Toen & nu: de Ruys de Beerenbrouckstraat

Algemeen
Ruys de Beerenbrouckstraat in juni 2001.
Ruys de Beerenbrouckstraat in juni 2001. (Foto: Stadsarchief Amsterdam/Ton van Rijn)

NIEUW-WEST - Als er een top 10 moet worden gemaakt van moeilijk te spellen straatnamen zou de Ruys de Beerenbrouckstraat hoog eindigen. “Met u, y, dubbel e, o-u en c-k,” klinkt het riedeltje van de speller. De Westerpost kijkt altijd kritisch of collega’s van landelijke kranten het goed doen. Maar daar gaat het niet om in deze rubriek waar we oude foto’s opnieuw maken op dezelfde plek. Vaak om te laten zien hoe enorm het er is veranderd. Dit stukje Ruys de Beerenbrouckstraat staat in nog een top 10. Die van straten in Nieuw-West die in de afgelopen decennia het meest ingrijpend zijn veranderd.

Shirley Brandeis

Misschien komt u er niet vaak en moet u drie keer kijken voordat u zeker weet dat de foto’s op (bijna) dezelfde plek zijn genomen. Misschien woont of woonde u er en ziet u het meteen. We zien hier de Ruys de Beerenbrouckstraat met in de verte links de Dr. H. Colijnstraat en de wereldberoemde plek waar je vroeger je rijbewijs haalde, of een keer (of vaker) zakte. Het CBR is tegenwoordig 1,8 kilometer verderop op Sloterdijk gevestigd. Op de vroegere locatie hier had architect Ben Merkelbach, die dit stukje Geuzenveld ontwierp, in eerste instantie een complex met woningen en winkels gepland.

Dat kwam er niet en de grond lag tot eind jaren zestig braak. Het was de plek waar oudere jeugd aan elkaar de brommers showde. Een heerlijke natuurspeeltuin voor de kleinsten. ‘De zandwoestijn’, lezen we in de boekenserie ‘Veranderende buurten in Amsterdam’ van Ineke Teijmant en Bart Sorgedrager, ‘was een kwelling voor hun moeders vanwege het altijd opstuivende zand.’ Dat hoorde de Westerpost ook menigmaal uit de mond van de pioniers; zij die als eerste kwamen te wonen in de nieuwbouwwijk, die Cornelis van Eesteren in de jaren dertig op de tekentafel had bedacht. Daaruit ontstonden de Westelijke Tuinsteden, dat nu Nieuw-West heet. En dat al in de jaren negentig als verouderd werd bestempeld.

Pijnpuntjes

In april 1996 koos de toenmalige stadsdeelraad van Geuzenveld-Slotermeer daarom voor ingrijpende vernieuwing. Redenen genoeg, vond men. De vele goedkope portiek-etageflats waren niet meer van deze tijd, het woningaanbod was te eenzijdig, men had andere woonwensen, er woonden in verhouding tot de rest van de stad veel langdurig werklozen en er was veel schooluitval. Samen met corporaties Het Oosten (voorloper van Stadgenoot), de Dageraad (nu de Alliantie) en De Key werd een plan van aanpak opgesteld en uitgerold. Eerdere plannen voor het aanpassen van de huizen werden ‘slechts het wegnemen van pijnpuntjes’ genoemd en gewijzigd in ‘successievelijk slopen en vervangen door nieuwbouw’, lezen we in een nieuwsbrief uit januari 1999.

Zenuwachtig

In eerdere artikelen uit de serie ‘Toen en Nu’ stamden de foto’s van toen uit ver terug in de vorige eeuw. Deze foto is uit 2001. De grote stedelijke vernieuwingsoperatie, de grootste van West-Europa, was al van start. Buurt Ne9en (echt, zo werd dat gespeld), waar we ons hier bevinden, was een voorbeeldproject voor de gehele vernieuwingsopgave. Hier kon men zien hoe je een wijk maakte waar mensen graag willen wonen.

Tekst loopt onder de foto door.


Ruys de Beerenbrouckstraat in december 2021.(Foto: Brandeisfotografie)

Wanneer komt er eens rust in ons leven?

Toenmalige bewoners werden maar wat zenuwachtig van alle grootse plannen; van de onzekerheid (wanneer zijn we aan de beurt?), van de onrust (soms was het snel beslissen om een nieuwbouwwoning in eigen buurt te bemachtigen) en door de tijdelijke, maar langdurige puinhoop door alle bouwprojecten in de buurt. De Westerpost schreef in 2004 mee aan een boekje over wat de bewoners daar doorstonden. “Je wordt niet serieus genomen, ze doen wat ze in hun hoofd hebben,” zei een bewoner. “Wanneer komt er eens rust in ons leven?” Toenmalig stadsdeelvoorzitter Robin de Bood vertelde in het voorwoord dat men intussen veel had geleerd en dat bewoners in andere buurten nadrukkelijker dan voorheen werden uitgenodigd mee te denken. “De stedelijke vernieuwing is een doorlopend leerproces.”

Mooiste gebouw

De Westerpost heeft in al die jaren geregeld bericht over het ongemak dat de stedelijke vernieuwing met zich meebracht; als waardige mediategenhanger van gekleurde tijdelijke krantjes als ‘Bulletin Buurt Ne9en’ en ‘Nieuwsbrief Vernieuwing Westelijke Tuinsteden’. Maar ook de Westerpost kon jubelen bij nieuwswaardige momenten, zoals de eerste paal van een nieuwbouwproject, het hoogste punt ervan of bij een opening met ballonnenbogen en hotemetoten. “Er is weer een mooiste gebouw aan de stad toegevoegd,” zei een trotse burgemeester Cohen in 2007 bij de opening van Parkrand, hier linksvoor op de foto te zien. Het gebouw toont meer dan elk ander nieuwbouwproject in de buurt een flinke architectonische breuk met het verleden. De iconische blikvanger is maar liefst elf verdiepingen hoog, telt 193 woningen in de vrije sector en dertig in de sociale (die overigens niet in uitvoering verschillen) en heeft Makkums geglazuurde stenen en metershoge bloempotten en kroonluchters als eyecatcher. Van bussen vol architectuurstudenten uit verre landen kijkt de buurt al niet meer op. 

Diverse bewoners uit de gesloopte woningen eromheen vonden in de nieuwbouw een nieuw thuis. Ze verloren hun vertrouwde buren en box, maar kregen er een inpandige berging, open keuken, ruimere woonkamer en uitzicht op bijvoorbeeld acht hoog voor terug. “Zo’n keuken ruimt sneller af,” hield menigeen de moed erin, al kon niet iedereen de nieuwe indeling waarderen en zochten sommigen hun woonheil buiten de buurt.

Met de economische crisis van 2008-2013 stond veel stil. In dit stukje Nieuw-West was de vernieuwingsoperatie al flink gaande en daarom is ‘zoek de tien verschillen’ een makkie bij deze foto’s. Met gemak vind je er meer.