Atelierbezoek

André Vranken: ‘Brons is langzaam materiaal’

Algemeen
Soms moet de zaag de spanning opvoeren in het hout.
Soms moet de zaag de spanning opvoeren in het hout. Foto: Ed Bausch

DE WOUDE - De huid. Daar draait alles om bij André Vranken. Zijn ontwerpen gaan nog steeds naar de Limburgse bronsgieterij Pie Sijen waar hij lang werkte. “Iedere gieterij is weer anders. En deze past gewoon goed bij mij. Mijn beelden zijn niet glad”. En dat zien we terug in zijn atelier. Ze lijken keramiek of soms zelfs van hout, de beelden van Vranken. Maar ze zijn echt brons. “Het komt door het restmateriaal in de mal”, zegt André op de ochtend van het atelierbezoek. Het is echt een reisje naar zijn atelier, want hij woont en werkt op De Woude, dat betoverende stukje niemandsland tussen Schermer en Alkmaarder Meer. Ook al is het maar twintig meter over het Noord Hollandsch Kanaal, je moet wel varen om op het eilandje te komen. Dat kan vanuit Akersloot of vanaf de weg langs de Schermer, vanaf de rondweg Alkmaar. Op de andere oever is er iets in je veranderd. Je betreedt de grond waar André Vranken zijn beelden maakt. 

DOOR: MIEKE ROZING EN ED BAUSCH

‘Bij de kracht van het begin blijven’

Op De Woude ben je meteen in een andere wereld. André Vranken is er sinds 2009, het lijkt een plek om nooit meer weg te gaan. Met een licht zuidelijk accent en zachte stem vertelt hij in zijn atelier met vrij uitzicht over het land. Zijn eerste contact met Nederlands sprekende personen had hij pas op de lagere school in Eijsden, waar hij opgroeide. De middelbare school stond in België. In 1985 studeerde hij af aan de Stadsacademie Maastricht in Monumentale Vormgeving en Schilderen. Schilderen en tekeningen is al geruime tijd uit zijn systeem geraakt. Hij ging na de studie in de bouw werken, voor geld, en kwam via een vriend terecht bij de bronsgieterij Pie Sijen. Daar bleef hij fulltime tot 1997. In de tussentijd was er de stap van schilderen en tekenen naar beelden maken. Als, autodidact was hij lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. In 1996 ging hij naar Amsterdam en ging docentschappen aan in Utrecht, de HKU. Eigenlijk is het een betrekkelijk toeval dat hij op De Woude terechtkwam. “Dit deed zich voor.”

Modellen kunnen in de weg staan

In zijn werk brengt hij gestalten, veelal vrouwen, terug tot de essentie. Hij werkt niet met modellen: “Dat gaat in de weg staan.” In opdracht werkt hij niet gauw, liever gaat hij in volledige vrijheid zijn gang, kijken hoe de materie zich vormt onder zijn handen of met de guts bij beelden van hout. De Robinia pseudo acasia, dat hout is favoriet. Een keer had hij daar een stam van 10 meter van gekocht, uit een kasteeltuin. André gaat nogal onorthodox te werk met hout. “Je kunt soms wel twee jaar, met tussenpozen aan zo’n beeld werken. Soms weet je het even niet, of je denkt dat er niet voldoende spanning in komt. Een beeld moet aan alle kanten spannend zijn. En dan zet ik er wel ergens de zaag in, nieuwe spanning maken, werken vanuit het hout.” Op zijn website staat te lezen dat Vranken zijn beelden universele personen laat zijn. Dat resultaat maakt grote indruk. “Bij de kracht van het begin blijven.”

De tekst loopt door onder de foto.


Bij het bronzen beeld buiten. (Foto: Ed Bausch)

Met brons als een vis in het water

Over het proces om tot een bronzen beeld te komen vertelt het filmpje van het atelierbezoek veel. “Met brons, een mix van koper en tin, voel ik me als een vis in het water. Het is langzaam materiaal.” Misschien past dat goed bij de bedachtzame kunstenaar. Hij vertelt het ambachtelijke verhaal van mallen, van holle en bolle vormen, van het smelten van was en de overgebleven vorm volgieten met brons. “De smelttemperatuur van het brons is 1200 graden. De mallen kunnen de hitte van het brons niet aan en daardoor smelt er een laagje van de mal op het brons en dat geeft die keramische huid”.

Er is net een aantal kleine beelden teruggekomen van de Kunst10daagse in Bergen. Op een grote tafel staan ze uitgestald. Ze geven een heel ontroerend beeld, juist door die ‘huid’. Ze zijn heel aanraakbaar, niet hard. “Steen vind ik een te hard materiaal”, zegt Andre Vranken. Hij vertelt graag en hartelijk. In de tuin staan beelden die van hout lijken (“Dat waren ze ook eerst”), maar toch brons zijn. Ze kijken uit over de grote ruimte daar. Een bezoek meer dan waard.

Kijk op www.andrevranken.nl.

Bekijk hieronder het atelierbezoek van Mieke en Ed in het atelier in De Woude. 

Volg ons ook op Facebook Castricum.