
voor altijd thuis zijn in dit duin:
eivast
larvaal
verpopt
doorleefd
gepaard
bestorven
verstoven
in het schuren van zand met gruizige kalk
immer stuivende zeewind in trillende hitte
waai maar parabolen waai waai
adem in adem uit
DUIN!
Henk de Bruijn
Henk de Bruin: “Voor altijd thuis zijn in dit duin.” - (Foto: aangeleverd)