Vrijwilliger bij het Taalcafé: ‘Je waardeert nog meer wat we hier hebben’

Nieuws
Vrijwilliger Henriëtte Wullink (rechts): ‘Ik leer ook zoveel meer over andere culturen.’
Vrijwilliger Henriëtte Wullink (rechts): ‘Ik leer ook zoveel meer over andere culturen.’ Foto: Marieke Roggeveen

ALPHEN AAN DEN RIJN- Je ziet ze niet altijd, maar ze zijn er wel: mensen die, vaak naast hun werk, studie of dagelijkse bezigheden, iets extra’s doen voor de samenleving. Wat doen zij? Wat is hun reden om zich kosteloos in te zetten voor een organisatie of vereniging? En hoe tevreden zijn zij ermee? 

Marieke Roggeveen

Henriëtte Wullink is vrijwilliger bij het Taalcafé in de Bibliotheek. “Dit doe ik nu anderhalf jaar”, vertelt Henriëtte. “Ik werk als doktersassistente op de afdeling Verloskunde in het LUMC en daar merk ik hoe belangrijk het is dat anderstaligen de Nederlandse taal goed kunnen spreken. Toen ik las dat ze vrijwilligers zochten voor het Taalcafé, hoefde ik niet lang over na te denken: ik vind taal heel leuk en ik ben gek op de bibliotheek.” 

Taalcafé

Het Taalcafé is een plek waar anderstaligen wekelijks op een ongedwongen manier met elkaar in het Nederlands kunnen praten over allerlei onderwerpen, zoals: familie, vakantie, werk, sport of een hobby. “Het Taalcafé is elke donderdagavond”, vult Henriëtte aan. “De ene week fysiek en de andere week online. De online-bijeenkomsten zijn er tijdens corona bijgekomen en waren een groot succes omdat niet alle bibliotheken dit aanboden. Wij werken in groepjes van vier tot vijf personen en per avond zijn er gemiddeld twintig deelnemers. De vrijwilligers bereiden met elkaar een thema voor, vormen en leiden de groepjes, zetten koffie, thee en materialen klaar, en zorgen er ook voor dat iedereen zich welkom voelt.”

Werkbouwkundig ingenieur

Een van de deelnemers is Jewel Haidar, die samen met haar man en drie kinderen in Nieuwkoop woont. 

Wij vinden het bijvoorbeeld heel gewoon dat twee mensen elkaar op straat zoenen

Haar man kwam drie jaar geleden vanuit Syrië naar Nederland en Jewel en hun drie kinderen volgden anderhalf jaar later. In Syrië had Jewel een baan als werkbouwkundig ingenieur met als specialisatie funderingen. “Ik wil dit werk ook graag in Nederland weer doen”, vertelt Jewel. “Maar dan moet ik eerst de Nederlandse taal goed beheersen. Ik heb inmiddels meerdere taalcursussen afgerond en het gaat steeds beter. Het Taalcafé helpt hier goed bij, en het is ook leuk om er te zijn: vriendelijke mensen, geen strenge regels, iedereen helpt elkaar en je bouwt vriendschappen op. Ik kom graag naar het Taalcafé!”

Cultuurverschillen

“Tijdens de bijeenkomsten komen allerlei onderwerpen ter sprake”, vertelt Henriëtte. “Evenals de cultuurverschillen, deze zijn soms groot. De deelnemers komen uit verschillende landen: Iran, Afghanistan, Irak, India, Polen… Ook wordt er veel gelachen, juist ook vanwege de cultuurverschillen. Wij vinden het bijvoorbeeld heel gewoon dat twee mensen elkaar op straat zoenen, in andere landen is dit ondenkbaar.” “En complimenten over kleding”, vult Jewel aan. Hier in Nederland vertellen ze meteen waar ze het gekocht hebben en het liefst vertellen ze erbij dat het een ‘uitverkoopje’ was. In Syrië zeggen ze: ‘Ja hè? En het is een héél duur kledingstuk. Dat is zo’n verschil!”

Begrip hebben voor de ander

Jewel vindt het belangrijk om gesprekken met elkaar te voeren: “Hierdoor leer je jezelf goed uitdrukken en je krijgt ook meer begrip voor de ander. Ik vind het fijn om naar het Taalcafé te gaan.” Henriëtte vindt haar vrijwilligerswerk bij het Taalcafé erg fijn om te doen: “We praten met elkaar, we lachen veel en ik leer ook zoveel meer over andere culturen, waardoor je nog meer waardeert wat we hier in Nederland allemaal hebben.”

www.bibliotheekrijnenvenen.nl