Afbeelding
(Foto: Aangeleverd)

Twee tantes

Eenzaam waren ze, mijn tantes Jo en Nel. Eenzaam ook zijn ze gestorven. Er waren nog geen eenzaamheidscoaches in die tijd. Als kind speelde ik elke woensdagmiddag 'Mens-erger-je-niet' met tante Nel, niet beseffend dat de naam van het spel voor haar zo toepasselijk zou worden. Iedere zondag gingen de tantes naar de kerk, om gezien te worden. Tante Jo vanwege de sociale controle en tante Nel vanwege controle door haar oudere zus Jo. Deze laatste was onderwijzeres geweest en niet echt geliefd, in tegenstelling tot tante Nel die regelmatig mannen om haar heen had zwermen. Maar stuk voor stuk werden die afgekraakt door haar zus Jo, die een paar honderd meter verder woonde en zelf geen man kon krijgen. Beiden gingen gebukt onder het gemis van een partner. Daarom kwamen ze zo graag op alle twaalf verjaardagen bij hun broer (mijn vader) wiens vrouw tien kinderen (waaronder ik) had gebaard. Alle cadeautjes kochten ze samen om te voorkomen dat ze ruzie kregen over de prijs. Maar wanneer de tantes zelf jarig waren werd het geregeld hommeles. Tante Nel werd doorgaans wat rijkelijker voorzien dan tante Jo. Van diens jaloerse blikken vonkte de spanning dan af, tot glorie van alle aanwezigen die stilzwijgend partij voor tante Nel kozen. Het grootste deel van haar leven werkte tante Nel als dienstbode bij een rijke alleenstaande man. Niemand, zelfs tante Jo niet, kon 'inbreken' in de zweem van geheimzinnigheid rond dit dienstverband. 'Deed' ze het nou wel of niet met haar baas? Het vermoedelijke antwoord kwam pas veel later en uit onverwachte hoek. Een van mijn broers trouwde maar had nog geen eigen woonruimte. Ze konden zolang een kamer bij tante Nel huren, die grensde aan haar slaapkamer. Op een dag vroeg tante Nel hen of ze een piano hadden gekocht. Ze hoorde namelijk midden in de nacht gepingel. De 'boosdoeners' bleken de spiralen onder hun matras.

© Tom van Rossum