Ondernemers Heiloo: ‘We kunnen het en we willen het’

Algemeen
Rob van der Wal als woordvoerder van Ondernemend Heiloo: 'We kunnen het en we willen het'.
Rob van der Wal als woordvoerder van Ondernemend Heiloo: 'We kunnen het en we willen het'. (Foto: Ed Bausch)

HEILOO - Ondernemers willen ondernemen. Zo simpel is het. En ze verenigen zich in een winkeliersvereniging. Daarvan zijn er drie in Heiloo: Het Hoekstuk, het Stationsgebied en ’t Loo. En die werken dan weer samen in ‘Ondernemend Heiloo’, met de ondernemers die over het algemeen op de bedrijventerreinen zijn gevestigd. Dat is dus een palet met veelkleurigheid.

Door Ed Bausch 

“Geen ondernemer is hetzelfde. Behalve dat je vindingrijkheid wel als een algemene karaktertrek kunt schetsen”, zegt Rob van der Wal als woordvoerder van Ondernemend Heiloo. “Wij zijn er niet alleen voor de feesten en partijen, hoewel we daar best goed in zijn, maar ook om goed om te zien naar elkaar en gesprekspartner te zijn voor bijvoorbeeld het gemeentebestuur. Nieuwsblad Heiloo praat met Van der Wal over ondernemerschap, maar uiteraard nu ook over de consequenties van de lockdown(s). 

‘Gunfactor is hier groot’

“Het College heeft echt aandacht voor de ondernemers in deze tijden, ieder zoekt het contact met de ondernemers in de portefeuille. Die aandacht, een hart onder de riem, is al heel belangrijk. Hoewel die ook niet iedereen afzonderlijk kan bereiken, maar er is ook het gemeentelijk Herstelfonds, naast landelijke ondersteuning.” Van der Wal beseft terdege dat vooral winkeliers in behoorlijk grote problemen kunnen zitten in deze periode en dat maatregelen niet voor iedereen afdoende kunnen zijn. Maar hij ziet ook dat Heiloo een hechte gemeenschap is, ook van ondernemers onder elkaar. “Waar mogelijk verwijzen we naar elkaar: ‘koop lokaal’ is niet voor niets onze campagne. Het is de beste manier om er voor elkaar te zijn in deze tijden. De gunfactor hier is enorm. De saamhorigheid in het dorp is echt meer dan ooit gebleken. Maar ook dat kan momenteel niet voor iedereen voldoende zijn.”

Open, nu! 

Voor de wat grotere bedrijven lijkt het wat ‘makkelijker’ om te overleven dan voor een zelfstandige winkelier. Die heeft vaak minder mogelijkheden, minder grote afzetmarkten. En vooral moeten de winkels, als ze ‘niet-essentieel’ zijn, nu weer dicht zijn. Een ronde langs winkels in het Stationsgebied laat de verschillen zien, maar vooral de roep: open, nu! Bestuurslid Tim van der Zel van de winkeliersvereniging van het Stationsgebied: “Waar wij hier behoefte aan hebben is perspectief, zonder steeds dicht te moeten. We hebben eerder bewezen dat we het goed kunnen, op een veilige manier klanten bedienen. En het is voor kleinere zaken of mijn zaak (restaurant ‘Rails’), waar me met enorm verse waren werken, de wens om nu zo snel mogelijk, liefst zaterdag al, weer open te kunnen gaan. Ook al is het met wat beperkingen. Wij zijn dicht, take away is voor ons echt niet haalbaar.” Juwelier Rita Peek zegt: “Bekijk het als gemeente per zaak: wat is mogelijk. Voor ons is het heel lastig, eigenlijk kunnen we alleen reparaties doen. Deze situatie moet echt stoppen. De kledingzaak hier is dicht, maar op de markt kun je wel kleren kopen. Voor onze winkels werd een marktkraam niet toegestaan. We gunnen het de markt heus wel, maar het is zo scheef en vooral: dit gaat zo niet. We hebben eerder bewezen dat we de klanten veilig kunnen ontvangen en dat we willen we nu weer en wel zo spoedig mogelijk.“

In deze tijden is het wel een rare term, het ‘besmettingsmodel’. Maar Rob van der Wal noemt het als voorbeeld om als ondernemer ‘anderen mee te nemen in je verhaal’. Steeds belangrijker wordt, dat je de bronnen kunt vermelden waar je producten en de grondstoffen daarvoor vandaan komen. “Dat zal een steeds grotere rol gaan spelen. Met zijn eigen bedrijf in verpakkingsmaterialen, Ciropack benut hij alle mogelijkheden, zoals een plat dak waar 400 zonnepanelen op liggen. “In een winkelcentrum kun je als huurders misschien met de eigenaar stappen zetten.” Vooral hoopt hij dat er snel weer gewone ledenvergaderingen kunnen zijn, dat er inspirerende lezingen kunnen worden georganiseerd. Dat de saamhorigheid die onder de pandemie kon groeien behouden blijft. “Vergeet niet hoe belangrijk ondernemers zijn voor verenigingen hier.”